tags:
2 reacties

Amersfoort als bedevaartsoord (4)

door Addy Schuurman
2 juli 2023om 10:28u

Het is voor ons moderne mensen natuurlijk heel makkelijk om het gedrag van de Middeleeuwse pelgrims te diskwalificeren. Toch wil ik dieper ingaan op de Middeleeuwse religieuze mentaliteit die achter de bedevaart schuilgaat. Het houdt ons namelijk een spiegel voor en nodigt ons uit tot vragen: wat is de oorsprong van de bedevaart? En wat is de hedendaagse relevantie van dit verhaal?

bedevaart741.jpg

Concurrentiestrijd

Een bedevaart had grote consequenties voor een stad. Dat geldt voor de huidige tijd: de bedevaart naar Lourdes of Santiago de Compostela is tegenwoordig te beschouwen als religieus toerisme. Dat gold ook voor de Middeleeuwen. Een onafgebroken stoet pelgrims bracht gezag, status, economische en politieke macht. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat de bedevaartsoorden een concurrentiestrijd met elkaar voerden, waarbij de een de ander probeerde af te troeven. Het feit dat er in Brugge een bedevaart was met het heilig bloed en in Antwerpen een bedevaart met de voorhuid van Jezus, was niet toevallig.

De mirakelboeken speelden in die concurrentiestrijd een belangrijke rol: zij bevestigden het aanzien van de bedevaartsplaats. De reputatie van de bedevaartsplaatsen ging echter vooral van mond tot mond. In het Amersfoortse mirakelboek lezen we dikwijls dat buren en bekenden een rol speelden. Een kind was bijvoorbeeld verdronken en de moeder stond radeloos toe te kijken; de buren hadden dan dikwijls de tegenwoordigheid van geest om te adviseren: ‘roep heilige X of heilige Y aan, beloof een bedevaart, dan komt het misschien nog wel goed’.

Eendagsvlieg

Door de mond-tot-mondreclame had de populariteit van bedevaartsoorden kenmerken van een hype. In het mirakelboek werden de meeste wonderen in een korte tijd opgetekend (in de eerste vijf jaar 395 van de 542), terwijl er nadien lange perioden waren, waarin nauwelijks mirakels werden genoteerd. Dat is een signaal dat een concurrerende bedevaartsplaats tijdelijk populairder was, of dat men juist weinig behoefte had aan extra toeloop. Menig bedevaartsoord was daardoor een eendagsvlieg.

De bedevaart mocht dan gekenmerkt worden door hypes, dat nam niet weg dat er heel veel mensen  één of meerdere keren in hun leven op bedevaart gingen. Het was een vorm van massatoerisme. Sommige bedevaartsoorden trokken in de 15e eeuw meer dan honderdduizend bezoekers per jaar, een gigantisch aantal gezien de toenmalige bevolkingscijfers. Het Zeeuws dorpje Nieuwlande telde naar schatting 300 inwoners. Dat daar tijdens opgravingen 600 pelgrimstekens uit de grond kwamen geeft wel aan hoe populair de bedevaart was.

Volksdevotie

Concurrentiestrijd tussen steden en massatoerisme; pelgrims die op weg gingen om Maria te danken dat zij genezen waren van een ernstige ziekte of een ongeluk overleefd hadden; een leger van misdadigers en overspelplegers. De Middeleeuwse bedevaart naar Amersfoort was klaarblijkelijk niets menselijks vreemd. Wat blijft er dan over van het religieuze karakter van de bedevaart?

pest.jpg

God stuurt de dood tijdens een pestepidemie in de late Middeleeuwen

De religiositeit van de Amersfoortse bedevaart zit vooral in het Middeleeuwse wereldbeeld dat essentieel onderdeel was van die bedevaart. De Middeleeuwse visie op de mens en de wereld was diep religieus. (Het geloof in) God stond centraal. Hoewel hij ver verheven boven de mensheid zetelde op zijn hemelse troon, greep God in het dagelijks leven van mensen in. Wie het op aarde goed ging of wie slecht, dat was vanuit de hemel geregisseerd. Voortdurend stelde God de mensen op de proef. Een pestepidemie of een misoogst was een oproep om op het juiste pad terug te keren. En de beloning voor de juiste levenswijze? Als die al niet kwam op aarde, dan toch zeker na de dood: de rechtschapenen gingen bij het Laatste Oordeel linksaf naar het hemels paradijs, terwijl voor de verstokte zondaars de weg rechtsaf naar de krochten van de hel leidde.

