Op 15 maart aanstaande worden niet alleen de leden van de Provinciale Staten gekozen, maar staat ook de samenstelling van de waterschapsbesturen op het spel. Het waterschap is een bestuurslaag waarin de gemoederen zelden tot het kookpunt oplopen. Terwijl de belangen toch aanzienlijk zijn en de tegenstellingen evenzo. Maar waar problemen met stikstof, mest en biodiversiteit boeren en burgers regelmatig naar de barricaden leiden, lijkt het waterbeheer een kalme, rimpelloze vijver.
Toch broeit er onder de waterspiegel van alles. Een strijd over waterkwalititeit, over polderpeilen, verdroging en natte voeten. Terwijl op de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe de natuur al decennia lang schade ondervindt van de droogte, kunnen dankzij de lage grondwaterstanden de boeren met zwaar materieel hun land op.
Kortom, bij de waterschapsverkiezingen staat er echt wel iets op het spel
De stuw in het Valleikanaal bij de Asschatterweg te Leusden (foto: auteur)
Belangen en democratie
In de rimpelloze vijver van de waterschappen is de afgelopen decennia een steen geworpen, die voor de nodige beroering heeft gezorgd. Het gaat om het democratisch gehalte van de verkiezingen en de vraag in hoe zwaar verschillende belangen (moeten) meewegen in het democratisch proces.
Eeuwenlang werden de besturen van de waterschappen alleen door (een klein groepje) grondeigenaren gekozen. Alleen zij waren direct belanghebbenden en hadden dus kiesrecht. Inmiddels is men er ook in de waterschappen van doordrongen, dat alle burgers belanghebbende zijn bij een goed waterbeheer: dus niet alleen de boer of grondeigenaar in (bijvoorbeeld) Hoogland-West, maar ook de bewoners van een villa in het Bergkwartier of van een appartement in Schuilenburg.
Het belang van de stedelijke bevolking is de afgelopen jaren vooral in de veenweidegebieden van het Groene Hart steeds meer aan het licht gekomen. De door de boeren gewenste lage grondwaterstand blikt desastreus voor de houten fundering van historische panden, in het buitengebied, maar ook in de binnensteden. In het werkgebied van Vallei en Veluwe is dit soort problematiek tot nu toe vrijwel uitgebleven, met dank aan de aanwezige klei- en zandbodem. Maar mochten panden in de binnenstad van Amersfoort ooit door verkeerd waterbeheer verzakken of scheef gaan staan, dan zijn ook hier de poppen natuurlijk aan het dansen…
Landelijke verkiezingen
Iedereen ouder dan 18 jaar mag dus stemmen voor de waterschappen. Om de sfeer van een verkiezingsstrijd te creëeren en de stembusgang te stimuleren worden de verkiezingen sinds 2008 landelijk, sinds 2015 gelijktijdig met de Provinciale Statenverkiezingen gehouden. Dat is efficiënter (je hebt twee verkiezingen voor de prijs van één) en de beide verkiezingen stuwen elkaars opkomstcijfers de hoogte in. Bij de waterschapsverkiezingen in 2015 was de opkomst al 43,5%, in 2019 zelfs 51,3%. Dat zijn percentages, die in het verleden natuurlijk ongekend waren, omdat meer dan de helft van de bevolking van het kiesrecht was uitgesloten.
De stuw in de Modderbeek bij Leusden (foto: auteur)
Een democratisch proces in optima forma? Toch niet helemaal. Er zijn nogal wat kanttekeningen te plaatsen bij het bestuur van het waterschap.
Geborgde zetels
De meerderheid van de zetels in het bestuur van een waterschap wordt gekozen door de burgers (‘ingezetenen´) tijdens de waterschapsverkiezingen. Maar daarnaast was de afgelopen jaren een aantal zetels gereserveerd voor vertegenwoordigers van grondeigenaren, met name boeren, bedrijven en natuurbeheerders. Deze vertegenwoordigers waren niet verkiesbaar maar werden aangewezen door de belangenorganisaties van deze groepen. Het waren zogenaamde ‘geborgde zetels’. Hoeveel van die geborgde zetels een waterschapsbestuur had, bepaalde de provincie: het waterschap Vallei en Veluwe had tot voor kort één geborgde zetel voor natuur, drie voor boeren en drie voor bedrijven.
