Woningstichting De Alliantie zette in 2016 een huurster uit haar huis uit omdat ze daar niet zou wonen. Maar dat besluit is gebaseerd op roddel, achterklap en gebrekkig onderzoek, zo concludeert het gerechtshof Arnhem. De huurster eist schadevergoeding.
Het begint allemaal op donderdag 17 oktober 2013. Het is die dag half bewolkt, de temperatuur ligt rond de twaalf graden. Rond 18:00 uur wordt aangebeld bij Celzusterenstraat 4 vlakbij theater De Flint.
Olga Schroth gebaart de twee vrouwen die voor de deur staan dat ze moeten omlopen. Haar voordeur heeft ze vrijwel altijd op slot. Ze gebruikt alleen haar achteringang omdat die voert naar het schuurtje waar haar fiets staat.
Eenmaal omgelopen stellen de twee vrouwen zich voor als medewerkers van woonstichting De Alliantie. Of ze even mogen binnenkomen? Daar heeft Schroth geen zin in, ze staat net te koken. Op de vraag wat er aan de hand is, krijgt zij te horen dat ze verdacht wordt van woonfraude. Buurtbewoners zouden hebben verklaard dat zij nooit thuis is.
Schroth is stomverbaasd. De psycholoog is gestopt met werken en geniet volop van haar pensioen. Ze speelt volleybal, gaat graag naar het theater en heeft een uitgebreid netwerk van vrienden en kennissen die ze graag bezoekt. Ja, ze is vaak uithuizig maar dat wil niet zeggen dat ze hier niet woont.
Er ontspint zich een surrealistische discussie over de vraag hoeveel dagen een bewoner thuis moet zijn. Volgens de twee medewerkers van De Alliantie schrijven de regels voor dat ze minimaal een half jaar thuis moet zijn en zij minimaal drie nachten per week thuis moet slapen. Wat zijn dat voor regels, vraagt Schroth zich af. Daar heeft ze nog nooit van gehoord.
De twee vrouwen melden dat Olga zich over enkele dagen moet melden op het kantoor van De Alliantie. Dan heeft ze een paar dagen de tijd om bewijzen te verzamelen dat ze echt aan de Celzusterenstraat 4 woont. Boodschappenbonnetjes van winkels in de buurt, bewijs van pinnen, benzinebonnen, treinkaartjes, vliegtickets.
Als de vrouwen vertrekken overhandigt een van hen haar kaartje. Ze blijkt medewerker woonfraude.
Beduusd en boos
Olga Schroth is beduusd maar hoe langer ze over het voorval nadenkt, hoe bozer ze wordt. Ze huurt al meer dan dertig jaar een woning, eerst van een voorganger en nu van De Alliantie. Nooit heeft ze problemen gehad. Een paar jaar geleden moest ze een andere huurwoning uit omdat die gesloopt werd. Ze kon toen uit diverse panden van De Alliantie kiezen. De keuze viel op Celzusterenstraat 4. En daar woont ze prettig, hoewel ze weinig contact heeft met de buurt.
Op 29 oktober meldt zij zich ’s ochtends om half elf bij het kantoor van De Alliantie aan de Heiligenbergerweg. Bewijsstukken in haar tas. Van tevoren heeft zij de huurovereenkomst nog eens grondig gelezen. Maar bepalingen hoeveel tijd ze verplicht thuis moet doorbrengen, vond ze niet.
Een half uur te laat dagen een van de dames, die eerder bij haar aan de deur waren, en een andere medewerker van de woonstichting op. Als ze hen vraagt waar de bepalingen van hoeveel tijd je thuis moet doorbrengen staan, krijgt ze te horen dat ze negen maanden thuis moet zijn. Maar waar dat staat, wordt haar niet verteld. Ze heeft genoeg van het gedraai en de leugens en beent boos weg.
De volgende dag schrijft de gepensioneerde psycholoog een gepeperde brief aan De Alliantie. Ze voelt zich door de twee medewerkers overvallen: 'Ik huur nu 25 jaar een woning bij De Alliantie en krijg dan zo’n behandeling ten overstaan van de hele buurt. Ik ben zwaar aangetast in mijn privacy.’
Celzusterenstraat 4. Foto: Siem Eikelenboom
Ruim twee weken later ontvangt zij een reactie van de manager klantadvies van De Alliantie. Vanuit de omgeving van de Celzusterenstraat zou de stichting ‘een aantal meldingen’ hebben ontvangen dat Schroth haar woning niet zou bewonen. ‘Voldoende reden om dit te onderzoeken, want in Amersfoort hebben wij regelmatig te maken met het onrechtmatig bewonen van schaars goed, onze sociale huurwoningen.’