Bemiddelaars

Ondanks de verheven status van God kon je hem om hulp smeken. De mens was echter in al zijn nietigheid niet bij machte om direct bij hem aan te kloppen, maar voor hulp kon je bemiddelaars inschakelen, boodschappers die tussen de nietige mens en de Almachtige pendelden: de heiligen. De heiligen waren immers ook mens geweest, maar hadden tegelijkertijd toegang tot de Heer.

Het resultaat van deze opvatting was een wijdverbreide heiligencultus. Overal werden materiële en immateriële bewijzen verzameld die herinnerden aan het wonderbaarlijke leven van de heiligen op aarde en getuigden van hun speciale positie in het hiernamaals. Door middel van mondeling of schriftelijk overgeleverde verhalen en legenden of door middel van schilderijen of beeldhouwwerken. Bij het aanroepen van de heiligen speelden echter vooral de relieken, de stoffelijke resten die na de dood van de heilige nog werden bewaard, een belangrijke rol. Deze overblijfselen waren immers de enige manier nog om tot de heilige te naderen, tot de bemiddelaar tot God.

Rangorde in relieken

In de reliekenverering hanteerde men een duidelijke hiërarchie. Op de eerste plaats stond natuurlijk Jezus als zoon van God, maar helaas waren er van zijn lichaam weinig stoffelijke resten over. Volgens de legende was alleen het bloed opgevangen en bewaard – nog steeds jaarlijks in Brugge aanbeden tijdens de Heilige Bloedprocessie – en zijn voorhuid. Jezus was immers besneden en zijn voorhuid zou bewaard zijn gebleven. Er zijn liefst achttien plaatsen in West-Europa, waar men meende over een stukje van dit lichaamsdeel te beschikken, zoals Antwerpen, Rome (waar het reliek in 1984 helaas is verdwenen) en diverse plaatsen in Frankrijk.

De spoeling was dus dun en de kerk die toch nog iets van Jezus wilde hebben, moest daarom meestal genoegen nemen met secondair materiaal: wereldberoemd is natuurlijk de lijkwade (bewaard in Turijn), maar ook een splinter van het kruis of van de doornenkroon (Amersfoort zou hiervan een stukje hebben gehad) voldeden meer dan genoeg in de ogen van de Middeleeuwse mens.

In de hiërarchie werd Jezus op de voet gevolgd door zijn moeder, Maria. De Mariaverering is in de katholieke wereld nog steeds wijdverbreid en de Amersfoorste Vrouwevaart is hiervan een treffend voorbeeld. Na Maria volgden er nog veel meer heiligen. De apostelen hadden als zijn directe leerlingen dicht bij Jezus gestaan en vooral zijn favorieten (Petrus, Johannes en Jacobus) stonden dus hoog in aanzien.

De vele heiligen uit latere eeuwen namen in de hiërarchie een lagere positie in. Het spectrum varieerde van de vele martelaren, die tijdens de christenvervolgingen in de Romeinse tijd en de vroege Middeleeuwen vanwege hun geloofsovertuiging de dood hadden gevonden, tot de lokale heilige, van wie de wonderbaarlijke gebeurtenissen buiten de eigen parochie niet meer herinnerd en herdacht werden.

Relishoppen

Ondanks de duidelijke hiërarchie in de heiligen- en reliekenaanbidding bleek de Middeleeuwer in tijden van nood niet al te kieskeurig: hielp de ene heilige niet, dan riep men net zo makkelijk een andere heilige aan. Het gedrag is enigszins te vergelijken met het hedendaagse ‘relishoppen’ of met het bezoek aan achtereenvolgende alternatieve genezers. In het Amersfoortse mirakelboek staan verschillende bedevaartsplaatsen genoemd, waar de pelgrims eerder (dikwijls vergeefs) een beroep op hadden gedaan, voordat zij zich met succes tot Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort wendden: Brugge, Aken, Den Bosch, Kranenborg bij Nijmegen, et cetera.