Het idee achter de geborgde zetels is dat deze sectoren een groot direct belang hebben bij waterbeheer en relatief veel waterschapsbelasting betalen. Daarom moeten ze verzekerd zijn van voldoende zeggenschap in de waterschapsbesturen (het zogenaamde ‘belang-betaling-zeggenschap’-beginsel). Ook hebben ze veel gebiedskennis en dragen ze bij aan het vergroten van draagvlak voor de projecten die het waterschap uitvoert. Aldus de site van de unie van waterschappen.
Wie zijn belanghebbenden?
Die geborgde zetels zijn de afgelopen jaren onderwerp geweest van discussie.
Onder meer de verdeling van het aantal geborgde zetels over de verschillende belangengroepen leverde kritiek op. Het grondgebruik binnen het gebied van het waterschap Vallei en Veluwe bestaat volgens het CBS (de Bodemstatistiek 2015) voor 42 % uit agrarisch terrein en 39 % uit natuur en bos. De overige 19 % bestaat uit woningen, wegen, recreatieterreinen, bedrijven, etc. In het geborgde systeem hadden bedrijven (5 % van het bodemgebruik) drie geborgde zetels, evenveel als het agrarisch terrein, terwijl de natuurbelangen door één zetel vertegenwoordigd waren. Een tamelijk scheve verhouding, op z’n zachtst gezegd.
De kritiek op het systeem leidde in 2020 tot een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks en D66. Dit voorstel werd na een amendement van de ChristenUnie in 2022 door de Tweede Kamer aangenomen. Na de komende waterschapsverkiezingen wordt het aantal geborgde zetels in de waterschappen teruggebracht van zeven à negen (in Vallei en Veluwe: zeven) naar vier: boeren en natuurbeheerders krijgen elk ‘standaard’ twee zetels; de geborgde zetels voor bedrijven vervallen. Dat is in ieder geval een verdeling die meer recht doet aan het grondgebruik in het waterschap.
Het democratisch proces gecorrigeerd
Maar hiermee zal de kritiek zeker nog niet verstommen. Het ‘belang-betaling-zeggenschap’ beginsel, waarop de geborgde zetels gebaseerd zijn, gaat immers in tegen het fundamentele democratische principe van ‘one man/woman – one vote’. Bestuursinvloed is gerelateerd aan je belastingaanslag. Het is alsof je de bewoners van De Berg – omdat zij veel WOZ betalen – een vaste zetel in de gemeenteraad geeft, terwijl je tegelijkertijd de stemmen van de bewoners van Liendert en Kruiskamp - wijken met veel sociale huurwoningen - maar voor de helft laat meetellen.
Bovendien toont het systeem een gebrek aan vertrouwen in het democratisch proces: alsof de kiezers niet in staat zijn om de verschillende belangen af te wegen en hun keuze van buitenaf gecorrigeerd moet worden. De belangen van minderheden komen wel vaker in de knel in het democratisch proces. Toch is dat geen reden om de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen te corrigeren voor bijvoorbeeld uitkeringsgerechtigden, huurders of gebruikers van het openbaar vervoer. Grote groepen die direct afhankelijk zijn van het overheidsbeleid en wier belangen de afgelopen jaren regelmatig in het gedrang zijn gekomen (denk aan het Toeslagenschandaal of de vele fiscale voordelen voor huizenbezitters ten nadele van huurders).
Toch wordt bij het kiezen van de waterschapsbesturen het democratisch proces door middel van geborgde zetels ‘gecorrigeerd´. De waterschappen hebben er geen vertrouwen in, dat democratische spelregels voor het waterbeheer een goed bestuur oplevert.
Waar het Valleikanaal bij Schuilenburg en Randenbroek de stad binnenkomt, is het nog een vriendelijk meanderende waterloop (foto: auteur)
Bijklussen?
Feitelijk is dat niet zo verwonderlijk, omdat er rond het bestuur van de waterschappen nog al eens mist ontstaat. Follow the Moneyjournalist Siem Eikelenboom heeft anderhalf jaar geleden in De Stadsbron de vinger op de zere plek gelegd. Zijn kritiek en commentaar is nog steeds relevant.
Voor eerlijke verkiezingen – zeker in geval van dit soort functionele bestuursorganen – is het essentieel dat alle bestuurders openheid van zaken geven. Siem Eikelenboom toonde aan dat het waterschap Vallei en Veluwe zijn zaakjes op dat punt niet op orde had. Allerlei broodwinningen en nevenactiviteiten werden niet opgegeven. Vaak ging dit om onschuldige, niet relevante functies (voorzitter van de bridgeclub, lid van het kerkbestuur), maar soms was er ook sprake van gemeenschappelijke of strijdige belangen met het waterschap.
