Polarisatie

door Stan Iking
28 februari 2025om 17:31u

Polarisatie, participatie, politiek. personeel, en parkeren.

afbeelding polarisatie.jpeg

Afbeelding gemaakt met ChatGTP

In Nederland is de verkiezing van het Woord van het Jaar 2024 vroegtijdig stopgezet. Van Dale heeft daarom zelf het Woord van het Jaar 2024 gekozen: polarisatie. Burgermeester Bolsius vond dit zo belangrijk dat hij zowel bij de laatste vergadering van de gemeenteraad in 2024, als bij de nieuwjaarsreceptie van het gemeentebestuur in 2025 daarover een statement maakte. Daarbij gaf hij ook aan actief te gaan werken aan minder polarisatie in Amersfoort door het starten van burgemeestergesprekken met alle inwoners van Amersfoort die daarvoor open staan. Iedere inwoner van Amersfoort kan, samen met anderen, een afspraak maken met de burgemeester. Maar is dit genoeg? Burgermeester Bolsius is daar zelf duidelijk over. Hij kan het niet alleen en vraagt steun van wethouders en raadsleden. Maar dan nog. Is dit voldoende om een brede maatschappelijke beweging tegen te gaan in Amersfoort? Polarisatie in Amersfoort heeft ook te maken met de andere p-woorden uit de titel: participatie, politiek, personeel, en parkeren. 

Wat is polarisatie?

De laatste tijd is er veel onderzoek gedaan naar polarisatie. In de wetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen verticale en horizontale polarisatie. Deze laatste vorm van polarisatie is een groeiend wij-zij-denken tussen groepen mensen. Verticale polarisatie betreft de groeiende kloof tussen burgers en overheden/ instituties. Bij polarisatie gaat het veel meer over gevoelens en vooroordelen en minder over feiten. (https://www.nji.nl/polarisatie/hoe-gepolariseerd-is-nederland)

Maar is deze polarisatie toegenomen? Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat daar tweejaarlijks onderzoek naar doet, valt dit lastig te beantwoorden. Uit de onderzoeken blijkt dat op sommige onderwerpen de verschillen groter worden en bij andere juist kleiner. Dit geldt vooral voor de horizontale polarisatie. 

De verticale polarisatie (tussen burgers en politiek) is volgens het SCP (1) de laatste jaren toegenomen. Er is een groeiende kloof tussen mensen met meer politiek zelfvertrouwen en mensen met minder politiek zelfvertrouwen. Politiek zelfvertrouwen slaat op het gevoel dat men invloed heeft op landelijke en lokale politiek. De eerste groep heeft meer vertrouwen in het democratische proces, en staat meer open voor verandering en samenwerking met andere landen. De tweede groep heeft geen vertrouwen meer in het democratische proces (zij zijn afgehaakt), en heeft meer behoudende en nationalistische voorkeuren. In het rapport ‘De atlas van afgehaakt Nederland’ (2) is onderzocht welke persoonskenmerken invloed hebben op deze verticale polarisatie.

Het NJI onderscheidt nog een derde vorm van polarisatie: affectieve polarisatie. Deze vorm heeft te maken met het negatief denken over mensen/ groepen die een andere politieke mening hebben. Deze vorm resulteert vaak in het zwart maken van de andere groep. Dit gebeurt tegenwoordig steeds explicieter. 

Oorzaken van verticale polarisatie

In de eerdergenoemde ‘Atlas van afgehaakt Nederland’ zeggen de onderzoekers hierover het volgende:

Hoogopgeleiden, jongeren en mensen met een bovenmodaal inkomen hebben meer vertrouwen in de politiek en stemmen vaker op de gevestigde politieke partijen. Een lage opkomst bij verkiezingen en stemmen op buitenstaanderspartijen hangen samen met achterstanden op het vlak van werk, inkomen en gezondheid. Uit dit onderzoek blijkt dat vooral de ervaren gezondheid een factor is die het vertrouwen in de politiek en de neiging om daarin actief mee te doen door te gaan stemmen, beïnvloedt

