tags:

Voor 23u besteld morgen in huis

door Diana Wildschut
13 oktober 2020om 11:42u

IMG_20201016_145658.jpg

Het lukt de afgelopen jaren steeds minder postbodes om op de bel te drukken. Vooral op zaterdag is de bel moeilijk te vinden (hint: kijk eens aan het deurkozijn, op 1 meter 60 hoog direct rechts van de voordeur). Wat er dan gebeurt is soms toch verrassend. Meestal moet je op de fiets naar de Intratuin om je online bestelde kattegrit op te halen, had je daar ook kunnen kopen, als je niet had willen voorkomen dat je met veel te veel gewicht op je fiets helemaal van de Intratuin naar huis zou moeten fietsen. 

Maar afgelopen week ging het net iets anders. We hadden een stofzuiger besteld en de postbode miste heel toevallig net het knopje van de bel, maar gelukkig kon ik mijn pakketje ophalen bij het ophaalpunt. Het adres leek een vrij klein straatje in een woonwijk. Zit daar dan een postkantoor?
In de regen ernaartoe, kon nog net voor de vergadering van die avond. Zit hier echt ergens een postkantoor? Nee. Voor de deur van een heel klein rijtjeshuis stonden vier mensen in de regen te wachten. De meesten waren met de auto gekomen en hadden geen jas bij zich. Ik wel. Ik ging in de rij staan.
Degene voor mij klaagde dat degene voor haar wel erg lang binnen was. Na een tijdje kwam er een boze man met een pakje naar buiten, die zijn portier hard dicht sloeg en weg reed. De klagende vrouw was nu aan de beurt, maar mocht niet naar binnen. Een dame van ergens in de zestig stond in de deuropening, vroeg om haar naam en huisnummer en verdween het huis in. Aan haar been hing een kind van ongeveer een meter, huilend en jengelend. Het kind werd ruw afgeblaft maar jengelde onverstoorbaar door. We hoorden de vrouw binnen vloekend op zoek naar een pakje, ondertussen verder blaffend naar het kind. De vrouw kwam weer naar buiten. Het pakje was er niet, wanneer zou het bezorgd zijn? Vanochtend al. Nee, is er niet. De vrouw voor me droop druipend van de regen af.
Mijn beurt. Wildschut, huisnummer 6. Het moet een grote doos zijn, van een stofzuiger, riep ik haar na. Ik kon inmiddels naar binnen kijken. Op de trap stond op elke tree een stapel pakjes, de gang had nog net een looppaadje, en in de woonkamer lag een hele stapel pakjes op z'n kant.
De vrouw kwam terug. Het is er niet. Op internet staat dat het er wel is. Het is er niet, kijk dan zelf.
Ik liep mee naar binnen en zag dat echt het hele huis vol lag met dozen. Ongesorteerd, althans zo leek het. Kijk, het is er niet. De vrouw pakte een pakje op ter grootte van een doosje eieren, keek op het etiket en concludeerde dat ook daar echt mijn stofzuiger niet in zat: verkeerde naam. En die grote doos daar bij de eettafel? Verrek! Dat was hem. Kwam het toch nog goed.
Nu moest ik nog mijn paspoort laten zien. De vrouw nam mijn naam over op een formulier. Ze schreef niet, ze tekende de letters na. Toen moest ze mijn paspoortnummer vinden. Dat lukte niet. Ik vroeg of ik het voor haar kon doen. Ze keek me eerst beledigd aan, maar toen ze zag dat ik niet boos maar vriendelijk keek, gaf ze me de pen en het formulier. Ik controleerde zorgvuldig of ik mezelf wel was en gaf mezelf mijn stofzuiger mee.
Ik vroeg haar of ze dit werk al lang deed, en ze antwoordde dat dit het huis en het baantje van haar zoon was, maar hij was er niet zo vaak. Daarom deed zij het voor hem. 

Onderweg naar huis vroeg ik me af hoeveel pakketpunten zoals deze er eigenlijk waren in Amersfoort, ik wist niet dat dit bestond. En of dit nou is zoals we het willen met onze aankopen, lekker niets betalen voor snelle levering, onderbetaalde postbodes die geen tijd hebben om af te remmen en aan te bellen, en post die verdwaalt in huisjes van mensen die het helemaal niet aankunnen en verzuipen in de pakjes.

bijsluiter

Diana Wildschut is kunstenaar en wetenschapper.

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!