8 reacties

Wagenwerkplaats: een wijk voor wie zo snel mogelijk ergens anders wil zijn?

door Jeroen de Valk
1 december 2020om 16:47u

De Wagenwerkplaats als locatie voor woningbouw. Slechts weinigen lijken er tegen te zijn. De bouw zal niet gepaard gaan met grootschalige bomenkap. In het oostelijke gedeelte is toch al weinig waardevolle natuur te vinden. Sterker nog - de grond rond een voormalige gasfabriek is dusdanig vervuild, dat die alleen maar opknapt van de verplichte schoonmaak. De historische binnenstad blijft ongemoeid. Die is immers ruim een kilometer verwijderd van dit terrein, dat begin vorige eeuw werd ingericht als ‘werkplaats’ voor het spoor. 

plan wagenwerkplaats nieuwbouw sociale woningbouw

Toch klinken er enkele kritische stemmen. Die worden wat luider, nu eind november een inspraak-traject is ingezet. Er zijn zorgen over hoogbouw, die naast het Piet Mondriaanplein - de nieuwbouw achter het station - ook het Soesterkwartier in de schaduw kan zetten. Maar de ontwerpbureaus benadrukken dat qua hoogbouw vooral aan het oostelijke gedeelte wordt gedacht. Niet ver van het station, waar ook al grote kantoren zijn te vinden. Hoogbouw wordt als vanouds gezien als een manier om veel woon- en kantoormeters te creëren op een klein perceel in de toch al volgestouwde stad. 

Een bewoner van het genoemde plein veronderstelde in een schrijven dat hier vast geen plaats zal zijn voor huishoudens met een laag inkomen. Uit navraag blijkt dat ook op de Wagenwerkplaats de regels in acht worden genomen. Precies zoals de gemeenteraad besloot, wordt 35 procent van de woningen gebouwd voor de sociale huur, twintig procent voor de ‘midden-huur’ en de rest voor de vrije sector. Dit komt neer op huren tot achtereenvolgens 737 euro, 991 euro en alles wat hoger is.

Een punt van kritiek dat zich minder makkelijk van tafel laat vegen, betreft de leefbaarheid van de nieuwe wijk. Kanttekeningen zijn onder meer te vinden in de verslagen van eerdere en recente bijeenkomsten met omwonenden, ondernemers en burgerinitiatieven zoals Siesta, Het Groene Spoor en de stichting Duurzaam Soesterkwartier. 

Minimaal 1547 bewoners  

Komen er niet te veel woningen? In een korte uitleg op de gemeentelijke site Amersfoort.nl is sprake van 650 woningen, maar het uitgebreide ‘Masterplan Wagenwerkplaats’ uit 2019 meldt dat dit cijfer nog van 2016 dateert. Sindsdien trok de economie aan en is de behoefte aan woningen zo onderhand geëxplodeerd. Het aantal woningen moet dus ‘substantieel’ hoger worden. Een huishouden in Amersfoort bestaat uit gemiddeld 2,38 personen, wat bij het kennelijke minimum van 650 woningen neerkomt op 1547 Wagenwerkplaats-bewoners. 

Het terrein bestaat uit twintig hectare, wat gelijk staat aan zeker dertig voetbalvelden. Daar kan je heel wat woningen in kwijt, maar die mogen de industriële monumenten niet aan het oog onttrekken. De oude werkplaatsen zijn fraai gerenoveerd en omgebouwd tot de onderkomens van onder meer Holland Opera - in de Veerensmederij, waar ooit de verende onderstellen van de treinwagons werden gemaakt - en het Centraal Ketelhuis, een restaurant in een pand waar in het verleden inderdaad enorme ketels stonden. De eerder geciteerde site meldt dan ook dat negentig procent van de te bouwen woningen zal bestaan uit ‘appartementen’. 