Uit een analyse van de Amersfoortse situatie (3) blijkt dat ook hier buurten en wijken in min of meerdere mate zijn afgehaakt. Dit valt nog beter zichtbaar te maken door te kijken naar het aandeel mensen dat niet gestemd heeft. Hoewel het opkomstpercentage alleen zuiver te berekenen valt op gemeentelijk niveau, is er wel een ruwe schatting te maken per wijk. Dit doe ik door het aantal stemgerechtigden per wijk te bepalen aan de hand van leeftijd (iedereen van 18 jaar en ouder is stemgerechtigd). Vervolgens wordt dit aantal vergeleken met het aantal uitgebrachte stemmen op de stembureaus per wijk. Voor een paar wijken levert dit problemen op, omdat daar stembureaus zijn, waar veel kiesgerechtigden komen uit andere wijken. Denk bijvoorbeeld aan station Amersfoort Centraal, stadhuis en ziekenhuis. Maar in de minder centraal gelegen wijken lijkt de uitslag toch redelijk te kloppen. Wat je krijgt is een soort van bovengrens van het aandeel inwoners dat niet gestemd heeft. Om nog meer ruis uit te sluiten worden de wijken opgeteld tot wijkclusters, een indeling die door de gemeente Amersfoort ook wordt gebruikt. De uitkomst komt overeen met de wijken die ook in Afgehaakt Amersfoort al duidelijk werden, namelijk Soesterkwartier/ Eemkwartier/ Isselt, Koppel/Kruiskamp, Schuilenburg/Randenbroek. In deze wijkclusters is de opkomst het laagst, zelfs onder de 50%.

Wantrouwen of vertrouwen

De volgende vraag is dan: Wat betekent dit lage opkomstpercentage? De onderzoeken naar polarisatie en opkomst wijzen vooral naar een strategische keuze van stemgerechtigden bij verkiezingen. Wordt bij landelijke verkiezingen nog veel de weg gekozen van het stemmen op outsiderspartijen (zoals PVV, BBB enz.) bij gemeenteraadsverkiezingen wordt veel meer gekozen voor het niet gaan stemmen. Het opkomstpercentage ligt bij de gemeenteraadsverkiezingen veel lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. 

Dat Amersfoort over het algemeen een hoger opkomstpercentage heeft dan het landelijke gemiddelde wordt vooral veroorzaakt door de samenstelling van de Amersfoortse bevolking. De bubbel van hoogopgeleiden met veel vertrouwen in de politiek is in Amersfoort groter dan gemiddeld in Nederland. Amersfoort bewijst hiermee de theorie van afgehaakt zijn. Ook in Amersfoort zijn dus twee bubbels te onderscheiden, een bubbel van hoogopgeleiden (HBO/Universitair), vaak jong en goed verdienend, en veel politiek vertrouwen. Daarnaast de bubbel van niet-hoogopgeleiden met minder tot geen vertrouwen in de politiek. Juist in de wijkcombinaties met veel niet-hoogopgeleiden en lage inkomens is het opkomstpercentage het laagst. Op basis van deze correlatie is de kans groot dat in deze wijkcombinaties onder de niet-stemmers veel inwoners afgehaakt zullen zijn. Hoeveel valt niet te zeggen, maar beschouw deze afgehaakten als een politieke partij en het wordt duidelijk dat dit weleens de grootste partij van Amersfoort zou kunnen zijn. 

Tel dan deze afgehaakten en de stemmen op outsiderspartijen bij elkaar op en de groep die geen tot weinig vertrouwen heeft in de politiek is groter dan het aantal stemmen op de coalitiepartijen. Hierdoor wordt de legitimiteit van het democratisch proces ernstig aangetast. Want welk mandaat heeft een coalitie dan nog? Er is geen hard bewijs voor deze aanname maar er is wel sprake van een duidelijke correlatie, waar de politiek rekening mee zou moeten houden.

