2 reacties

leefbaarheid onder de loep

door Stan Iking
19 oktober 2024om 11:31u

Leefbaarheid onder de loep 

Bij de behandeling van de bouwplannen van De Nieuwe Stad vond een pittig debat plaats tussen Kruyt van de SP en de rest van de raad. Kruyt opperde dat de raad meer aandacht heeft voor het aantal woningen dan voor de kwaliteit van wonen in De Nieuwe Stad en de aanpalende wijk het Soesterkwartier. Helaas werd dit vooral een politiek debat en minder een debat over de kwaliteit van de woningbouwplannen als het om leefbaarheid gaat. De net aangetreden nieuwe wethouder beaamde in een interview met Peter de Langen dat het debat over leefbaarheid zeker nog gevoerd moet worden. Wie de behandeling van de plannen Langs Eem en Spoor volgt kan alleen maar constateren dat leefbaarheid geen echt discussiethema is geweest. Als het aan de orde kwam was het de bijvangst in een discussie maar nooit het hoofdgerecht. Maar waarom? Gebrek aan interesse en/of gebrek aan kennis? 

Dat laatste zou niet mogelijk kunnen zijn omdat al sinds 1997 door de afdeling Onderzoek en Statistiek een monitor Leefbaarheid en Veiligheid wordt uitgebracht. Recentelijk nog is de tweejaarlijkse monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2023 aan de raad aangeboden via een collegebericht. Tot een volwaardige behandeling in de Commissie is het niet gekomen, maar wellicht komt dit nog, want de inhoud is – zoals zoveel rapporten van deze afdeling – zeer de moeite waard en geeft handvatten voor een meer inhoudelijke discussie over leefbaarheid.

leefbaarometer.png

Maar de discussie over dit onderwerp zou helemaal beter kunnen worden als de raadsleden ook kennis hadden genomen van het rapport ‘Leefbaarheid onder de loep; analyse en verdieping Leefbaarometer meting 2022’ (inderdaad met twee a’s). Dit rapport van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is in 24 mei 2024 uitgekomen en gaat veel dieper op het onderwerp in, o.a. op de effecten van leefbaarheid door inbreiding. De vrees is echter dat raadsleden niet van dit laatste rapport op de hoogte zijn omdat het geen gebruik van de ambtenaren is om raadsleden te faciliteren in het lezen van dit soort landelijke rapporten. Tijd voor de Stadsbron om -aan de hand van deze twee rapporten- het fenomeen leefbaarheid te onderzoeken.

Leefbaarheid: een definitie

Leefbaarheid geeft aan hoe goed onze omgeving aansluit bij onze wensen. Die zijn voor iedereen verschillend. Sommige mensen houden van stilte, terwijl anderen juist genieten van de bruisende stad. De een wil graag een park of bos dichtbij, anderen hebben liever een supermarkt op een steenworp afstand. Voor de leefbaarheid in een buurt spelen verschillende onderdelen een rol. De fysieke omgeving, dat is de omgeving die je voelt, ziet en ruikt. Hoe schoon is jouw buurt? Is er veel verkeersoverlast? Is er genoeg groen? Ook is de sociale omgeving belangrijk. Wie wonen er in jouw buurt en hoe voel je je daarbij? Kun je een praatje maken met iemand als je daar behoefte aan hebt? Verder doet veiligheid ertoe. Hoe veilig voel je je in jouw buurt? Kunnen jouw kinderen veilig op straat spelen? Er bestaat dus geen objectieve, meetbare definitie van leefbaarheid.

Leefbaarometer

De Leefbaarometer is onderverdeeld in vijf ‘dimensies’ waarbinnen thematisch met elkaar samenhangende indicatoren zijn gegroepeerd: 1. Fysieke omgeving; 2. Woningvoorraad; 3. Voorzieningen; 4. Sociale samenhang; 5. Overlast en onveiligheid. De dimensies van de Leefbaarometer zijn geen integrale weergave van alles wat belangrijk zou kunnen zijn in zo’n dimensie. Ze bevatten de omgevingskenmerken waarvoor gegevens beschikbaar zijn en die een elkaar aanvullende bijdrage leveren aan de verklaring van de verschillen in oordelen van bewoners over hun buurt. Ook hoeveel mensen ervoor over hebben om ergens te wonen. Dus het gaat niet om zoveel mogelijk variabelen te verzamelen maar om die variabelen te verzamelen die weer iets anders zeggen over de dimensie. 