Crone schrijft dat zij het vervelend vindt als Schroth de indruk heeft gekregen dat zij haar onschuld moet bewijzen ‘en dat is niet de bedoeling.’
Met deze brief is de kwestie niet ten einde. Integendeel. Als ze op 20 december 2013 terugkeert van een vakantie van drie weken, vindt ze op de deurmat een brief van De Alliantie: Of zij op 16 december wil langskomen voor een gesprek. Op 10 januari 2014 volgt weer een brief met dezelfde uitnodiging. "Maar omdat ik de woonstichting al verschillende malen heb gezegd dat ik niet meer met de fraudemewerker wil praten, heb ik daar niet op gereageerd", zegt Schroth.
Die weigering komt haar duur te staan. Op 23 juni 2014 kondigt De Alliantie per brief aan een juridische procedure te beginnen om haar uit huis te zetten.
Kantonrechter ligt dwars
Maar op 18 februari 2015 zet de kantonrechter een kruis door dat plan. Hij oordeelt dat de verklaringen van enkele buurtbewoners en de weigering van Schroth om aan De Alliantie te tonen dat zij daadwerkelijk de Celzusterenstraat bewoont onvoldoende zijn om te concluderen dat Schroth niet in haar huis zou wonen.
De kantonrechter waarschuwt haar wel dat als er ‘geruchten’ blijven binnenkomen bij De Alliantie, de zaak anders kan komen te liggen.
Olga Schroth. Foto: Siem Eikelenboom
Einde zaak, denkt Schroth maar opnieuw heeft ze het fout. Het lijkt wel of het afwijzende vonnis de Alliantie alleen maar meer energie heeft gegeven.
Op 15 september brengt de fraudemewerker van De Alliantie de ‘zaak Schroth’ in bij het Gemeentelijk Interventie Team (GIT) van de gemeente Amersfoort. Dit team bestaat uit diverse ambtenaren van de gemeente, een officier van de Brandweer, een inspecteur van de politie en een vertegenwoordiger van De Alliantie. Het GIT is bedoeld om fraude te bestrijden en handhaving te versterken door samen te werken en gegevens uit te wisselen.
De woonstichting brengt de zaak in omdat zij over nieuwe informatie beschikt. In de nabijheid van Schroths woning wordt ‘regelmatig’ een auto van het merk Nissan gezien. Kan iemand het kenteken natrekken?
Dat gebeurt. Op 10 maart 2016 schrijft een sociaal rechercheur van de gemeente Amersfoort, in een rapport dat die auto op naam staat van de ex-man van Schroth. Begin 1986 is ze van hem gescheiden. Omdat de zaak te klein is voor het GIT wordt die terugverwezen naar De Alliantie.
Buurtbewoners verklaren nadelig
Voor de woningstichting is de zaak nu duidelijk: Schroth woont in feite bij haar ex! De Alliantie stapt naar de rechter met de vraag om de huurovereenkomst te ontbinden. Bij nieuwe huisbezoeken bleek de psycholoog, volgens De Alliantie, steevast niet thuis. (Uit de documenten blijkt dat medewerkers van de woonstichting in een periode van bijna twee jaar, tien keer aan de deur zijn geweest -red.) De auto van haar ex-man werd in de buurt aangetroffen en drie buurtbewoners verklaren dat Olga Schroth in de woning van haar ex-man aan de Nieuwstraat woont. Dat laatste wordt nog eens ondersteund door een vriendin van de gebiedscoördinator van De Alliantie die daar ook woont. Zij herkent Schroth van bewonersbijeenkomsten en een buurtbarbecue.
Het bewijs tegen Schroth lijkt sterk. Dat vindt de rechter ook en hij beslist dat ze binnen veertien dagen na betekening van het vonnis haar woning aan de Celzusterenstraat moet ontruimen. Een kort geding tegen die ontruiming baat niet meer. Schroth staat op straat.
En dat niet alleen: omdat alles zo snel ging, kon ze niet tijdig haar woning leeg maken. Dat heeft een deurwaarder moeten doen. Schroth ontvangt daarvoor nog eens een gepeperde rekening van ruim 2200 euro.
Al meer dan dertig jaar huurde Olga Schroth een woning bij De Alliantie, de laatste dertien jaar was dat Celzusterenstraat 4. Nooit waren er problemen, maar nu is zij een gepensioneerde zonder woning. Gelukkig kan ze terecht bij vrienden en haar zoon heeft een vakantiewoning. Zo begint ze aan een rondtrekkend bestaan dat ruim vier jaar zal duren.
