Wie doet wat in het gemeentebestuur?
Over een klein jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Dan stemmen de Amersfoortse kiesgerechtigden 39 gemeenteraadsleden bij elkaar. Na het tellen en wat onderhandelen komt er een nieuwe raad en ook nieuwe wethouders. Maar waar komen die wethouders vandaan? En de gekozen raadsleden, wat doen die eigenlijk? Kortom, hoe zit ons gemeentebestuur in elkaar?
Het gemeentebestuur is de verzamelnaam voor de mensen die de stad besturen.
Vaak bestaat een bestuur uit een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur.
Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het vaststellen van het beleid en het controleren van het dagelijks bestuur, terwijl het dagelijks bestuur ervoor zorgt dat het beleid uitgevoerd wordt.
In het geval van een gemeentebestuur is het algemeen bestuur belegd bij de gemeenteraad, het dagelijks bestuur bij het college van burgermeester en wethouders.
Bij het draaiende houden van een gemeente zijn verschillende organen betrokken.
• de raad: stelt kaders, controleert de uitvoering en vertegenwoordigt de inwoners
• het college: stuurt de ambtenaren aan die het beleid uit moeten voeren binnen de kaders die gesteld zijn door de raad.
• de ambtenaren: werken in opdracht van het college
• de griffie: een klein aantal werknemers dat werkt voor de raad
Het totstandkomen van het gemeentebestuur
Gemeenteraden tellen tussen de 9 en de 45 leden, afhankelijk van de grootte van een gemeente. Het is altijd een oneven nummer om stakende stemmen zo veel mogelijk te voorkomen. Als evenveel mensen voor stemmen als tegen is het nemen van een besluit lastig, want het wordt genomen met een meerderheid van stemmen. Amersfoort heeft 39 raadsleden.
Voor 2002 waren de wethouders ook onderdeel van de gemeenteraad, maar sinds de wet dualisering gemeentraad is dat niet meer zo. Lees meer over dualisme in dit artikel.
Elke partij heeft meer kandidaat raadsleden op de lijst dan er gekozen zullen worden. Dat is niet alleen optimisme of voor-’t-geval-dat, maar ook omdat de partij van tevoren niet precies kan inschatten wie hoeveel stemmen binnenhaalt. Voor elke zetel in de gemeenteraad is ongeveer 2,5% van de stemmen nodig, 100% gedeeld door 39 zetels. Omdat een groot aantal mensen vaak stemt op de lijsttrekker, is die de eerste die een zetel krijgt. Het kan ook voorkomen dat degene op nummer 25 heel populair is, meer dan 2.5% van de stemmen haalt en dat die met voorkeursstemmen in de gemeenteraad komt.
Daarnaast kan elke fractie ook twee buitengewoon raadsleden aanstellen. Die helpen de andere raadsleden, maar moeten daarvoor wel op de kieslijst hebben gestaan.
Afbeelding: stemmenverdeling versus zetelverdeling gemeenteraadsverkiezingen 2018. Bron: https://allecijfers.nl/verkiezingsuitslagen/amersfoort/
De coalitie
Als de stemmen geteld zijn moet er een coalitie gevormd worden. Daarvoor zoekt de partij die de meeste stemmen kreeg meestal een informateur, vaak een politicus die niet in de lokale Amersfoortse politiek actief is. Die informateur gaat praten met alle partijen om te kijken wie er met wie in het college zou willen zitten. Hij zij kijkt dan of er partijen zijn die absoluut niet samen willen, of dat er onderwerpen zijn waarover partijen zo anders denken dat het kansloos zou zijn om samen een coalitie te vormen.
Natuurlijk wordt ook gekeken naar welke partij het grootst is en welke partij er het meest gewonnen heeft. De coalitie wordt doorgaans gevormd door partijen die een meerderheid in de gemeenteraad hebben, dus de coalitiepartijen hebben dan samen minstens 20 zetels. Soms wordt er een minderheidscoalitie gevormd.
De informateur brengt advies uit aan de gemeenteraad.
Het college
Als de coalitie bekend is moeten er wethouders gezocht worden. Die komen soms van de kandidatenlijst van de partijen, maar als daar geen geschikte wethouderskandidaten bij zitten worden ze gezocht onder andere leden van de partij. Is er lokaal niemand te vinden, dan worden ze aangedragen vanuit het landelijk bestuur van de partij, als het geen lokale partij is, en komen ze van buiten de stad.
De burgermeester
Het college bestaat behalve uit wethouders ook nog uit een burgermeester. Die wordt geselecteerd door de raad en benoemd door de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dat gebeurt niet naar aanleiding van de verkiezingen, hij/zij heeft een baan voor 6 jaar en kan daarna een tweede termijn krijgen of vervangen worden.
De burgerneester heeft wat specifieke taken:
• voorzitter van de gemeenteraad. Hij/zij houdt orde en zorgt dat alles volgens de regels gaat tijdens de gemeenteraadsvergaderingen, en heeft dus geen inhoudelijke inbreng. De burgermeester is ook lid van het presidium, waarover verderop in dit artikel meer.
