1 reactie

Luchtkwaliteit 2: Wie doet wat

door Diana Wildschut
26 februari 2020om 13:54u

Wie heeft welke rol?

Voor een verbetering in de luchtkwaliteit kijken we vaak boos naar onze gemeente. Maar die kan niet overal over besluiten, en niet alle vervuiling wordt in de gemeente veroorzaakt. Over luchtkwaliteit wordt op meerdere niveaus besloten.  Maar wie bepaalt er nou wat?

Globaal en Europees: het stellen van normen

We gaan van groot naar klein. Op wereldschaal worden er normen gesteld door de World Health Organsation (WHO), en op de Europese schaal ook.
De norm van de WHO is voor de meeste stoffen een stuk strenger dan de norm van de Europese Unie. De WHO heeft als enige belang de volksgezondheid, waar de EU ook allerlei andere belangen mee weegt. Dat zie je ook terug in de definitie van de waarden. De EU heeft het over grenswaarden, en dat zijn waarden die elke lidstaat binnen een bepaalde termijn moet bereiken. Tussenstappen dus, op weg naar een nog lagere waarde. De WHO geeft een advieswaarde, een waarde waaronder de gezondheidsgevolgen aanvaardbaar worden geacht.

Deeltjes

Voor PM10, dus deeltjes met een diameter van maximaal 10 micrometer, houdt de EU een jaargemiddelde grenswaarde aan van 40 µg/m3, en de WHO een advieswaarde van 20 µg/m3.
Voor PM2.5 is de jaargemiddelde grenswaarde van de EU 25 µg/m3 (vanaf 2020 wordt dat 20 µg/m3), en de advieswaarde door de WHO is 10 µg/m3.

Dagnormen vs jaarnormen

Er zijn verschillende EU-normen voor de jaargemiddelde concentratie en de daggemiddelde concentratie. Dat heeft te maken met het verschil tussen de gezondheidseffecten van chronische blootstelling en incidentele blootstelling, zie deel 1 in deze serie: http://www.destadsbron.nl/nl/luchtkwaliteit_1.

De daggemiddelde concentratie is hoger dan de jaargemiddelde concentratie. Voor PM10 is dat 50 µg/m3. Dit is de gemiddelde concentratie op een dag, en de grenswaarde hiervoor mag 35 keer per jaar worden overschreden. Voor PM2.5 is er geen daggemiddelde concentratie. Voor NO2 is er een uurgemiddelde concentratie van 200 µg/m3 die 18 keer per jaar overschreden mag worden. Deze NO2-waarde is trouwens gelijk aan de advieswaarde van de WHO.

Het is niet zo dat er, als de normen niet overschreden worden, geen gevolgen voor de gezondheid zijn. De normen van de WHO is gebaseerd op risico's die 'aanvaardbaar' worden gevonden. Wat aanvaardbaar is, dat wordt afgewogen door de WHO. De EU normen zijn een combinatie van de WHO normen en andere afwegingen, zoals economische, en zijn gebaseerd op een belangenafweging.
Ook onder de norm kan er gezondheidsschade zijn. Er is eigenlijk geen ondergrens voor fijnstof, NO2 en ultrafijnstof te trekken die veilig is. Het loont dus wel om door te gaan met het schoner maken van de lucht, ook al zitten we niet boven de normen. 

Nationaal, provinciaal en gemeentelijk: het maken en handhaven van regels

De maatregelen worden genomen op nationaal niveau of kleiner.
Het rijk, de provincie en de gemeente werken samen aan de luchtkwaliteit. Het programma Nationale Samenwerking Luchtkwaliteit (NSL) is opgezet om te zorgen dat we onder de grenswaarden van de EU komen. In het NSL is alleen aandacht voor NO2 en PM10. Het inzicht dat kleinere deeltjes, dus PM 2.5 en PM1, veel gevaarlijker zijn is nog relatief nieuw. De EU staat niet bekend om snelle besluitvorming, dus ze lopen wat achter met hun normen voor de kleinere deeltjes.

