Ik had niet kunnen denken dat ik ooit nog mijn treurnis en verontwaardiging zou uitspreken over het verdwijnen van De Stad Amersfoort, het enige huis-aan-huisblad dat nog in deze stad verschijnt.
Toen in de jaren zeventig van de vorige eeuw het Barneveldse hoofdkwartier van de BDU besloot een huis-aan-huiskrant in Amersfoort te lanceren, lachten wij van de Amersfoortse Courant daar schamper over. ‘Laat ze maar komen, die Barneveldse boeren. Laat ze maar proberen hier een poot aan de grond te krijgen’.
Typisch het gedrag van een monopolist, lui en vadsig, omdat de commerciële markt geheel in zijn handen is. Onnes, de uitgever van de krant die toen nog massaal gelezen werd, had hier ook nog de huis-aan-huisbladen Present en Koerier, later gecombineerd in Amersfoort Nu, en dekte daarmee de hele lokale advertentiemarkt af.
In 1974 (of daaromtrent) opende Onnes een nieuwe pers aan de Snouckaertlaan. De uitgeverij/monopolist floreerde. Op de foto rollen de eerste kranten van de nieuwe pers.
Ik was in die jaren, om precies te zijn van 1978 tot 1986, chef van de Amersfoortse stads- en regioredactie van de AC en wij keken met grote minachting neer op onze collega’s van De Stad Amersfoort. Wij werkten ons uit de naad om dagelijks het nieuws boven water te krijgen, en die hah-journalisten brouwden daar iedere week een leuk maaltje van. Lekker makkelijk.
Maar De Stad Amersfoort kreeg wel degelijk voet aan de grond, want ze maakten een behoorlijk goed nieuws- en opinieblad, dat op gegeven moment zelfs twee keer per week ging verschijnen. Met goede historische en culturele artikelen en met sportverhalen en met eigen politieke verslaggevers.
En met steeds meer advertenties. Voor de ondernemers was het prettig dat er een alternatief was voor de almachtige combi van AC en Present en Koerier. En ook de lokale politici waren blij dat ze voor het overbrengen van hun boodschap niet meer alleen afhankelijk waren van de azijnpissers van de AC, maar dat er ook een wat meegaander medium bij was gekomen. De gemeentelijke advertenties – een belangrijke inkomstenbron voor de lokale uitgevers – werden al snel in De Stad Amersfoort geplaatst.
En nu trekt de BDU de stekker uit De Stad Amersfoort, een half jaar nadat Amersfoort Nu al uit de markt is genomen. Deze stad heeft dadelijk alleen nog maar mijn oude krant, inmiddels onderdeel van het AD en eigendom van Belgische persbaronnen. En ook al worden de lokale pagina’s voor een groot deel gevuld door journalisten die hier helemaal niet wonen – en dat merk je in deze tijden van corona echt heel goed! - we mogen onze handen dichtknijpen dat die krant nog bestaat.
In een column in januari schreef ik dat 2020 voor de regionale journalistiek het jaar van de waarheid zou worden. Ik wist niet dat ik zo snel gelijk zou krijgen.
Met het verdwijnen van De Stad Amersfoort is schraalhans hier meester. En de gemeente staat erbij en kijkt ernaar. Van het initiatief om de gemeentelijke media te laten samenwerken wordt niets meer vernomen. Onze cultuurwethouder Fatma Koser Kaya – ook niet woonachtig in Amersfoort - broedt en broedt en broedt, en onder haar ogen verbrokkelt het medialandschap tot een onvruchtbare rotsbodem.
Ik had het veertig jaar geleden niet uit mijn pen kunnen krijgen, maar nu zeg ik, namens de hele Stadsbron: het is doodzonde dat De Stad Amersfoort verdwijnt, en we wensen alle collega’s veel sterkte.
En o ja, voordat ik het vergeet: wij van de Stadsbron wilden aan de Amersfoortse journalistiek een nieuwe, eigentijdse vorm van journalistiek toevoegen, de zogeheten burgerjournalistiek, maar de gemeente heeft ons subsidieverzoek daarvoor afgewezen. Ook aan een raadsanalist die, naast de ene raadsverslaggever van AD Amersfoortse Courant, voor de Stadsbron de lokale politiek zou volgen, wenst de gemeente niet mee te betalen.
En o ja, voordat ik ook dat vergeet: in de commissie die over deze journalistieke subsidies advies moet uitbrengen aan de wethouder, zit een van de lokale columnisten van AD Amersfoortse Courant.