drag this to resize,click on image to select
Een duurzame afvalberg
Het nieuwe college van Burgemeester en Wethouders is vol ambities
aan het werk gegaan. “We streven naar afvalloos zijn in 2030”. Dat zinnetje in
het coalitieakkoord (pag. 8) is om meerdere redenen opvallend. Het roept allerlei
vragen en opmerkingen op. In ieder geval opmerkingen die tot enige bescheidenheid
aanzetten.
Afvalloos; betekent dit, dat de Amersfoorters in 2030 geen enkel
afval meer produceren? Die afspraak lijkt me onhaalbaar. Vooral als we weten
dat de Amersfoortse huishoudens op dit moment behoren tot de grootste afvalproducenten
van Nederland (daar kom ik nog op terug).
Nee, bedoeld wordt natuurlijk dat Amersfoort in 2030 al zijn huishoudelijk
afval scheidt en geschikt maakt voor hergebruik (zeg dat dan ook!). Wat dat
betreft is de stad natuurlijk al aardig op weg. Wie op zaterdag langs de Nijverheidsweg-Noord
fietst, ziet daar altijd tientallen auto’s met aanhangwagens of volle kofferbakken
in de lange rij aanschuiven om de gemeentewerf op te gaan en daar hun afval te
dumpen in de daarvoor bestemde containers. Op dit moment wordt al ongeveer de
helft van al het huishoudelijke afval gesorteerd. De rest is ongesorteerd restafval.
De stad heeft echter nog een lange weg te gaan. Andere
(middel)grote steden hebben in de afgelopen jaren grotere stappen gezet op het
gebied van het scheiden van afval. In steden als Nijmegen, Maastricht,
Apeldoorn en Almelo wordt 60-70% van al het huishoudelijk afval gescheiden.
Organiseren zij de afvalverwerking beter? Hebben zij er meer prioriteit aan
gegeven?
Hoe staat het nu eigenlijk met die berg huishoudelijk afval in
Amersfoort? Geen woord erover in het coalitieakkoord, dus klaarblijkelijk is er
geen probleem. Nu, de onderstaande grafiek helpt ons uit de droom. Amersfoort
behoort tot de gemeenten waar per inwoner het meeste afval wordt geproduceerd: meer
dan 500 kg. Ter vergelijking, in steden als Nijmegen en Groningen wordt per
inwoner 380 à 390 kg. geproduceerd (opvallend is dat in het onderste rijtje allemaal
universiteitssteden staan, met uitzondering van Eindhoven en Enschede.
Produceren vier volwassen studenten minder afval dan een gezinnetje met twee kleine
kinderen?) Per inwoner wordt er in Amersfoort meer dan 100 kg afval meer
geproduceerd dan in sommige andere (middel)grote steden. Is dat niet een punt
van aandacht? Moet daar niet iets aan worden gedaan?
De coalitie lijkt de oplossing voor de afvalberg vooral te zoeken
in hergebruik, in de ‘circulaire economie’. Dat biedt natuurlijk een oplossing,
zeker, maar niet de hele oplossing. Hoeveel van ons afval – ook gescheiden – is
er in de afgelopen jaren al niet ergens op een stort in Afrika of gewoon in zee
terecht gekomen? Moet de inzet van B en W zich niet ook richten op preventie,
op een vermindering van de totale afvalberg? Dat dit mogelijk is bewijzen
andere steden in Nederland. Een bezoekje of een mailtje aan Nijmegen of
Maastricht kan misschien nieuwe ideeën of inzichten bieden.
Nog een laatste opmerking. Het huidige college gaat aan de gang
met een ambitie voor 2030. Dat is wel heel gemakkelijk. Met de afspraken die er
nu liggen kan de wethouder rustig achterover leunen en zeggen: “mijn opvolgers
gaan die ambities wel waarmaken”. Bovendien, over 12 jaar is dit zinnetje allang
vergeten en niemand zal er zich druk over maken of de stad die ambitie dan heeft
gerealiseerd.
Waarom niet nu al duidelijke afspraken gemaakt om de berg
restafval terug te brengen? Anno 2016 produceerde elke inwoner van Amersfoort
gemiddeld ongeveer 250 kg restafval. Kunnen we de wethouder vastpinnen op een
vermindering van 75 kg per inwoner aan het eind van haar collegeperiode? Het
volgende college kan dan ook 75 kg voor haar rekening nemen, waarna er voor het
laatste college tot 2030 nog 100 kg overblijft. Lukt het de wethouder niet om
die eerste 75 kg te realiseren, dan heeft ze iets uit te leggen. En lukt het
wel, dan mag ze wat mij betreft na 2022 als wethouder terugkomen!
Grafiek 1. Huishoudelijk afval in negentien (middel)grote steden in Nederland,
in kg per inwoner, 2016 (voorlopige cijfers). Bron: CBS