Wie een rijtjeshuis met een tuin zoekt, kan beter kijken of er iets vrij komt in het Soesterkwartier. Of wachten tot Bovenduist verrijst, de aanzienlijke woonwijk in het uiterste noorden van Amersfoort, tussen Vathorst en Nieuwland. (Als die wijk er al komt, want de tegenstand is hevig en taai. Zie: ‘Bovenduist als dé oplossing voor de woningnood’, de Politieke Ruis van 14 september 2020).  

Maaltijdbezorgers en verhuisbedrijven 

Een ‘stakeholder’ stelde al de voor de hand liggende vraag hoeveel woningen er daadwerkelijk gaan komen, en hoe hoog de hoogbouw gaat worden. Komen er woontorens als aan de Hogeweg, of houden we het beperkt tot iets van acht lagen? Het cryptische antwoord luidde: ,,Hoogbouw is geen doel op zich. Aantal woningen en een passende hoge dichtheid wel.’’ De gemeente zoekt dus naar een verantwoorde oplossing maar weet het ook nog niet. Enkele Soesterkwartierders opperden overigens om de hoogbouw juist ‘te omarmen’, want zo kan de volkswijk laag blijven. 

Er komen dus veel mensen in wat ooit ‘flats’ heetten. Voorts staan kantoren op de planning. De bedrijven zullen vast blij zijn met de bewoning, want dan is het eindelijk veilig buiten kantooruren. De veiligheid is een probleem sinds de Nederlandse Spoorwegen in 1999 het terrein verlieten. Volgens de gemeentelijke notulen werd onlangs nog een medewerkster van een hier gevestigd stedenbouwkundig bureau mishandeld en beroofd. 

Die 1547 bewoners hebben een dak boven hun hoofd én een woning met mooi energielabel. Maar de vraag blijft, volgens enkele criticasters: hoe leefbaar wordt de Wagenwerkplaats, dit langgerekte dorp tussen het spoor en het Soesterkwartier? Een bewoner van het nieuwe Piet Mondriaanplein vreest dat het er net zo ‘gezellig’ zal zijn als op zijn plein. Medebewoners ziet hij zelden, aangezien ze ’s ochtends op de trein stappen naar Utrecht of Amsterdam en ’s avonds geheel afgepeigerd weer thuis komen. Het is er daarentegen wel een komen en gaan van pakketbezorgers, maaltijdkoeriers en verhuisbedrijven. Ook zal de Picnic hier een aardige omzet draaien. De bewoners van dit plein hebben namelijk maar één ding gemeen: ze vonden hier een handige plek voor wie zo snel mogelijk ergens anders wil zijn. 

Hoe anders is het Soesterkwartier: een gemeenschap op zich, waar hele straten eensgezind oudjaar, koningsdag en voetbaltriomfen vieren. Je kent elkaar van de sportclubs, de supermarkten en de basisscholen, waar je de kinderen haalt en brengt.  

Ambtenaar Dorknoper 

Het is de vraag waar op de Wagenwerkplaats dergelijke voorzieningen gaan komen. Het ‘Masterplan Wagenwerkplaats’ telt 93 pagina’s, maar de termen ‘winkel’ en ‘supermarkt’ komen er niet voor. De makers van het meesterlijke plan hebben simpelweg niet aan winkels gedacht. De term ‘school’ is ook afwezig, ‘scholen’ zien we één keer in een verwijzing naar het Soesterkwartier. (Er valt wel even het begrip ‘onderwijs’, zonder dat dit handen en voeten wordt gegeven.) Bij ‘sport’ kom ik op vijf vermeldingen, steeds in algemeen geformuleerde opsommingen. Op een plattegrondje wordt de Boulderhal aangegeven. Daar kan de klimsport worden beoefend. Niet typisch een sport die de hele Wagenwerkplaats opeens massaal gaat beoefenen. Die hal lijkt mij iets waar mensen vanuit de hele regio naar toe trekken, zich voorbereidend op een avontuurlijke vakantie. 

