Betaald voetbal in Amersfoort 7: Paleisrevolutie (voorjaar 1979)

door addy schuurman
9 januari 2023om 10:55u

Voor de film ‘Langs de pijngrens’ haalde Hans Vahstal herinneringen op aan zijn komst naar de plaatselijke profclub. “Ik kwam bij SC Amersfoort terecht door Jaap Buursma. Dat was een familielid van ons. Hij vertelde op een feestje dat hij Heinz Stuy naar Amersfoort wilde halen, maar dat koste 5000 gulden en dat had Amersfoort niet. Ik heb dat geld toen toegezegd.
Dat was het eerste initiatief en daarna is natuurlijk van alles ontstaan. We hadden toen Kruysveldt, die was penningmeester, en je had Stapel, en noem maar op. Dat waren de oude mensen, het oude bestuur. Die raakten met mijn komst allemaal in paniek, want ze raakten hun speeltje kwijt. Maar ze hadden veel te weinig voeling en contacten met het bedrijfsleven om die breedte te kunnen realiseren die nodig was.”

”Bovendien: ze hadden een visionair nodig, iemand die verder keek dan het dagelijks gebeuren op het voetbalveld.”

Vahstal had geen gebrek aan zelfvertrouwen en geen gebrek aan visie. Hij wist hoe de club geleid moest worden en iedereen die hem daarbij in de weg zat, moest maar een andere hobby zoeken. In de herfst en winter van 1978-1979 trok de bouwondernemer de touwtjes naar zich toe. Maar zijn komst was ook het begin van een reeks conflicten binnen de club.

Workspace 1_001.png

Hans Vahstal voor de camera van de film Langs de pijngrens

Volmachten

Na zijn komst zag Vahstal enkele maanden aan, hoe de club functioneerde. De – in zijn ogen – amateuristische en weinig ambitieuze aanpak ging hem echter al snel irriteren. Hij wilde de club op een hoger plan brengen. Om dat te bereiken had hij bevoegdheden nodig en die trok hij begin 1979 naar zich toe.

Tijdens een bestuursvergadering op 29 januari 1979 bracht hij een concept-overeenkomst ter tafel waarin zijn positie binnen de club op papier werd vastgelegd. In het stuk, dat hij speciaal voor dit doel door een advocatenkantoor had laten opstellen, gaf het bestuur hem allerlei volmachten. Hij mocht zonder voorafgaande toestemming vitale beslissingen nemen, waaronder het aankopen van spelers. Uiteraard moest dit handelen achteraf door de overige bestuursleden goedgekeurd worden.

Afgesproken werd om deze overeenkomst voor hooguit vier weken te laten gelden; de andere bestuursleden kregen in die tijd gelegenheid met een nieuwe overeenkomst te komen. De overige bestuursleden (Gilles Kruijsveld had dat klusje op zich genomen) lieten de zaak echter versloffen: er kwam nooit een nieuwe overeenkomst en dus ging Vahstal ervan uit dat zijn volmachten stilzwijgend werden verlengd. Maandenlang kon hij in z’n eentje beslissingen nemen en zijn medebestuursleden voor voldongen feiten plaatsen.

Sportclub Vahstal

Een van zijn eerste daden was het aantrekken van nieuwe spelers. Uiteraard gebeurde dat in overleg met trainer Hans Alleman. Alleman was van mening dat SC Amersfoort vooral behoefte had aan routiniers. Ervaren spelers zouden de jongeren uit de regio beter maken. Dat was het idee achter de aankoop van bijna een heel nieuw elftal. Alleen al voor het seizoen 1979-1980 werden negen spelers aangekocht. Ruud Wetzel en Leen van der Merkt kwamen van FC Amsterdam, Jos Brink van Veendam, terwijl Ben Hulshoff en Johan Vlietstra van NEC werden gekocht. Wellicht de grootste naam die circuleerde was Heinz Stuy van FC Amsterdam, met Ajax winnaar van drie Europacups. De doelman stond aanvankelijk ook op het wensenlijstje, maar van zijn transfer werd afgezien omdat aan zijn fysieke conditie getwijfeld werd vanwege hardnekkige blessures.