Maar de strijd tegen De Alliantie geeft ze niet op. Vastberaden maakt ze zich op voor een lang juridisch gevecht.
Kantoor De Alliantie. Foto: Siem Eikelenboom
Dat begint op 20 maart 2017 als ze bij het gerechtshof Arnhem in hoger beroep gaat tegen haar huisuitzetting en de kosten van de ontruiming.
Op 19 maart 2019 beslist het hof in een arrest dat Schroth een stevig verhaal heeft, maar geeft De Alliantie de gelegenheid om getuigen te laten horen. Dat worden er uiteindelijk tien. Schroth komt met drie getuigen: haar zoon en twee voormalige achterburen.
Vijf getuigen van De Alliantie verklaren dat zij veronderstelden dat Olga en haar ex nog steeds een stel vormen. Zij zagen Schroth soms een of twee keer per week in of uit de auto van haar ex stappen. Ook vergezelde zij haar voormalige echtgenoot naar het theater en op de jaarlijkse buurtbarbecue.
Het hof maakt gehakt van deze verklaringen. Op zitting verklaart Schroth dat ze nog steeds goed bevriend is met haar ex en dat ze af en toe samen naar de vlak bij haar woning gelegen Flint gaan.
'Opzetje' binnen volksbuurt
Het valt de raadsheren van het hof op dat de getuigen van De Alliantie het stel ‘niet echt goed’ kennen en dat zij ‘hun eigen interpretatie’ geven aan de door hen beschreven waarnemingen.
Op de zitting verklaart de zoon van Schroth dat hij zich niet kan voorstellen dat zijn moeder weer een intieme relatie met haar ex is begonnen. Hij vertelt de raadsheren dat zijn moeder, nu ze geen woning meer heeft, veel verblijft in zijn en andere vakantiewoningen en dat ze soms ook bij vriendinnen en bij hem logeert. Dus niet bij haar ex.
De Alliantie komt ook aanzetten met twee buurtbewoners die nauwelijks activiteiten rond de woning van Schroth hebben gezien. Zeggen ze. Maar een van hen blijkt tijdens de zitting Schroth, die in de zaal zit, niet eens te herkennen. Een ander verklaart onder ede dat hij achter de voordeur stapels post en folders heeft zien liggen. Dat blijkt onmogelijk: Schroth heeft een ondoorzichtbare plaat tegen haar voordeur bevestigd.
Op één van de hoorzittingen getuigen twee directe achterburen van Schroth daarentegen dat zij Olga ‘regelmatig in de achtertuin zagen’ en ook dat ze haar regelmatig via de achteruitgang naar binnen en buiten zagen gaan. Ze kwamen elkaar regelmatig tegen.
Uit de verhoren wordt het de raadsheren langzaamaan duidelijk dat Schroth slachtoffer is van een ‘opzetje’ binnen de volksbuurt waarvan de Celzusterenstraat deel uitmaakt. Een van de door De Alliantie aangevoerde getuigen erkent dat onder ede met zoveel woorden: hij wilde Schroth uit de woning krijgen omdat hij die woning voor zichzelf wilde hebben. Een andere buurtbewoner verklaart dat zij die woning voor haar dochter wilde. Deze verklaringen passen in het verhaal van Schroth dat zij zich niet bemoeit met de buren. ‘Iets wat opvalt in een volksbuurt en mogelijk niet als gewenst wordt ervaren’, aldus het hof.
Slachtoffer roddel en achterklap
Op 22 december 2020 doet het hof uitspraak. Aan de verklaringen van de getuigen van De Alliantie hechten de raadsheren geen geloof. Dat hechten ze wel aan de verklaringen van haar zoon en haar twee achterburen. Die laatsten keken direct uit op Schroths woning en hadden daardoor een ‘veel beter zicht’ dan de getuigen van De Alliantie.
‘Alles overziend’, vindt het hof dat De Alliantie er niet in is geslaagd om te bewijzen dat Olga Schroth haar voormalige woning aan de Celzusterenstraat niet bewoonde. ‘De Alliantie was dus, achteraf bezien, niet bevoegd om tot ontruiming van de woning over te gaan.’
Olga Schroth voor haar nieuwe huurwoning. Foto: Siem Eikelenboom
Schroth stelt dat ze slachtoffer is geworden van roddel en achterklap. Daarnaast leverde De Alliantie broddelwerk door geruchten niet goed te checken. Het feit dat alle getuigen en verklaringen in hoger beroep terzijde werden geschoven, spreekt volgens haar boekdelen.