Het rijk kan zich bezighouden met onderwerpen die het lokale overstijgen. Bij luchtvervuiling is verkeer een logisch onderwerp; daar gaat het rijk over de rijkswegen, de provincie over de provinciale wegen en de gemeente over de rest van de wegen binnen de gemeentegrenzen. De gemeente mag niets beslissen over de maximum snelheid op de rijkswegen rondom Amersfoort.
Het rijk kan extra geld beschikbaar stellen voor verbetering van de luchtkwaliteit in steden waar echt een groot probleem is. Zo heeft Arnhem in 2018 8,5 ton gekregen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in het centrum van de stad. Maar de meeste steden moeten het uit hun eigen budget halen.

Wat doet de gemeente Amersfoort?

De gemeente Amersfoort werkt met de WHO normen, dat is dus een stukje ambitieuzer dan de EU normen. Amersfoort heeft zelfs het nationale Schone Lucht Akkoord getekend, samen met 35 andere gemeenten. Dat akkoord heeft maar tien procent van de Nederlandse gemeenten ondertekend, dus daar maakt Amersfoort goede sier. Opvallende niet-ondertekenaars zijn Bunsschoten-Spakenburg, waar een grote mestvergister voor veel overlast zorgt, en Barneveld, met haar pluimvee-industrie een grote bron van vervuilde lucht waar Ede, dat wel ondertekend heeft, flink last van heeft.

Het doel is om over tien jaar vijftig procent gezondheidswinst te halen (ten opzichte van 2016). Veel gemeentes stappen met dit plan over van de EU normen naar de WHO normen. De focus ligt dus echt op gezondheid, en dat is het grootste verschil met de NSL, waarin het vooral ging om het wegnemen van overschrijdingen van de europese normen. Dat was makkelijker want je kunt ergens een normoverschrijding wegnemen door de vervuiling te verspreiden. Bijvoorbeeld door verkeer via een andere weg te leiden; je neemt een knelpunt weg maar vergroot de vervuiling elders. Norm gehaald.

De tekst van het akkoord opent met: “Luchtverontreiniging behoort tot de belangrijkste risicofactoren voor de gezondheid, in dezelfde orde van grootte als overgewicht. Gemiddeld leven Nederlanders door luchtverontreiniging negen maanden korter en jaarlijks overlijden circa 11.000 mensen vroegtijdig als gevolg van blootstelling aan luchtverontreiniging.” en “Het streefresultaat is dat mensen in Nederland daardoor gemiddeld vier maanden langer leven. Voor heel Nederland levert dat €3 tot €6 miljard aan maatschappelijke baten per jaar op.”

Er wordt vooral gekeken naar maatregelen voor beperking van fijnstof (PM10 en PM2.5), stikstofdioxide, roet en ultrafijnstof.
Wat dan niet? Ozon bijvoorbeeld, want daar kan Nederland volgens de tekst van het akkoord weinig aan doen. Dat is niet helemaal waar, want in het binnenklimaat zijn ook wat ozonbronnen waar weinig mensen zich bewust van zijn, zoals laserprinters, maar daar zal ik wat meer over schrijven in mijn volgende artikel.

In het akkoord staan geen concrete maatregelen maar wel manieren om samen te werken, kennis te delen en toezeggingen van de deelnemers. Deelnemende partijen beloven ook contact te zoeken met maatschappelijke organisaties en burgers, een mooi argument voor bezorgde burgers om contact op te nemen met de gemeente Amersfoort.

Iedere drie jaar wordt doorgerekend of gemeentes op koers liggen. Eventuele verbeteringen aan de luchtkwaliteit die komen door andere maatregelen, buiten het akkoord, tellen in die berekening ook mee.

Naast verkeer, landbouw, scheepvaart, industrie en huishouden (daar valt houtrook onder, maar ook roken en het binnenklimaat), wordt er zelfs gekeken naar luchtvaart. Dat klinkt natuurlijk logisch voor iedereen die een betere lucht wil, maar voor liefhebbers van een vrije markt was het bijna onbespreekbaar om luchtverkeer aan banden te leggen. Dit gedeelte wordt overigens wel in een apart akkoord geregeld, dus totdat die maatregelen er zijn is er misschien nog wel wat ruimte voor argwaan.

