Rond de bouwopgaves die Amersfoort de komende jaren wachten heersen allerlei misvattingen en mythes. Een zo’n hardnekkige mythe is die van ‘Amersfoort groeistad’. In werkelijkheid is Amersfoort al twintig jaar geen groeistad meer. Zeker, de stad groeit nog, maar aan de exceptionele groeicijfers van de jaren tachtig en negentig is een einde gekomen. Maar ondertussen draagt de irreële angst voor een massale instroom uit Amsterdam of uit het buitenland (vluchtelingen, expats) ertoe bij dat nieuwbouwplannen op zoveel weerstand stuiten dat ook jeugdige Amersfoorters steeds moeilijker een woning kunnen vinden.
Een lange-termijnanalyse van zo'n veertig jaar stedelijke groei.
Genoeg is genoeg?
Het zijn altijd sterke krantenkoppen. “Wie kan er nog een huis huren in Amersfoort?” (AD 25-1-2020), “Amersfoort razend populair om te wonen: huurprijzen stijgen tegen de trend in” (AD 15-10-2020), “Investeerders kopen massaal woningen in Amersfoortse binnenstad: ‘Starters geen schijn van kans’ (AD 26-5-2021). Het beeld is duidelijk: terwijl de Amersfoortse woningzoekenden achter het net vissen, bouwt de stad vooral voor mensen van buiten de stad. Is het niet voor Amsterdammers die hun eigen stad ontvluchten, dan wel voor buitenlandse expats die voor korte tijd voor een miljoenensalaris op de Zuidas werken.
Nieuwbouwwijk De Laak in Vathorst in aanbouw, begin deze eeuw
Sinds 2000 is langs de A1 naar Amsterdam de gigantische wijk Vathorst verrezen, terwijl het afgelopen jaar gigantische bouwkranen voor hoogbouw bij De Hogeweg het beeld domineerden. Het ooit zo gevreesde ‘Manhattan aan de Eem’ wordt alsnog als ‘Manhattan bij het Valleikanaal’ gerealiseerd.
‘We hoeven toch niet voor buitenlandse miljonairs te bouwen?’ ‘De stad is nu al wel groot genoeg….’ ‘Amersfoort voldoet ruimschoots aan zijn bouwopdrachten….’ Dat soort reacties zijn logisch.
Heel af en toe wordt zelfs nog het groeistadbegrip uit de kast getrokken (bijvoorbeeld in het AD 29-8-2021 bij een terugblik op twaalf jaar burgemeester Bolsius). Dat is volledig onterecht, als je de feitelijke cijfers beziet.
Amersfoort is al twintig jaar geen groeistad meer. Akkoord, de stad groeit nog wel, maar het groeitempo is een stuk lager geworden. In de zeventien jaar van 1983 tot 2000 groeide de stad van ruim 87.000 naar 126.000 inwoners (een toename van 44%), terwijl de stad van 2000 tot 2020 verder groeide naar 157.000 inwoners (een groei van nog geen 25 %). Bovendien, de groei zat hem in de laatstgenoemde periode eerder in de geboortecijfers dan in het aantal nieuwkomelingen. In Amersfoortse gezinnen worden veel meer kinderen geboren - het geboorteoverschot bedroeg in de jaren 2000-2020 zo'n 19.000 - dan dat er zich mensen van buiten de stad melden - het vestigingsoverschot bedroeg 12.000 in diezelfde periode.
Die ontwikkeling wordt verder uitgewerkt in onderstaande grafiek.
https://amersfoortincijfers.nl/
Het lijkt een ingewikkelde grafiek, daarom wat uitleg. De groei van een stad is altijd het resultaat van vier gegevens. De groei bestaat namelijk uit het saldo van geboorte en sterfte (dat noemen we de natuurlijke groei, zie de blauwe lijn) en het saldo van vestiging en vertrek (het migratiesaldo, de rode lijn). In de grafiek staan de natuurlijke groei en het migratiesaldo in Amersfoort afgebeeld van 1950 tot heden.
Kleine gezinnen en geboortegolven
De blauwe lijn schommelt nauwelijks van jaar tot jaar, maar er zijn wel enkele trends waarneembaar. Van 1950 tot 1983 daalde de natuurlijke groei bijna elk jaar. Dat was vooral het gevolg van dalende geboortecijfers: Amersfoorters kregen steeds kleinere gezinnen. Wie goed in de grafiek kijkt ziet in 1970 zelfs een neerwaartse knik; die is op het conto van ‘de pil’ te schrijven.
Na 1983 nam de natuurlijke groei weer toe (de blauwe lijn ging weer omhoog), tot ongeveer het jaar 2000. Dat was de groeistadfase, waarbij vooral jonge gezinnen zich in Amersfoort vestigden. Die joegen het geboortecijfer weer de hoogte in.
Sinds 2000 nam het aantal nieuwe, jonge gezinnen snel af (door een gebrek aan nieuwe instroom) en daarmee ook het aantal geboorten èn de natuurlijke groei.