• Voorzitter van het college. De burgermeester is hier samen met de wethouders verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de gemeente. En heeft ook daar geen inhoudelijke inbreng behalve op de eigen portefeuille van Openbare orde en veiligheid.
• Openbare orde en veiligheid. Hier is de burgermeester veantwoordelijk voor handhaving, maar is ook opperbevelhebber bij een ramp of crisis. Als in de raad deze portefeuille aan de orde komt is de Burgemeester even geen voorzitter van de raad, maar geeft de leiding in handen van de gekozen vice-voorzitter (een raadslid).
• Lintjes uitdelen of doorknippen: je ziet de burgermeester ook vaak in een meer ceremoniële rol, als er bijvoorbeeld onderscheidingen uit worden gereikt of belangrijke bijeenkomsten zijn.
Het coalitie-akkoord
Na de verkiezingen en de formatie wordt er door de nieuwe coalitiepartijen gewerkt aan een coalitieakkoord, waarin het beleid voor de komende vier jaar wordt vastgelegd. Dit is een tijd van onderhandelen voor de verschillende partijen, waarin iedereen probeert met geven en nemen zoveel mogelijk van de partijstandpunten in het akkoord te krijgen en zoveel mogelijk de achterban tevreden te kunnen stellen, tenzij er sprake is van een breed akkoord waarin alle partijen en/of burgergroeperingen hebben kunnen meedenken.
foto: gemeenteraad in actie, bron: amersfoort.nl
Wie doet wat?
De gemeenteraad stelt de kaders vast, ofwel: maakt beleid op hoofdlijnen. Het bedenkt bijvoorbeeld dat er de komende 20 jaar een bepaald aantal woningen bijgebouwd moeten worden, maar houdt zich niet bezig met welke architect de woningen ontwerpt en hoe groot de balkons worden. Soms kan de vraag over een detail wel terug komen naar de gemeenteraad, als inwoners of anderen daar om vragen en het om het algemeen belang gaat.
Het college geeft opdracht aan de ambtenaren om die kaders om te zetten in concrete voorstellen. Bijvoorbeeld: De raad heeft besloten dat er meer woningen komen, hoe en waar zouden we dat kunnen realiseren?
De ambtenaren komen met een collegevoorstel: in dat park is plek voor ruim 300 woningen, laten we daar gaan bouwen.
Het college bespreekt het collegevoorstel en neemt er een collegebesluit over.
De raad kijkt mee met wat er op de agenda van de collegevergaderingen komt, en controleert of de te nemen of genomen besluiten wel in de kaders passen. Zo niet, dan moet de wethouder die voor het besluit verantwoordelijk is in de raadsvergadering uitleggen waarom het besluit toch genomen is, en wordt het eventueel teruggedraaid.
Belangrijke voorstellen komen sowieso, zodra het college het erover eens is, in de gemeenteraad. Minder belangrijke zijn een collegebevoegdheid, en over kleine dingen besluiten de ambtenaren zelf. Ook voor die kleine dingen zijn het college en de raad wel verantwoordelijk.
De controlerende functie van de gemeenteraad
De gemeenteraad controleert of wat het college doet wel volgens de kaders is die de raad heeft gesteld, maar ook of het college zich aan de wet houdt alles wat de raad wil bereiken ook bereikt wordt.
Die controlerende functie kun je alleen goed uitoefenen als je heel veel informatie hebt, daarvoor hebben raadsleden de mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen die het College verplicht is te beantwoorden. Maar een raadslid kan nooit alles weten wat zich afspeelt in de gemeente. Elk raadslid wordt geacht ongeveer 24 uur per week aan het raadswerk te besteden. In die tijd moet de raad dus beleidskaders stellen, de macht controleren en ook nog voeling houden met wat de achterban nodig heeft en wat er speelt in de stad.
Maar de raad staat er niet alleen voor. De raad wordt ondersteund door de negen medewerkers van de griffie. Ze plannen vergaderingen, helpen de raadsleden met de juiste vergaderstukken, adviseren over voorstellen die een raadslid van plan is in te dienen, maar ook bij het vinden van relevante informatie.
De griffie houdt ook in de gaten of aangenomen moties in de gemeentraad ook door het college worden uitgevoerd. De raad kan ook eigen onderzoek laten doen of experts inhuren om haar controle taak goed uit te oefenen.
De griffie is in principe onafhankelijk, dus niet aan een partij gebonden.
Tot slot is er nog het presidium, waarin raadsleden van verschillende partijen zitten, en waarin gezorgd wordt dat de raad haar werk goed uit kan voeren. Ze bereiden vooral de vergaderingen voor en stellen de agenda vast.
Serie
In een volgend artikel gaan we in op de werkgebieden van de gemeente versus die van andere overheden. Tot slot komt er nog een artikel over de gemeentelijke financiëen: waar komt het geld vandaan en hoe vrij is de gemeente om het te besteden?