In het akkoord wordt ook gewerkt aan betere kennis. Met ultrafijnstof wordt in beleid nog weinig rekening gehouden. Dat is omdat je het vanwege de extreem kleine deeltjes slecht kunt meten en wegfilteren. Er wordt nu ook meer kennis ontwikkeld over ultrafijnstof meten en uitstoot beperken. Dat zou grote winst zijn, want voor fijnstof en ultrafijnstof geldt: Hoe kleiner de deeltjes, hoe vervelender de mogelijke gevolgen.

De rijksoverheid heeft trouwens maar 50 miljoen beschikbaar voor het Schone Lucht Akkoord, en dat is voor 2020-2023. Ondanks die 3 tot 6 miljard aan maatschappelijke baten. Maar misschien dat een econoom dit eens uit kan leggen.

zon.jpg

De plannen

In december en januari werd in twee Rondes door de gemeenteraad een nieuw plan voor de verbetering van de luchtkwaliteit besproken.
Voor het plan is niet heel veel geld uitgetrokken. Er is een incidenteel bedrag van €239.000 voor verbetering van de luchtkwaliteit en €254.500 voor het bevorderen van het gebruik van electrische scooters als alternatief voor scooters met een verbrandingsmotor.
Dat geld voor die scooters is eigenlijk over van een eerder experiment. Eigenaars van bezorgscooters konden door een subsidieregeling korting krijgen op de aanschaf van een electrische scooter of bezorgfiets, met als voorwaarde dat de oude scooter gesloopt zou worden. In totaal is er maar een keer gebruik gemaakt van de regeling, dus is er nu geld over dat gelabeld was voor electrische scooters. De gemeenteraad moet nu besluiten of het geld mag worden gestoken in andere maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Er lopen al andere projecten die bijdragen aan schonere lucht, en die hun eigen budget hebben, zoals het fietsplan. Het is dus niet zo dat het bovengenoemde bedrag alles is wat in schonere lucht wordt gestoken.

U kunt het hele plan hier lezen. Hieronder een aantal dingen die opvallen.

Vervoer

Er staan geen grote maatregelen in die de verkeersstromen in de stad moeten beperken. Wel wordt het centrum autoluw gemaakt en komen er bepaalde tijdvensters waarin vrachtverkeer de winkels mag bevoorraden, en worden die steeds korter voor vervuilend verkeer. Uiteindelijk is ‘emissieloos’ verkeer in het voordeel. Echt emissieloos is electrisch verkeer overigens niet, want het grootste deel van de fijnstof komt niet uit de uitlaat maar van de banden en de remmen.

Er wordt vooral ingezet op het stimuleren van andere vervoersmiddelen, door bijvoorbeeld het al eerder vastgestelde fietsplan verder uit te werken, waarin fietspaden verbeterd worden, wachttijden voor fietsers bij stoplichten aan te passen. Of dat laatste helpt is nog de vraag. Als je fietsers door wilt laten rijden, moeten de auto’s vaak wachten. Dat veroorzaakt veel start- en stopbewegingen, en daardoor meer fijnstof. De gedachte is misschien dat mensen minder de auto gebruiken als je beter door kunt fietsen, en dat fietsers zo minder in de uitlaatgassen staan.
Er worden ook pilots gestimuleerd met andere manieren van duurzaam vervoer. Die pilots gaat de gemeente niet zelf exploiteren, dat wordt aan de markt overgelaten.

Biomassacentrales

Een aantal jaren geleden golden biomassacentrales nog als een duurzaam alternatief voor de toekomst. Bomen groeien immers weer aan en nemen dan CO2 op. Inmiddels weten we dat bij verbranding van biomassa veel CO2 vrijkomt, en dat er vele malen meer fijnstof en vooral ultrafijnstof wordt uitgestoten.
In Amersfoort zijn al verguningen afgegeven voor de bouw van enkele biomassacentrales. Die komen gedeeltelijk in woonwijken te staan, waar ze de luchtkwaliteit zeker niet gaan verbeteren. Het ultrafijnstof en de roet gaan namelijk dwars door de filters heen.

