De gemeenteraad van Amersfoort heeft in deze corona-tijd gekozen voor fysieke vergaderingen ondanks het feit dat daardoor meerdere raadsleden niet aanwezig kunnen of willen zijn. Deze keuze heeft tijdens de raadsvergadering van 10 november 2020 geleid tot het vertrek van enkele oppositiepartijen (Amersfoort 2014, SP, Lijst Molenkamp en Lijst Sanders). De BPA was al niet meer aanwezig vanwege Corona.
Inmiddels wordt dinsdag 23 november gestemd door de raad over een tijdelijk regelement van orde waarin het wel mogelijk wordt gemaakt om fysiek het debat te voeren en vervolgens digitaal te stemmen.
De vraag is nu waarom de raad van Amersfoort het zo moeilijk heeft met de democratie in Corona-tijd. Is dit een specifiek Amersfoorts probleem of worstelen meer gemeenteraden met dit probleem.
Zoals gebruikelijk kijk ik naar de 10 gemeenten die qua inwonertal het dichtst bij de gemeente Amersfoort liggen. Ik heb gekeken naar de raadsvergaderingen en de wijze waarop de debatten en besluiten worden gevoerd. Dit geeft het volgende overzicht.
Het overzicht toont aan dat elke gemeenteraad een eigen keuze heeft gemaakt als het gaat om vergaderen en stemmen, maar de combinatie van digitaal stemmen en vergaderen lijkt toch een lichte voorkeur te hebben.
De weg die de gemeenteraad van Amersfoort in slaat, komt niet voor in dit staatje, namelijk fysiek vergaderen en digitaal stemmen. Apeldoorn, Breda, en Haarlem komen het dichtste bij, maar daar wordt fysiek en digitaal vergaderd en digitaal gestemd.
Het is voor mij onduidelijk (de besluitvorming in het presidium is niet openbaar) waarom de gemeenteraad een eigen constructie heeft bedacht en niet naar soortgelijke gemeenteraden heeft gekeken. De burgemeester van Amersfoort koketteert met de gedachte dat Amersfoort een gemiddelde stad is, maar voor de democratie lijkt dit niet op te gaan.
Voorstanders van fysiek vergaderen wijzen op het belang van een goed debat voor besluitvorming, en zij menen dat digitaal vergaderen een goed debat in de weg staat. Dit argument wordt door veel raadsleden in verschillende gemeenten genoemd als een van de grootste bezwaren tegen digitaal vergaderen (zie evaluatiecommissie tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming).
Het boven getoonde overzicht maakt in ieder geval duidelijk dat de opvattingen over gemeentelijke democratie niet langs partijpolitieke lijnen gaat. Partijen die in de ene gemeente voorstander zijn van digitale besluitvorming, zijn dat in andere gemeenten niet en omgekeerd.
De landelijke overheid heeft de mogelijkheid van een hybride raadsvergadering (zowel fysieke als digitale aanwezigheid van raadsleden) onmogelijk gemaakt. Dus er moet een keuze gemaakt worden. De vraag is dus waarom de gemeenteraad van Amersfoort juist voor een oplossing kiest, die nogal afwijkt van het gangbare.
Verder zijn er nog een paar vragen waarvan ik het antwoord niet ken maar wel zou willen weten. Waarom vindt de landelijke overheid besluitvorming in het private domein minder belangrijk dan in het politieke domein? De argumenten van fysiek debat voor goede besluitvorming gelden natuurlijk ook voor de besluiten bij bedrijven. Maar daar vraagt de overheid voor een grote mate van terughoudendheid (ga vooral thuiswerken, tenzij...!)
Uit beantwoording van Kamervragen blijkt dat de voorzitter van de raad (lees de burgemeester) de keuze maakt van het type vergadering, waarbij de voorzitter wel rekening moet houden met de gevoelens van een (meerderheid) van de raad. Wat is de mening van onze burgemeester? Waarom heeft het presidium geen keuze gemaakt, maar deze voorgelegd aan de raad?
En tenslotte nog deze. Stel nu dat het drie raadsleden van de coalitie zouden zijn die niet meer aan de raadsvergadering zouden kunnen of willen deelnemen: hoe zou de keuze van de raad dan uitvallen?