De Fysieke omgeving bevat bijvoorbeeld data over nabijheid wegen, spoor, de aanwezigheid van winkels, kantoren en industrie, maar ook zaken als hittestress, geluidsdruk, fijnstof, en ook aanwezigheid van windturbines. De dimensie woningvoorraad gaat over bouwhoogtes, type bewoning, monumenten, onderhoud, leegstand, dichtheid. Bij Voorzieningen moet gedacht worden aan de aanwezigheid van stations, onderwijs, winkels, cultuur, huisartsen, bibliotheek. Sociale samenhang refereert aan diversiteit in levensfases, sociale cohesie, en inwonersdichtheid. Overlast en onveiligheid tenslotte heeft data over misdrijven, vernielingen, ordeverstoringen. Tenslotte wordt deze monitor ook nog verrijkt met data van Funda. Gelijksoortige woningen kennen verschillende prijzen. Dit prijsverschil kan o.a. aangeduid worden als aantrekkelijkheid van de buurt. Een appartement in de binnenstad is meer in trek en daarmee ook duurder dan hetzelfde type appartement in een buitenwijk. 

De Leefbaarometer is een combinatie van objectieve data zoals we deze kennen o.a. van het CBS, en subjectieve meningen opgehaald via enquêtes. De hoeveelheid informatie maakt het mogelijk om een beeld van de leefbaarheid te maken op stads-, wijk-, maar ook buurtniveau en zelfs tot nog lager niveau (straat). 

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2023 

De monitor Leefbaarheid en Veiligheid maakt sinds 1997 elke twee jaar deel uit van de Stadspeiling in Amersfoort. In de monitor worden trends op het gebied van veiligheid, verkeer, stedelijk beheer en de leefbaarheid van wijken gevolgd. Het levert informatie op voor het veiligheidsbeleid (het Integraal Veiligheid Plan), voor de gebiedsplannen (wijkscans) en voor andere beleidsnota’s. Ook levert de monitor een aantal kengetallen op ten behoeve van de gemeentebegroting. Team Veiligheid van de afdeling BSV, de afdeling Leefomgeving en de afdeling Stad & Ontwikkeling hebben O&S gevraagd dit onderzoek weer uit te voeren, aldus de afdeling Onderzoek en Statistiek in deze monitor. Concreet betekent het dat er 12 duizend Amersfoorters tussen de 16 en 85 jaar zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een digitale enquête. Uiteindelijk hebben bijna 4.700 mensen deze enquête ingevuld (respons ca. 39%). 

Ook dit onderzoek definieert leefbaarheid als een subjectief begrip, een gevoel dat een inwoner heeft over zijn omgeving. Dit gevoel is opgebouwd uit verschillende elementen. Met een vragenlijst worden de inwoners over deze verschillende elementen bevraagd. Achtereenvolgens worden er vragen gesteld over de gehechtheid aan de buurt, sociale samenhang, overlast, buurtproblemen, voorzieningen, verkeer, beheer en onderhoud van de wijk, veiligheid en overlast. Al deze elementen zorgen voor een totaalscore over de leefbaarheid van de stad, de eigen wijk en de eigen woning. 