“Niet zonder ironie is daarom al voorgesteld om in de komende competitie maar onder de naam Sportclub Vahstal in plaats van Amersfoort aan te treden.” (Parool 16-7-1979)

In totaal haalde Vahstal – als we de krantenberichten moeten geloven – voor zo’n twee ton aan nieuwe spelers binnen. Dat bedrag betaalde hij uit eigen zak. Daarmee behield hij ook de eigendomsrechten op die spelers. Officieel leende hij de spelers uit aan SC Amersfoort: de club betaalde de lonen. Dat was geen ongebruikelijke constructie: geldschieter Pon had deze in de jaren zestig ook toegepast binnen HVC, bij de aankoop van een aantal spelers van DWS. Maar Vahstal was geen Pon. Pon delegeerde, liet het bestuur van de club over aan vertrouwelingen zoals Jacqus Hogewoning. Vahstal vond dat hij zelf aan de touwtjes moest trekken.

De eigendomsrechten op de spelers gaf Vahstal verschillende troefkaarten in handen. Allereerst vormden de spelers een onderpand voor zijn investering. Daarnaast bood het hem de mogelijkheid om zich eventuele transferwinsten toe te eigenen – winsten die voor het voortbestaan van de club essentieel waren, zoals we eerder hebben gezien. Ten slotte gaven de eigendomsrechten hem een machtige positie binnen de club. Bij eventuele conflicten had hij altijd een vaste kern van spelers – die immers afhankelijk van hem was – aan zijn kant. In de daaropvolgende maanden dreigde hij meerdere malen om ‘zijn spelers’ terug te trekken uit de club. Dat dreigement moest voldoende zijn om verzet tegen zijn plannen in de kiem te smoren. En verzet tegen zijn optreden kwam er.

Contract.png

Afspraken tussen Vahstal en Wetzel, 31-5-1979. Vahstal betaalt de transfersom aan FC Amsterdam (persoonlijk archief Ruud Wetzel)

Informatievoorsprong

Verder verving Vahstal op allerlei plaatsen oude krachten voor nieuwe gezichten, dit alles in het kader van de ‘professionalisering’. Fysiotherapeut Tonny Boven kon vertrekken en Herman van Loon, de oude administrateur van de club, werd voor zijn diensten bedankt. De administratie ging over naar Vahstal en zijn bedrijf. Een op het eerste gezicht ondergeschikte, maar voor het vervolg niet onbelangrijke stap. Vahstal zorgde ervoor dat hij altijd zijn zaakjes op orde had. Hij had alle relevante informatie in handen, informatie waarover anderen dikwijls niet beschikten. Wie het in een kwestie niet met hem eens was, kon hij met een dikke dossiermap om z’n oren slaan: ‘kijk maar, hier staat het.’

Even zo makkelijk kon hij daardoor onwelgevoelige informatie achterhouden. Hij wilde zijn tegenstanders niet wijzer maken dan nodig was. Dat hij – op zijn zachts gezegd – niet bepaald scheutig was met het verstrekken van informatie blijkt bijvoorbeeld uit de stukken die op Archief Eemland bewaard zijn gebleven naar aanleiding van de gemeentelijke subsidieverlening aan SC Amersfoort. Terwijl de club voordien elk jaar keurig door een accountant goedgekeurde jaarrekeningen naar het gemeentehuis stuurde, droogde die informatie na de komst van Vahstal bijna volledig op. In het archief bevinden zich nog een met een ballpoint geschreven begroting van voorzitter Alfred van der Vaart uit augustus 1980, een A4-tje met een begroting uit juni 1981 en een computeruitdraai van een balans van 31 december 1980. Alles zonder goedkeuring van een accountant. Die drie documenten vormden de totale verantwoording die de club c.q. Vahstal na 1978 aan de gemeente aflegde voor de ontvangen gemeentelijke subsidie. Terwijl het indrukken van één knop op de computer van Vahstals bouwonderneming voldoende zou moeten zijn om elk jaar een keurige jaarrekening tevoorschijn te toveren. Maar dat liet de bouwondernemer na.

Kortom: Vahstal voltooide in een jaar tijd een paleisrevolutie op Birkhoven en greep de macht binnen de club. Die macht was gebaseerd op twee peilers: de rechten op de spelers en een informatievoorsprong.

Gemeente draait de geldkraan dicht

De ‘machtsovername’ kwam op een pikant moment. Want juist in die tijd vonden twee gebeurtenissen plaats, die grote invloed zouden hebben op de financiële toekomst van de club. Het ging om het afbouwen van de gemeentelijke subsidie en om het invoeren van een c.a.o. in het betaald voetbal. Beide beleidswijzigingen legden een bom onder het voorzichtige beleid van de SC Amersfoort. Althans, zo was de verwachting.

