Spel van de democratie; stemmingen in de raad
De huidige gemeenteraad is weer halverwege haar bestuursperiode. In maart 2022 waren de verkiezingen en in april 2022 vond de eerste besluitvormende vergadering van de raad in nieuwe samenstelling plaats. Tijd om de balans op te maken. Hoe doen onze vertegenwoordigers het in de raad? Geven ze tegengas of zijn ze juist te meegaand? Wie proberen er veranderingen in het beleid aan te brengen en wie werpen zich op als notoire tegenstemmers? Aan de hand van de ingediende en behanelde moties en amendementen wordt inzicht gegeven in het gedrag van de dertien partijen in de Amersfoortse raad. In de vorige raadsperiode heeft eenzelfde onderzoek plaats gevonden. Bij het onderzoek over de periode 2022-2024 is ook het stemgedrag bij raadsbesluiten geanalyseerd.
De totalen
Allereerst de totalen, wat is er in deze periode van 2 jaar gebeurd?
In deze periode zijn dus bijna 500 besluiten genomen over amendementen, moties en raadsvoorstellen.
Een AMENDEMENT is een voorstel tot wijziging van de tekst van een raadsvoorstel zoals het door het college aan de raad wordt voorgelegd of van een initiatiefvoorstel. Indien een dergelijk wijzigingsvoorstel door de raad wordt overgenomen heeft het daarmee kracht van besluit en is het collegevoorstel aangepast, zoals verwoord in het amendement. Dit kan heel klein zijn (verduidelijking), maar ook fundamenteel zijn (het voorgestelde besluit wordt inhoudelijk veranderd). In het eerste geval is makkelijker een meerderheid in de raad te vinden dan in het tweede geval.
Een MOTIE is een verzoek aan het college en wordt primair ingezet bij het besluitvormingsproces. Een motie kan er toe dienen het college te bewegen tot iets, waarvan de raad verwacht dat het college dat niet uit eigener beweging doet (uitspreken van oordeel of wens) of een uitspraak te krijgen over de handelswijze van (een lid van) het college van B en W. Het gaat bij een motie niet om een wijziging van een voorgesteld raadsbesluit, maar om een uitspraak over het onderwerp dat wordt besproken. Ook binnen moties zijn verschillen in zwaarte te onderscheiden. Een motie die oproept tot een onderzoek heeft minder politieke impact dan een motie die vraagt om een concrete actie in de uitvoering.
Een aangenomen amendement kan door het college niet naast zich neer worden gelegd, bij een motie kan dit wel.
Het RAADSVOORSTEL tenslotte is het voorgenomen besluit van het college om iets te gaan doen. Pas na bekrachtiging in en door de raad kan het college ermee aan de slag.
Het aantal amendementen en moties is verschillend ten opzichte van de periode 2018-2020 (de eerste twee jaar van de vorige raadsperiode). Toen waren er 74 amendementen en 221 moties behandeld. Het verschil is lastig te verklaren vanuit de personele bezetting van college en raad. Meestal zijn het de politieke onderwerpen die behandeld worden, die invloed hebben op het aantal amendementen en moties. In de vorige raadscollege waren de onderwerpen: autoluwe binnenstad, Westtangent, en stadhuis goed voor 25% van alle afgehandelde amendementen en moties. In de afgelopen periode is de spreiding in politieke onderwerpen groter, hoewel hier het onderwerp parkeerbeleid de meeste amendementen en moties heeft veroorzaakt. Daarnaast zijn het vooral onderwerpen met betrekking tot Ruimtelijke Ontwikkeling die tot amendementen en moties hebben geleid.
Het resultaat
Het doel van een amendement of motie is om een verandering in het voorstel van het college aan te brengen en/of het college iets op te dragen te gaan doen. In hoeverre heeft dit resultaat?
Uit de tabel blijkt dat het indienen van een amendement of motie de afgelopen twee jaar behoorlijk succesvol is geweest. 60% van alle behandelde amendementen is aangenomen, en van de moties is dit zelfs 71%. Dat 100% van alle raadsvoorstellen is aangenomen is niet verrassend. Enerzijds komt dit door de behandeling ervan (alle politiek belangrijke raadsbesluiten worden in commissies van de raad voorbereid en besproken), anderzijds ook omdat er afstemming heeft plaats gevonden tussen het college en de partijen die het college vormen; in Amersfoort CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, en Partij voor de Dieren.
Maar de kans op succes (uitgedrukt in het aantal aangenomen amendementen en moties) is sterk afhankelijk van de rol van de politieke partij in de raad.
De kans op succes is het grootst bij de partijen die het college vormen. Daar ligt het succes op 90% of meer. Bij de oppositie is dit anders. Daar ligt de kans op succes op nog geen 50%. De Partij van de Arbeid (PvdA) scoort beter, maar dit is dan ook een soort van gedoogpartij die ook voor het collegeakkoord heeft gestemd. Dit verschil is ook in de vorige raadsperiode te zien. De collegepartijen uit die periode wisten ook meer dan 90% van hun ingediende amendementen en moties te verzilveren.
Dictatuur van de meerderheid?
In een gepolariseerde raad waar tegenstellingen zijn verhard vallen stemmingen vaak uiteen in collegepartijen en oppositiepartijen. Geldt dit ook voor de Amersfoortse raad?
Van alle besluiten die in de Amersfoortse raad zijn genomen is 38% unaniem geweest, dat wil zeggen dat alle aanwezige raadsleden ingestemd hebben met de voorliggende amendementen, moties en raadsbesluiten. De scores zijn per onderdeel wel verschillend; bij de amendementen stemden in 11% van alle behandelde amendementen alle aanwezige raadsleden voor, bij de moties was dit 21%, maar bij de raadsbesluiten 63%. Er heerst dus een grote mate van consensus in de Amersfoortse raad over de genomen raadsbesluiten. Het gegeven dat ingediende amendementen en moties niet aangenomen worden, leidt niet altijd tot het tegenstemmen bij een raadsbesluit.
Aan de andere kant van het besluitvormingsspectrum staan de besluiten die alleen zijn ondersteund of verworpen door de collegepartijen; de dictatuur van de meerderheid. Ook deze komen voor, echter niet zoveel als het aantal unaniem genomen beslissingen. In totaal hebben de collegepartijen 3 keer een besluit erdoor gedrukt (parkeervisie Deel I) en 7 keer een besluit tegengehouden (o.a. motie van wantrouwen). Er is dus duidelijk geen sprake van een dictatuur van de meerderheid. Maar er zijn wel partijen die meer dan gemiddeld tegenstemmen (de tegenpartijen).
Amersfoort voor Vrijheid kan op basis van deze mid-term review genoemd worden als de grootste tegenpartij van Amersfoort. In 32% van alle stemmingen waaraan zij deelnam, stemde deze partij tegen, en soms dan ook nog als enige (34 x). Deze uitslag, gevoegd bij het lage succes van de eigen amendementen en moties, geeft aan dat er nog een grote kloof bestaat tussen het gedachtegoed van deze partij en de andere partijen in de raad.
Tenslotte nog een relativerende opmerking. De uitslagen van de kleine (eenpersoons)fracties worden vertekend door de “Niet Aanwezigheid”. Soms waren de raadsleden van deze partijen door ziekte etc. niet in de raadzaal aanwezig en konden dan ook niet hun stem uitbrengen. Maar deze cijfermatige analyse komt wel overeen met mijn persoonlijke waarnemingen als toeschouwer van de raad.