Verschillen en overeenkomsten 

De overeenkomst tussen beide onderzoeken over leefbaarheid is vooral het subjectieve karakter. Ieder individu ervaart een mix van omstandigheden, maar waardeert deze anders. Hoe deze waardering tot stand komt, kan geen van beide onderzoeken beantwoorden. Beide presenteren zich als een monitor, een soort beeld van de huidige beleving van de leefbaarheid. De Leefbaarometer gaat er zelfs nog expliciet op in. Politici hebben vaak een neiging om overal een causaliteit te zien (een oorzakelijk verband), terwijl het onderzoek alleen een samenhang laat zien (een correlatie). Twee dingen komen vaak samen voor, maar waarom weten we niet zeker. Een bekende vorm van correlatie is de uitspraak dat roken de kans op kanker vergroot. We weten dat er een verband is maar niet iedereen die rookt krijgt kanker, en niet iedereen die kanker krijgt heeft gerookt. Er is dus meer. Zie bijvoorbeeld de onderstaande grafiek.

correlatie adressen.png

De wijken Kruiskamp, Koppel, Randenbroek, Liendert en Schuilenburg koppelen een hogere adressendichtheid (aantal woningen per km2) met een lagere score op leefbaarheid, terwijl aan de andere kant wijken als Berg-Noord, Hooglanderveen, Hoogland, Berg-Zuid en Vathorst-de Laak een lage adressendichtheid combineren met een hoge leefbaarheidsscore. Maar de stadskern met de hoogste adressendichtheid scoort op leefbaarheid juist weer gemiddeld. Er zijn dus meer variabelen die de mate van leefbaarheid bepalen.

De grafiek laat zien dat de score leefbaarheid enigszins samenhangt (statistici spreken hier over een middelmatige correlatie) met de adressendichtheid, maar hoe dit precies zit weten we niet. Je kunt dus zeggen dat de kans op een lagere score leefbaarheid samenhangt met een grotere adressendichtheid. Hoe meer van dit soort variabelen samenvallen hoe groter de kans wordt dat er een slechte leefbaarheid wordt ervaren. Dus als de beperkte grootte van de woonruimte, geluidsoverlast, ontbreken van voorzieningen etc. gezamenlijk optreden dan neemt de kans op een slechte leefbaarheid alleen maar toe. Het is dus zaak alles in samenhang te zien en te wegen en niet elke variabele afzonderlijk.

Wie de laatste monitor Leefbaarheid en Veiligheid leest komt met enige regelmaat het onderstaande kaartje tegen, waarbij op verschillende onderdelen de scores over leefbaarheid en veiligheid van de wijken vaak dezelfde kleur hebben.

wijken amersfoort.png

Er zijn wijken die op alle onderdelen meer dan gemiddeld scoren (de blauwe wijken) en wijken die dat juist niet doen (de oranje gekleurde wijken). Maar de cumulatie van deze factoren zorgt ervoor dat de mate van leefbaarheid in Amersfoort varieert van 8,1 (Berg-Noord) tot 6,1 (Liendert)

Waarin beide onderzoeken ook gelijk zijn is de onderlinge verhouding tussen de verschillende wijken. De laagst scorende wijken in de Leefbaarometer komen overeen met de laagst scorende wijken in de monitor Leefbaarheid. Dit geldt ook voor de hoogst scorende wijken. Verder meten beide onderzoeken om de twee jaar. 

De verschillen tussen de twee onderzoeken zit vooral in de methodiek, de mate van detaillering, en de kosten. In de Leefbaarometer worden veel objectieve gegevens gebruikt, samen met enkele vragen uit de enquête, terwijl in de monitor Leefbaarheid uitsluitend subjectieve uitkomsten van ondervraagden wordt gebruikt. Dit laatste kan ondervangen worden door de uitkomsten van deze monitor te koppelen aan objectieve data uit de wijk- en buurtcijfers van het CBS (zoals het bovenstaande voorbeeld). Helaas is het met deze monitor niet mogelijk een detaillering tot op buurtniveau te maken, terwijl dat vaak een beter inzicht geeft, zeker in meer gedifferentieerde wijken zoals Liendert. Want daar varieert de leefbaarheid (volgens de Leefbaarometer) van een zeven in de Watervogelbuurt tot een vijf in De Horsten. 

Maar wellicht het grootste verschil tussen beide onderzoeken zijn de kosten. De Leefbaarometer wordt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken gefinancierd en kost de gemeente Amersfoort niets extra’s, terwijl de monitor Leefbaarheid elke twee jaar op de begroting drukt van de afdeling Onderzoek en Statistiek. Kostenbesparing is dus mogelijk door de frequentie van onderzoek te verlagen naar bijvoorbeeld vijf jaar.