Politiek: Rechtmatigheid of rechtvaardigheid 

Is de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing 2022 te beschouwen als een steekproef onder de Amersfoortse bevolking naar de politieke verhoudingen? Het antwoord daarop is een overduidelijk neen. De groep die stemt is op geen enkele manier representatief te achten. Wat zou kunnen (maar daarvoor is meer onderzoek nodig) is dat de uitslag van de verkiezing representatief is voor de bubbel van hoogopgeleiden. Dus representatief voor die groep inwoners van Amersfoort met veel vertrouwen in de politiek. Geheel logisch, want de bubbel van hoogopgeleiden heeft veel vertrouwen in de politiek en maakt gebruik van dit systeem, de niet hoogopgeleiden doen dit niet, of minder. Wat verder de polarisatie bevordert is dat iedere bubbel steeds meer van elkaar verwijderd leeft en denkt, waardoor de contacten tussen de bubbels steeds minder worden en andere meningen steeds minder gehoord worden. Men deelt dezelfde waarden en normen, ook over het politieke systeem. Eén van de waarden en normen is de nadruk op de rechtmatigheid. Ook in de Amersfoortse raad wordt geroepen dat zij de gekozen volksvertegenwoordigers zijn en daarmee een vrijbrief hebben om zonder last en ruggespraak met de stemgerechtigden van Amersfoort besluiten te nemen. Technisch waar, volgens de kieswet heeft de groep die een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen heeft behaald, ook de meerderheid in de raad en is daarmee beslissingsbevoegd . 

Maar bij de totstandkoming van deze kieswet is nooit nagedacht over een lage opkomst, waardoor een meerderheid in de raad geen meerderheid van de samenleving meer is. Mensen ervaren dit als niet rechtvaardig. Opmerkelijk dat het onderscheid tussen rechtmatigheid en rechtvaardigheid ook binnen de Amersfoortse raad aanwezig is. De gevestigde partijen hangen het rechtmatigheidsprincipe aan, terwijl de outcastpartijen (SP, DENK en lokale partijen) het rechtvaardigheidsprincipe als uitgangspunt hebben. De laatste willen vooral voorkomen dat burgers naar de rechter zouden moeten gaan, wat voor de gevestigde partijen gewoon een onderdeel van het proces is. Creëren van draagvlak onder inwoners van Amersfoort lijkt voor hen veel minder een vanzelfsprekendheid. Kijk en luister de debatten rond het referendum en het instellen van de gelote burgerraad maar eens terug en je ziet/hoort de moeite die de gevestigde partijen hebben met het afstaan van de macht aan anderen. Het gaat allemaal niet van harte en bij alles houdt men een slag om de arm. 

Participatie 

Het rechtmatigheidsdenken bevordert niet een optimale participatie. Hierover heeft de Amersfoortse rekenkamer al genoeg geschreven. Meedenkende burgers worden eerder als lastig dan als verrijkend ervaren. Efficiency van vergaderen wordt belangrijker gevonden dan het uitgebreid in gesprek gaan met de inwoners van de stad. Wie kennis heeft genomen van de presentatie “Samenspel tussen stad en stadhuis” (4) kent onderstaande sheet:

verbindende gesprekken_afb.png

Hoe anders verlopen vaak de gesprekken met de insprekers. Ook de inspraakavonden over bijvoorbeeld parkeren of buurtvernieuwing worden als sturend en zendend ervaren. Het simpele feit dat het college serieus werk gaat maken van een betere vorm van participatie zegt al voldoende over de huidige kwaliteit van participatie.

Het probleem is niet nieuw. Kijk in het digitale archief van de gemeente en de opmerkingen/moties over slecht functionerende participatie komen met regelmaat voorbij. De gemeente Amersfoort blijft moeite hebben met adequate participatie. Als betrokken burger kan ik hierover uit eigen ervaring meepraten.(5) Maar het is te simpel om de schuld hiervan alleen bij wethouders of raadsleden te leggen. Ook de ambtenaren (personeel) bepalen in grote mate het succes van participatie.

Personeel

Veel contacten tussen burgers en gemeente gaan via de ambtenaren. Zij zijn vaak het eerste en soms ook enige loket waar de burger de mogelijkheid tot inspraak kan vinden.

bestuurlijke_vernieuwing2.png

Bovenstaande afbeelding uit de presentatie over bestuurlijke vernieuwing laat zien hoe ambtenaren(organisatie), burgemeester en wethouders (college), raadsleden (politiek domein), en de inwoners (samenleving) met elkaar verbonden zijn. Verandering in het ene kwadrant heeft impact op de andere kwadranten. Nu is de bestuursfilosofie van de gemeente Amersfoort (het regiemodel) al 30 jaar hetzelfde. Maar hoe logisch is dit binnen de context van dit schema? In 2002 is het politiek domein en ook het college veranderd door de invoering van de wet dualisering gemeentebestuur. Wethouders maken geen deel meer uit van de raad. De gemeenteraad heeft nu vooral een kaderstellende en controlerende taak. Blijkbaar was de wijziging binnen deze twee kwadranten geen aanleiding voor verandering in de bestuursfilosofie. Maar de samenleving is in de afgelopen 30 jaar ook veranderd, zonder dat dit de bestuursfilosofie van de gemeente heeft aangetast. Het was misschien niet nodig, maar er ook nooit een openbare evaluatie geweest over het functioneren van het ambtenarenapparaat. De Stadsbron heeft daar in 2022 nog een artikel over gepubliceerd (6) 