Vergrijzing
Hoe zit het dan met de vergrijzing? Zonder het nu al te ingewikkeld te maken, kan worden opgemerkt dat ouderen natuurlijk voor sterfte zorgen, maar ook dat de sterftecijfers vrijwel onafgebroken daalden (de mensen werden steeds ouder). Maar die cijfers tellen niet altijd even zwaar; hun aandeel is afhankelijk van de leeftijdsopbouw van de bevolking. In tijden met een relatief jonge bevolking (in Amersfoort tijdens de groeistadfase) hebben de ouderen door het relatief grote aantal jonge gezinnen slechts een klein effect op de natuurlijke groei. Maar neemt het aantal jonge gezinnen af, dan krijgen de ouderen natuurlijk steeds meer invloed op de groeicijfers. Dat zien we sinds 2000 optreden. Amersfoort vergrijst in rap tempo.
De geboortegolf in Vathorst sinds ongeveer 2002 heeft de vergrijzing niet kunnen tegenhouden.
Vertrekkers
De rode lijn, het saldo van vestiging en vertrek, schommelt sterk van jaar tot jaar. Het aantal vertrekkers is evenwel relatief stabiel. Die groep bestaat uit jongeren die uit hun ouderlijk huis trekken om bijvoorbeeld in een andere stad te gaan studeren of uit mensen die van baan veranderen en daarom Amersfoort de rug toekeren. Daarnaast ontvluchten de laatste decennia natuurlijk ook veel ouderen de drukke stad om rust in een kleine stad of dorp te vinden. Dat zijn allemaal structurele ontwikkelingen die van jaar tot jaar weinig schommelingen vertonen.
Instroom is nieuwbouw
De sterke schommelingen in het migratiesaldo komen dus vooral voor rekening van de instroom van nieuwkomers. En dat gegeven hangt vooral samen met de nieuwbouw in Amersfoort. In de grafiek zijn tot 1983 een aantal piekjaren te zien, die samenvielen met de oplevering van nieuwbouwwijken, zoals Randenbroek, Schuilenburg, Liendert en Rustenburg.
In 1983 begon de stormachtige groei van de stad in het kader van de groeistadplannen. De instroom bereikte al in 1989 met de oplevering van Kattenbroek zijn hoogtepunt. Daarna daalde de instroom langzaam maar zeker – ondanks de bouw van Nieuwland.
Vanaf ongeveer 2000 schommelt het migratiesaldo op een relatief laag niveau, tussen de 0 en 10 promille per jaar. Alle alarmerende berichten over massa-immigratie uit de Randstad zijn dus sterk overdreven. Een verklaring voor de berichten is overigens wel te geven; de afgelopen tien jaar is namelijk de migratie richting de regio Amsterdam omgekeerd. Had Amersfoort aanvankelijk vooral een vertrekoverschot (dankzij Amersfoortse jongeren die in Amsterdam gingen studeren), de laatste jaren is dat omgeslagen in een vestigingsoverschot (van zo'n 300 mensen per jaar die zich vanuit Amsterdam in Amersfoort vestigen). Deze ontwikkeling heeft heel veel aandacht gekregen, onder andere dankzij berichten van makelaarskantoren die zich over deze instroom verwonderden.
De nieuwbouwwijk Vathorst heeft dus weliswaar voor een constante instroom van mensen gezorgd, maar door de trage opleveringen – de verschillende financiële en bouwcrises zorgden regelmatig voor vertragingen – bleef dat cijfer van jaar op jaar relatief laag.
Wie betaalt het gelag?
We kunnen nu aan aantal conclusies trekken. Het groeistadbesluit heeft zeventien jaar lang – van 1983 tot 2000 – geleid tot een forse instroom van nieuwe bewoners in de stad. Daardoor is de trend van vergrijzing gekeerd. Sinds 2000 is er duidelijk een einde aan beide trends gekomen. De groei van de stad komt sindsdien vooral door de natuurlijke groei (door geboorten) en minder door vestigers van buiten de stad. De instroom van jonge gezinnen is sterk afgenomen en daardoor is het onderwerp van de vergrijzing weer helemaal terug van weggeweest. Over de voor- en nadelen daarvan ga ik hier niet in, dat is een discussie op zich.
Dat de stad wordt overspoeld door mensen van buiten is dus sterk overdreven. Dat is hopelijk volkomen duidelijk geworden. Wellicht heeft de trage ontwikkeling van Vathorst een dergelijk scenario voorkomen. Is een geleidelijke, gefaseerde woningbouw nu de oplossing?
Misschien wel, misschien niet. Ondertussen zijn namelijk ‘onze’ groeistadkinderen de dupe. De generatie die geboren is tussen 1983 en 2000 betaalt het gelag. Zij zijn immers al weer volwassen en hebben zich een plaats moeten bevechten op een woningmarkt die door de keuzes van hun ouders (het beperken van de sociale woningbouw en het bovenmatig stimuleren van het eigen woningbezit met alle gevolgen van dien) volledig verziekt is. Menig jong Amersfoorts stel zal inderdaad in Vathorst een woning hebben gevonden. Maar om hun nek hangt inmiddels een molensteen van een torenhoge hypotheek of huur.