Conclusie

In de bespreking van de bouwplannen voor De Nieuwe Stad lieten de raadsleden niet blijken kennis te hebben genomen van de complexiteit van leefbaarheid. Raadslid Kruyt (SP) sprak over kleine woonoppervlakken, Engbers (CDA) over geluidsoverlast, Huurman (VVD) over voorzieningen en Koning (CU) over het iconische karakter van de nieuwbouw. Het College paart leefbaarheid vaak aan groen en spelende kinderen op straat. Allemaal onderdelen van het veelkoppige monster dat leefbaarheid heet, maar een overall discussie heeft nog niet plaats gevonden in de raad. De samenhang (zeker in de discussie in de raad) ontbreekt, terwijl bij de plannen voor nieuwbouw op vele onderdelen het maximale (en soms zelfs het meer dan maximale) wordt opgezocht. 

Ook een bij de behandeling van de meerjarenbegroting gemaakte opmerking over het parkeerbeleid kan niet los gezien worden van de mate van leefbaarheid. Uit de Amersfoortse monitor blijkt dat parkeeroverlast/gebrek aan parkeerruimte op nummer twee staat van de ervaren buurtproblemen. En buurtproblemen hebben invloed op de ervaren leefbaarheid. 

Wat de discussie er niet gemakkelijker op maakt, is dat niet-leefbare wijken zelden gebouwd worden, maar meer veroorzaakt worden door latere (politieke) beslissingen die het fragiele evenwicht tussen de verschillende variabelen die leefbaarheid bepalen, verstoren. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van de Bijlmermeer. Ooit ontwikkeld als een groene, ruim opgezette wijk met grote appartementen voor de middenklasse van Amsterdam, werd het door politieke keuzes tot een probleemwijk, die vijftig jaar later grondig herontwikkeld moest worden. Bijvoorbeeld het vele groen, ooit neergezet voor optimale leefbaarheid, werd later een bron van onveilig gevoel en een slecht ervaren leefbaarheid. 

Een tweede punt wat de discussie minder gemakkelijk maakt, is het feit dat leefbaarheid ook bepaald wordt door de levensfase waarin iemand verkeert. Een jongere zal meer waarde hechten aan de aanwezigheid van een bruisend cultureel leven, dan een gezin met kinderen die veel meer waarde hechten aan veiligheid, scholen en een grondgebonden woning. Amersfoort kent relatief nog een jonge bevolking. 

Het bouwen aan een leefbaar Amersfoort vraagt van de politiek aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving, nu en in de toekomst. En soms conflicteert dit met andere politieke opvattingen. Het is dan zaak om niet vanuit de onderbuik en eigen politieke wenselijkheden te redeneren, maar daar ook de harde data te benutten die meer (wetenschappelijk) inzicht kunnen geven in mogelijke gevolgen. Dit vraagt om een meer brede benadering dan tot op heden in de Amersfoortse raad is gedaan.

Bij bestaande buurten en wijken kunnen de inwoners ervan invloed uitoefenen op de verbetering van de leefbaarheid van de wijk zoals nu in Liendert aan de orde is Alleen nieuwbouwprojecten hebben nog geen inwoners en dus zal de Amersfoortse politiek als hoeder van leefbaarheid nu en in de toekomst op moeten treden.

bijsluiter

Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij actief de Amersfoortse politiek.

bronnen

Brief tweede kamer https://leefbaarometer.nl/resources/Kamerbrief%20-%20Leefbaarheid%20onder%20de%20loep%202022.pdf

rapport: https://leefbaarometer.nl/resources/Analyserapport-Leefbaarheid-onder-de-loep-2022.pdf

definities/items https://www.leefbaarometer.nl/resources/LBM3Instrumentontwikkeling.pdf

interactieve kaart: https://www.atlasleefomgeving.nl/kaarten?config=3ef897de-127f-471a-959b-93b7597de188&activateOnStart=layermanager&gm-x=148333.76000000007&gm-y=487287.3073456319&gm-z=3&gm-b=1544180834512,true,1;1544726567224,true,0.8

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!