De nieuwe installaties zijn of komen op de volgende plekken:

  • Magnesiumweg 8, door het bedrijf Duurzaam Opwekken Amersfoort B.V, met een vermogen van 2 x 7300kW
  • Computerweg 22, ook door Duurzaam Opwekken Amersfoort B.V., met een vermogen van 2 x 7300kW
  • Amersfoortsestraat 23, Bos houthandel met een vermogen van 37,6 kW
  • Lichtpenweg 6, voor het tijdelijk plaatsen van een installatie  met een vermogen van 2 x 120 kW
  • Daam Fockemalaan 22, OLV Ter Eem, met een vermogen van 1060 kW.
  • De Nieuwe Stad, met een vermogen van 1250 kW     

Daarnaast zijn er nog wat oudere installaties, en is recent een installatie gerealiseerd op de Oliemolenhof 16 (de Nieuwe Stad) van 854 kW, en in de Amerena staat een installatie met een vermogen van 600 kW.De installaties in de Amarena, de Nieuwe Stad, de Amersfoortsestraat en OLV ter Eem staan tussen (toekomstige) woningen. Deze centrales zijn wat kleiner dan die op de Hoef en de Isselt (waar ook woningbouw gepland is), maar dat betekent niet dat ze voor de nabije omgeving schoner zijn. Grotere centrales blazen hun uitlaatgassen hoger de lucht in, waardoor je er lokaal minder last van hebt, het komt ergens anders verdund weer naar beneden. Kleine centrales zullen veel lokaler vervuilen.

De gemeenteraad heeft besloten geen nieuwe centrales meer toe te laten, behalve de centrales die al toestemming hadden. De gemeente zou die vergunningen weer in kunnen trekken maar is bang voor schadeclaims van de bedrijven achter de centrales. Dat doet vermoeden dat voortschrijdend inzicht geen argument is in ons juridische systeem, en dat gezondheidsrisico’s minder belangrijk worden gevonden dan het risico op schadeclaims.

Consumenten

De gemeente richt zich met haar beleid ook op bewustwording van het binnenklimaat bij bewoners. In huis komt ook fijnstof vrij bij verbranding (houtkachels, kaarsen, koken, roken), en chemische verbindingen bij gebruik van verf, lijm, luchtverfrissers en dergelijke. Uit mijn eigen metingen blijkt bijvoorbeeld dat je met het bakken van een pannekoek zo op honderd keer de WHO-norm zit. Goede ventilatie helpt enorm, en sommige dingen moet je misschien niet meer in huis halen. Het is goed om je er in ieder geval van bewust te zijn, zodat je weet waarvoor je kiest. Zeker als je veel tijd binnenshuis of op kantoor doorbrengt is daar misschien wel de meeste gezondheidswinst te behalen.

De gemeente is al bezig met een campagne voor betere ventilatie in huizen, en probeert ook het roken te ontmoedigen. Daar komt de gemeente wel in het gebied waarvan sommige mensen en een aantal raadsleden vinden dat de gemeente zich niet teveel met ‘achter de voordeur’ moet bemoeien. Sieta Koet van Amersfoort 2014 leek zich daar in de afgelopen twee rondes het meest druk om te maken. Volgens wethouder Buijtelaar stelt de gemeenteraad gerust: de gemeente gaat mensen niet verbieden om een kaars aan te steken, het gaat alleen om kennisverspreiding.

Vervoer over het water

Veel steden experimenteren al met de bevoorrading van de binnenstad via het water. In Amersfoort zouden de cafeetjes langs de grachten prima van bier en koffie kunnen worden voorzien met lage electrische boten die vanaf een enkel punt worden beladen. Dat zou ook schelen in de verzakking van de oude kades, die nu zwaar te lijden hebben onder het vrachtvervoer. Ook voor de toeristen is dat leuker om te zien dan vrachtwagens, ook al zouden die electrisch zijn.
In het plan lezen we hier niets over.

De Stadsbron gaat de komende jaren volgen hoe de maatregelen van de gemeente bijdragen aan een schonere lucht, en of de doelen worden gehaald. Veel zal afhangen van hoe snel en hoe ambitieus er maatregelen uitgevoerd worden. Ook zal de al dalende lijn zich ‘vanzelf’ voortzetten, als beetje bij beetje de oude diesels het loodje leggen. Hoe dat zich verhoudt tot de nieuw bij te bouwen biomassacentrales, zullen we af moeten wachten.

bijsluiter

Diana Wildschut is kunstenaar en klimaatwetenschapper. Ze is ook onderdeel van Meet je Stad, een burgerwetenschapsproject waarin onder andere luchtkwaliteit gemeten wordt.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!