Dat gaat nóg meer op voor de Veerensmederij, het thuishonk van Holland Opera. De landelijke media halen veelal hun neus op voor ‘de provincie’, maar dit operagezelschap kan jaar in, jaar uit rekenen op recensies in Trouw, NRC en Volkskrant. De toon varieert van welwillend tot uitzinnig van blijdschap. Het aantal vijf sterren-recensies neemt respectabele proporties aan. Hiermee is belangstelling verzekerd, maar dan wel belangstelling van ver weg. De bezoekers komen uit het hele land. Gelukkig is het station dichtbij en zijn ze zó weer weg. 

Er is in het Masterplan even sprake van ‘speelvoorzieningen’ - ‘speeltuin’ klinkt vast niet ambtelijk genoeg - maar ook in dit opzicht wordt niet duidelijk wat we ons daarbij moeten voorstellen. Wel moeten de ‘landschappelijke zones’ voldoende ruimte bieden voor ‘het laten plaatsvinden van spontane of zorgvuldig geplande’ activiteiten en ontmoetingen. We horen hier de stem van de heer Dorknoper, de loyale ambtenaar van de gemeente Rommeldam. Geachte bewoners van de Wagenwerkplaats, het is u van hogerhand toegestaan elkaar buitenshuis te ontmoeten, spontaan dan wel zorgvuldig gepland.'  

Het is natuurlijk mogelijk dat een van de al aanwezige horecavoorzieningen - spontaan dan wel zorgvuldig gepland - een buurtfunctie krijgt. Dat het uitgroeit tot een soort buurtcafé of buurthuis. Dan is er ten minste één plek om samen te komen. (Misschien iets voor horecamensen om over na te denken, voor als de coronanarigheid is afgelopen?) Want de kinderen gaan elders naar school en voor de sportieve activiteiten wordt uitgeweken naar de velden bij het Soesterkwartier. Voor de dagelijkse boodschappen ga je naar de Noordewierweg en voor het ‘funshoppen’ naar de binnenstad. Of je pakt de trein naar Amsterdam of Utrecht. 

3F405C92-0563-483F-94D7-644AC9D86FA0_1_105_c.jpg
Wel kleinschalig wordt Soesterhof.

‘Sociaal duurzaam’  

Veel kleinschaliger en zodoende niet geheel vergelijkbaar is Soesterhof (gespeld zónder lidwoord). Een idealistisch project op de Wagenwerkplaats dat nu realistisch lijkt uit te pakken. Een hofje tussen de Palmstraat en de Soesterweg, de oplevering gaat komend jaar van start. Er komen dertig koopwoningen en twaalf sociale huurwoningen voor in totaal zeventig volwassenen en dertig kinderen. 

Ik kan het niet laten hier even melding van te maken aangezien de initiatiefnemers - zo vertelde een van hen - zich al in de voorbereiding hebben ingezet voor de ‘sociale duurzaamheid’. De eigen tuinen zijn aan de kleine kant, er is daarentegen één grote, gemeenschappelijke tuin. De kandidaat-bewoners is gevraagd zich voor het hofje in te zetten; dat kan als lid van de tuingroep, de activiteitencommissie of het bestuur. De gevarieerde leeftijdsopbouw - diverse generaties komen hier samen - moet voorkomen dat de wijk in één keer vergrijst, waarna een uitstroom volgt naar seniorenvoorzieningen. 

Misschien gaan de projectontwikkelaars ook eens nadenken over ‘sociale duurzaamheid’. Dan kan ook duidelijk worden wat termen (uit een kader-stellende nota) als ‘intimiteit’ en ‘verbinden’ inhouden. Het kan nooit de bedoeling zijn dat al die Wagenwerkplaats-bewoners van hun buren alleen elkaars maaltijdbezorger zien.

bijsluiter

Jeroen de Valk is politiek analist bij De Stadsbron. Voor zijn bijdragen krijgen wij subsidie van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!