IMG_4971.JPG

Sint Nicolaas redt een schip in nood

Drie mirakels handelden over pelgrims die op weg waren naar of terugkeerden uit Santiago de Compostela. In een van deze mirakels bleek Maria van Amersfoort zelfs effectiever dan de ‘concurrenten’ uit Rome en Santiago: “Daar was een schipper uit Zeeland tot Sint Jacob gezeild. En toen hij wederom varen zoude, zo kwam daar een grote storm in de Spaanse Zee. Zij kwamen in last en nood onder Engeland en wisten niets anders, dan dat zij verdrinken zouden. De een loofde zijn bedevaart naar Rome en de ander naar Sint Jacob, alles hielp niet. Ten lesten loofde de schipper zijn bedevaart naar Onse L. Vrou te Amersfoort. En onmiddellijk werd het goed weer en kregen ze een goede wind en kwamen gezond thuis. En de schipper heeft hier zijn bedevaart gedaan en heeft geofferd een zilveren schip.” (wonder 466)

Volksdevotie

Het Middeleeuwse wereldbeeld was dus doordrenkt van religieuze gedachten, maar in de bedevaart kregen deze wel een specifieke vorm. De bedevaart was een vorm van volksdevotie, een verering die voortkwam uit het gewone volk.

Het verhaal achter de bedevaart is gewoonlijk al een aanwijzing in die richting. In Amersfoort bijvoorbeeld werd een onooglijk klein Mariabeeldje object van een massale bedevaart. Het beeldje was zo nietig, dat een meisje zich er zelfs voor schaamde en het wegwierp in de singel. Vervolgens werd het gevonden door een gewone vrouw. Ook in andere steden speelden mensen uit het volk bijna altijd een initiërende rol. Pas in een latere fase kwam de geestelijkheid eraan te pas; bovendien ging het hierbij dikwijls om lagere geestelijken die ook uit het volk afkomstig waren en het volkse wereldbeeld deelden. Kortom, de bedevaart maakte deel uit van de Middeleeuwse volkscultuur.

Deze volkse religiositeit week op sommige punten af van de officiële kerkelijke leer. Zo had het volk heel eigen opvattingen over de rol van God en de heiligen. In de beleving van het gewone volk was het niet God, die de mensen in hun nood hielp, maar de heilige, Maria, of zelfs het reliek, het beeldje van Maria van Amersfoort. Het feit dat men een reliek goddelijke krachten toedichtte, was een essentiële dwaling van de leer.

Adopteren en bestrijden

In de officiële kerk worstelde men dan ook met deze situatie. Enerzijds erkende de kerk de aantrekkingskracht van de bedevaart en de economische, politieke en religieuze belangen die hiermee gepaard gingen. De hiervoor beschreven concurrentiestrijd werd ook binnen de kerk gevoerd: parochies, kloosters en andere religieuze instellingen adopteerden de bedevaarten (en de daaraan verbonden mirakels) in de hoop hun economische en politieke belangen veilig te stellen.

IMG_4975 - kopie.JPG

Thomas a Kempis aan het werk

Anderzijds verzetten de officiële kerk zich ook tegen bedevaarten. In het Amersfoortse mirakelboek was zelfs sprake van een vertegenwoordiger van de kerk uit Rome, die rond 1460 in de Nederlanden rondtrok om iedereen – geestelijken en kerkvolk – op te roepen om niet op bedevaart te gaan. Ook een belangrijke kerkhervormer als Thomas a Kempis, moest niets hebben van bedevaarten en bedevaartgangers en liet weten: “Die vele bedevaarten doen worden zelden heilig”. Het is overigens twijfelachtig of dat de voornaamste drijfveer van het gewone volk was om op bedevaart te gaan. Uit de mirakelboeken blijkt vooral dat dankzeggen en boetedoen redenen waren om een bedevaartstocht te ondernemen.

Van de andere tijden, terug naar de onze

De officiële leer en de volksdevotie liepen dus niet altijd parallel. Met dit gegeven kunnen we een sprong maken naar de huidige tijd. Een tijd waarin de officiële leer en levensvisie, gedomineerd door rationaliteit, gefundeerd door de wetenschap, botst met allerlei irrationele opvattingen, van esoterie tot complottheorie. Het rationele, wetenschappelijke verhaal is het eerlijke verhaal, maar dat is niet het verhaal dat velen ook daadwerkelijk willen horen. Want dat rationele verhaal is dikwijls onvoldoende empatisch, biedt geen troost en medeleven, sluit onvoldoende aan bij hun eigen individuele ervaringen en – vooral – behoeften.

Een opgave voor de geestelijk leiders van de 21e eeuw. Maar wie zijn dat eigenlijk (in Amersfoort)?

bijsluiter

Addy Schuurman is lokaal historicus. Soms maakt hij een tocht over de Camino de Santiago in Spanje.

bronnen

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van o.a.: Mirakelboeck Onser Liever Vrouwen T' Amersfoort. Met inleiding en aantekeningen door P. Lukkenaer (Amersfoort 1946) en van Johan Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen (22e dr. 1997)

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!