In juni 1979 besloot de gemeenteraad om de jaarlijkse subsidie – die in de loop der jaren tot een substantieel bedrag (zo’n 75.000 gulden) was aangegroeid – in drie jaar tijd af te bouwen tot 0: elk jaar werd de subsidie met 25.000 gulden gekort. Vanaf het seizoen 1983-1984 moest de club zijn eigen broek ophouden. Als er in de stad zelf onvoldoende financiële middelen konden worden aangeboord (lees: particuliere sponsors worden gevonden), had het geen enkele zin om de betaald voetbalclub in Amersfoort aan het gemeentelijk infuus te hangen. Dat was de mening van de overgrote meerderheid van de gemeenteraad.

Voetballen begint op werk te lijken

En dan was er nog het invoeren van een collectieve arbeidsovereenkomst in het betaalde voetbal, per 1 juli 1979. Als eerste land ter wereld kreeg Nederland een c.a.o. voor het betaald voetbal. Hiermee werden onder andere minimumeisen op het gebied van uren en loon vastgesteld. Spelers moesten mimimaal 22 uur per week werken (trainen en spelen) en moesten daarvoor een minimumloon van 15.000 gulden ontvangen.

In de pers verschenen berichten, dat daardoor alleen al de lasten voor SC Amersfoort met zo’n ƒ 100.000 gulden zouden toenemen. Dat was een reële schatting. Volgens de jaarrekening van 1977 werd aan spelersvergoedingen en sociale lasten voordien 188.000 gulden uitgekeerd; twintig contracten volgens de c.a.o. kosten minimaal 300.000 gulden. Een forse extra kostenpost dus.

Kraak.png

Fili Kraak legt uit

Voor de spelers betekende de invoering van de c.a.o. extra uren op de club. Fillie Kraak vertelde voor ‘Langs de pijngrens’: “Vahstal zei: als je cao hebt en je bent betaald voetballer, dan moet je zoveel uur maken, want dat staat in de cao. Wij maakten – ik noem maar wat – acht uur minder in de week, dus ik ben extra gaan trainen. Ik ging voor de training trainen, want anders werd ik gekort. Van mijn 1500 gulden werd er anders nog eens 600 afgehaald, dan hield ik helemaal niets meer over bij wijze van spreken. Dus ik ging met de toenmalige trainer Hans Alleman penalties nemen. Hans Alleman ging achterover in de dugout zitten en ik had vijf ballen en dan was het op doel schieten. En na 20 minuten was het “ik ga naar binnen, lekker mijn broodje opeten en dan gaan we straks trainen.” Zo zat het in mekaar. Als je dat van spelers eist, dat die twee keer per dag achter elkaar gaan trainen, ja dan… Het was niet werkbaar.”

Kortom, op Birkhoven drong in die tijd het besef door dat het voorzichtige beleid van Buursma en Kruijsveld niet meer gehandhaafd kon blijven. De club moest op zoek naar alternatieve geldbronnen, want anders was SC Amersfoort ten dode opgeschreven. Velen in Amersfoort waren van mening, dat alleen Vahstal beide tegenvallers kon opvangen. Hij had visie, hij had ambities en vooral: hij had geld. De club en Vahstal werden als het ware in elkaars armen gedreven.

bijsluiter

Addy Schuurman is historicus. Samen met sportjournalist Arjan Klaver heeft hij een film gemaakt over het betaald voetbal in Amersfoort: 'langs de pijngrens'.

Eerdere artikelen over het betaalde voetbal in Amersfoort zijn:

Voetballen in de kelder van het betaald voetbal

De voetbalschool van HVC: dromen van een profcarrière

Daniel Hanasbei streed voor de rechten van Papoea’s

De eerste gele kaart in het betaalde voetbal werd op Birkhoven uitgedeeld

Boekhouders aan het roer (circa 1978)

Vahstal meldt zich op Birkhoven (1978-1979)

Binnenkort verschijnt het volgende artikel:

Strijd om de macht (zomer en najaar 1979)

bronnen

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van:

- de persoonlijke archieven van Ruud Wetzel (oud-speler) en Joop Bakkenes (oud-voorzitter).

- archief Eemland, stadsarchief, subsidieverlening HVC en SC Amersfoort

- krantenarchief: website Delpher

- interviews in het kader van 'Langs de Pijngrens' met Joop Bakkenes, Fili Kraak, Ton van Loon, Hans Vahstal en Ruud Wetzel

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!