Was dit wel gebeurd dan had bijvoorbeeld het datalek misschien voorkomen kunnen worden. Het is rechtmatig om de wethouder van dienst daarop aan te spreken maar het is zeker niet rechtvaardig. Het probleem is veel eerder in de tijd ontstaan door onvoldoende urgentie bij de organisatie voor digitale veiligheid. Het feit dat een overheid de digitale veiligheid van zijn burgers niet kan waarborgen doet wat met de relatie tot zijn burgers. Het doet geen goed aan het toch al schaarse vertrouwen van de inwoner. 

Parkeren

 In het dossier ‘parkeren’ lijkt alles samen te komen; een groeiende polarisatie, slechte participatie en een politiek die de uitkomst van het referendum vooral op ‘rechtmatige‘ gronden terzijde schuift. Uitkomst is een tijdbom die als een zwaard van Damocles boven het college en de raad hangt. Wat gaat dit doen bij de komende verkiezingen? De weerstand tegen het betaald parkeren lijkt nog niet te zijn geluwd. Het lijkt dat deze weerstand nog groter is dan enige jaren geleden met de besluitvorming rond de Westelijke Ontsluiting. Het begin van de gefaseerde invoering van het parkeerbeleid is koren op de molen van de oppositiepartijen, maar ook van nieuwe politieke partijen die zich aan het warmlopen zijn voor de komende verkiezingen in Amersfoort. 

Lichtpuntjes

Er zijn lichtpuntjes. De burgemeester is aan de gang met zijn burgemeester-gesprekken. De wethouder van buurtvernieuwing geeft aan te streven naar betere participatie, onder meer door verbeterde communicatie vanuit zijn ambtenaren. En de wethouder van bestuurlijke vernieuwing heeft zelfs een project opgetuigd (inclusief een ambtenaar) om serieus aan de slag te gaan met het herstellen van geschaad vertrouwen en het tegengaan van toenemende polarisatie onder het motto: 

De stad werkelijk centraal zetten door vanuit de gemeente (college, raad en organisatie) actief het mede-eigenaarschap van de Stad (inwoners, organisaties, ondernemers) te faciliteren en het onderlinge samenspel te stimuleren ten behoeve van de ontwikkeling van Amersfoort

Het college neemt de geschetste problematiek serieus en gaat aan de slag, maar…

Maar…

Om polarisatie tegen te gaan, participatie met de inwoners te verbeteren, is binnen het politieke domein meer nodig dat een project bestuurlijke vernieuwing of andere spelregels rond participatie. Het gaat vooral om een gedragsverandering van de deelnemers in het politieke domein; college, raad, maar ook de ambtenaren. Inwoners zijn geen lastige tegenstanders maar medestanders in het oplossen van problemen. Maar wie naar sommige raadsleden luistert, hoort nog te veel de bestaande muziek. 

Er zijn raadsleden die zich blijven verschuilen achter de rechtmatige uitgangspunten en gaan voorbij aan de slinkende representativiteit. Een college heeft geen meerderheid in de samenleving (wel in de raad), maar acteert wel op deze manier door met enige regelmaat uit te spreken dat zij de gekozen volksvertegenwoordigers zijn. Alleen zijn zij dit niet meer voor het gehele volk.

Een ander steeds terugkerend argument bij raadsleden is het ‘algemeen belang’. Vaak worden beslissingen gerechtvaardigd door te wijzen op het ‘algemeen belang’ en dat het alleen de raadsleden zijn die dit belang op juiste waarde kunnen wegen. Enerzijds komt dit door het eerdergenoemde gevoel van rechtmatigheid (wij hebben het wettelijke mandaat), maar anderzijds spreekt hier ook een soort van superioriteit/macht denken uit. 