"Het leek alsof alles wat ik deed tegen mij werd gebruikt. Zo was ik gesignaleerd op een bewonersbijeenkomst in de wijk van mijn ex. Ja, dat klopt en daar was mijn oud-echtgenoot ook. Maar ik was daar om een andere buurtbewoner bij te staan. Die ken ik nog uit de tijd ik er nog werkte."
Het gedoe rond de auto van haar ex, stemt haar helemaal cynisch. "Ik heb geen auto en als ik veel boodschappen moet doen, leen ik af en toe de Nissan van mijn ex. Je zou zeggen: als die auto vlak bij mijn huis wordt aangetroffen is dat eerder een bewijs dat ik wel in de Celzusterenstraat zou wonen dan niet. Maar probeer dat De Alliantie maar eens duidelijk te maken."
Door het verlies in hoger beroep moest De Alliantie Schroth een nieuwe huurwoning toewijzen. Sinds een aantal maanden woont ze in de wijk Liendert. Maar het is wat haar betreft geen eind goed, al goed. Ze heeft een advocaat ingeschakeld en is een procedure gestart om de door haar geleden schade vergoed te krijgen.
Reactie De Alliantie
De Alliantie laat weten dat de woonstichting het 'absoluut oneens' is met de stelling dat het verrichte onderzoek slordig is geweest: "Ons onderzoek naar welke casus dan ook verrichten wij met professionaliteit, aandacht en zorgvuldigheid. Dat de rechter tweemaal in het voordeel van cliënt heeft beslist en een keer in het voordeel van de Alliantie, daar doen we geen uitspraken over. Dat is aan de rechter."
Verder wil een woordvoerder niet inhoudelijk op de zaak ingaan: "Wij doen geen uitspraken over persoonlijke situaties en gesprekken die wij hebben gevoerd met betrokkenen. En ook doen wij geen uitspraken over collega's die hierbij betrokken zijn. Voor ons is dit dossier gesloten."
Reactie Woonbond
De Stadsbron zond een concept van het artikel en de arresten van het gerechtshof in Arnhem naar de Woonbond, de landelijke vereniging van huurders. Een woordvoerder komt met deze reactie:
"We zien dit soort zaken vaker voorkomen. Corporaties willen voorkomen dat panden leegstaan of bijvoorbeeld stiekem als hotel worden gebruikt. Dit noemen ze woonfraude aanpakken.
Maar die aanpak moet natuurlijk niet doorslaan. De Alliantie mag het zich aanrekenen dat iemand tot aan het hoger beroep een huisuitzetting moet aanvechten, waarbij de rechter uiteindelijk vrij makkelijk door verklaringen van getuigenissen heen prikt. Iemand confronteren met een voornemen tot huisuitzetting moet je als corporatie niet lichtzinnig doen.
Juridisch gaat het erom dat de huurwoning het 'hoofdverblijf' is van de huurder. Het is niet zo dat hier objectieve maatstaven voor zijn als een x aantal nachten per week thuis zijn, zoals de Alliantie deed voorkomen tegen de huurster in kwestie. In een rechtszaak kan amper thuis zijn natuurlijk meewegen in het oordeel van de rechter, maar het idee dat je met een nachtje te weinig thuis zijn je woning verspeelt klopt niet.
De bewijslast van het niet hebben van het gehuurde als hoofdverblijf door de huurder, ligt bij de verhuurder.
Onze juristen zien via onze huurcontractcheck: (https://www.woonbond.nl/huurcontract-check) heel vaak bepalingen voorbij komen waarin die bewijslast wordt omgedraaid. (de huurder moet bewijzen hoofdverblijf in de huurwoning te hebben bij twijfel). Dat kun je wel als bepaling in een contract schrijven, maar is niet rechtsgeldig. Maar het geeft verhuurders wel een haakje om bij verdenkingen de huurder op die bepaling te wijzen. Laat maar zien dat je hier woont.
Dat raakt ook wel een beetje de kern van de zaak. Laat je niet zo maar wegjagen omdat je ook wel eens op vakantie bent, een deel van de week bij een partner slaapt en je buren daar een mening over hebben. Schakel juridische hulp in.
Ik vind het schrikbarend dat een corporatie zo inzet op een uitzetting waarbij in een hoger beroep vrij makkelijk door de getuigenissen heen wordt geprikt. In dit geval betrof het een huurster die de strijd is aan gegaan, maar er zullen ook huurders zijn die zich laten overbluffen. Met alle gevolgen van dien."