In het huidige bestuur van het waterschap Vallei en Veluwe zitten bijvoorbeeld meerdere bestuursleden die actief zijn in de consultancy, in de automatisering of op het gebied van duurzame ontwikkeling. Functies waarbij er raakvlakken zijn met het werk van het waterschap. Dat roept de vraag op of er bij de bestuurswerkzaamheden van sommige leden niet een direct persoonlijk belang komt kijken, in de vorm van bijklussen of opdrachtgeverschap.
Van de bestuursleden die Siem anderhalf jaar geleden in zijn artikel noemde, hebben enkele de site aangevuld. Marja van der Tas (CDA) is zo iemand. Zij kan echter ter verontschuldiging aangeven, dat zij zo veel functies verzamelt, dat het bijna ondoenlijk is om de lijst volledig en up-to-date te houden. Op dit moment staan er bij haar naam functies genoemd, die zij inmiddels al weer neergelegd heeft. Mevrouw Van der Tas is de prof.dr.ir W. Akkermans (‘inderdaad, mijn naam wordt genoemd’) van het waterschap. Een bestuurder die haar sporen verdiend heeft in alle bestuurslagen van Nederland: lokaal, regionaal en landelijk.
AWP-lijsttrekker Ron van Megen uit Leusden – volgens de bovengenoemde site van Waterschap Vallei en Veluwe heeft Ron geen betaalde functie – maakt zich elders bekend als (voormalig) ingenieur bij DHV Haskoning en Kiwa Water Research. DHV is een bedrijf dat regelmatig projecten met waterschappen uitvoert, onder meer op het gebied van afvalwaterzuivering. Zijn voormalige werkgever is ongetwijfeld zeer geïnteresseerd wat er in het bestuur – en vooral in de wandelgangen – zoal besproken wordt.
Ten slotte is er nog steeds van minstens vier mensen (zoals Roel Kremers en Eric Baron Mackay uit Ede, Jan van der Kolk uit Harderwijk en Kees de Kruif uit Leusden; Ton Bresser uit Soest is afgelopen maand overleden) niet duidelijk hoe zij hun dagelijks brood verdienen. Sommigen zullen – gezien hun leeftijd – gepensioneerd zijn, maar het blijft gissen en het roept vraagtekens op.
Boeren versus natuur
Ondertussen blijkt uit de overzichten van de vermelde functies wel duidelijk dat – ondanks het systeem van geborgde zetels – de representativiteit van het bestuur te wensen overlaat.
Om maar te beginnen met de boerenstand, goed voor zo’n 40 % van het grondoppervlak. De boerenstand wordt vertegenwoordigd door een werknemer van LTO-Nederland, de lobbyorganisatie van de boeren. En verder zijn er vier traditionele melkveehouders, twee via de geborgde zetels en twee namens andere kieslijsten (SGP en Lokaal Waterbeheer). Dus geen enkele kippenboer, maar ook geen enkele biologische boer.
Tegenover vijf boeren staat er slechts één natuurbeheerder, een vertegenwoordiger van Natuurmonumenten. Dus geen vertegenwoordiger namens de provinciale landschappen, Staatsbosbeheer of andere particuliere landschapsbeheerders.
Opvallend is dat slechts één ander bestuurslid in het waterschap een nevenfunctie opgaf die enige relatie heeft met natuur of natuurbeheer: veeboer Ron van Burgsteden uit Leusden, die zich met agrarisch natuurbeheer bezig houdt. Zo’n 39% van het betreffend waterschapsgebied bestaat uit bos en natuur en van de dertig bestuursleden in Waterschap Vallei en Veluwe zijn er slechts twee met aantoonbare affiniteit met dit onderwerp.
Dubbele petten
Een laatste opmerking. Het allegaartje aan ordeningsprincipes, volgens welke het bestuur wordt samengesteld - volgens functie, politieke kleur of schaalniveau (lokalen) – leidt in enkele gevallen tot opvallende situaties. Zo hebben leden van politieke partijen – ook mensen die binnen hun partij bestuursfuncties uitoefenen – voor verschillende lijsten zitting in het waterschap. De prominente CDA’ers Jan van der Kolk uit Harderwijk en Henk Veldhuizen uit Maarsbergen zitten niet voor het CDA, maar voor Lokaal Waterbeheer respectievelijk de boeren in het bestuur. Astrid Meier is raadslid in Ermelo voor Progressief Ermelo en zit voor Water Natuurlijk in het waterschap.
Ook deze lijnen, die door alle lijsten heen lopen, maakt nog eens het belang duidelijk van volledige transparantie.