Maar wellicht nog belangrijker is de vraag of ‘algemeen belang’ wel bestaat? Feitelijk bestaat het niet. Er is geen vraagstuk in Nederland (maar ook daarbuiten) te bedenken waar iedereen het belang van inziet. Zelfs in tijden van grote crisis zie je groepen (vaak klein) die er andere opvattingen op na houden. ‘Algemeen belang’ is feitelijk niet meer dan een groepsbelang, meestal van een meerderheid. Niet voor niets wordt het ‘algemeen belang’ vaak in zeer algemene termen omschreven. Voorbeeld: er moeten woningen komen in Nederland. Zodra dit geconcretiseerd wordt, komen er allemaal verschillende deelbelangen, waarbij de politieke deelnemers ook eigen belangen hebben, vaak afhankelijk van het eigen politieke profiel. Het beroep doen op het ‘algemeen belang’ is een hogere status geven aan een eigen deelbelang maar ook een subtiele vorm van affectieve polarisatie. Het wekt de suggestie dat andere partijen dit niet zouden doen. 

Hoe verder?

Het tegengaan van polarisatie heeft dus met veel verschillende zaken te maken. De oplossingsrichtingen van het zittende college kent waardevolle componenten, maar is zeker niet voldoende. De belangrijkste sleutel ligt bij de mensen in het politieke domein; de wethouders en de raadsleden. Hun opvattingen zijn niet meer de opvattingen van de meerderheid van de inwoners van Amersfoort, zoals dit vroeger wellicht ooit was. 

Lees de slotconclusie van het rapport 'Van persoonlijke krenking tot vertrouwensbreuk' (7):

Op het beleidsterrein van herstel van vertrouwen past dus bescheidenheid en realisme. De grootste kans van slagen, zo denken we, ligt in het samen optrekken van twee richtingen die zich laten samenvatten in nabijheid en inspraak. Het gaat om gezien én gehoord worden. Of, vanuit de overheidskant bezien, er zijn en er voor de burger zijn. Dit vraagt om een voorwaartse beweging van de overheid. Maar wel een met onderkenning van de risico’s die hieraan kleven. Het verleden wijst uit dat goedbedoelde inspraakmogelijkheden gekaapt kunnen worden door wat de ‘participatie-elite’ is genoemd, hetgeen politieke ongelijkheid in de hand werkt. De ergernis van onze respondenten ten aanzien van ervaren schijninspraak - waarbij de burger het gevoel heeft dat hij voor de bühne komt opdraven - laat zien dat er, in de woorden van een van de respondenten, een ‘realistische beïnvloedingssfeer’ gecreëerd moet worden. Hierin verpakt zit niet alleen de wens voor meer daadwerkelijke inspraak, maar ook de wens om beter geïnformeerd te worden over de afwegingen rondom besluitvorming

Er zal dus nog heel veel water door de Eem moeten stromen voordat polarisatie verminderd kan worden en het vertrouwen in de politiek is toegenomen. 

De gelote burgerraad bijvoorbeeld wordt door de gemeente opgevoerd om de burgerparticipatie te bevorderen en daarmee de polarisatie te verminderen. Het succes van deze actie ligt vooral in de behandeling van het advies in de gemeenteraad. Volgt er een bruuske afwijzing (zoals bij het referendum) dan zal dit de polarisatie alleen maar vergroten. Het belooft dus nog een spannend 2025 te worden.

bijsluiter

Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij actief de Amersfoortse politiek.

bronnen

(1) https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2022/12/29/ergernis-over-harde-toon-en-extreme-uitingen-in-politieke-en-publieke-debat

(2) https://www.kennisopenbaarbestuur.nl/documenten/rapporten/2021/12/17/atlas-van-afgehaakt-nederland

(3) https://www.destadsbron.nl/nl/afgehaakt_amersfoort

(4) https://amersfoort.notubiz.nl/document/15145486/1?connection_type=1&connection_id=9045844

(5) https://destadsbron.nl/nl/participatie_in_de_praktijk

(6) https://destadsbron.nl/nl/Regisseren_kun_je_leren_25_jaar_regiegemeente

(7) https://www.verwey-jonker.nl/wp-content/uploads/2021/01/119260_persoonlijke-krenking-tot-vertrouwensbreuk-SV-NL-WEB.pdf

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!