Oude ketels, veldverlichting en kantineapparatuur: de hoge energieprijzen drukken zwaar op de begroting van verouderde sportclubs. "Waarom zouden we investeren, als we ieder moment van het veld gestuurd kunnen worden?"
Sportverenigingen die willen verduurzamen, hebben volgens de gemeente Amersfoort ruim voldoende mogelijkheden om hun investeringen met subsidie en leningen te financieren. Veel clubs constateren echter dat ze financieel vastzitten en hebben de blik juist op de gemeente gericht voor hulp. Waarom lukt het de ene club wel om te verduurzamen en de andere niet?
“Als we nu niets doen, gaan we straks failliet.” Het pleidooi van Nico Janssen, penningmeester van voetbalvereniging KVVA, is stellig: verduurzamen is voor een toekomstbestendige sportvereniging geen kwestie van óf, maar van wannéér. “Maar veel geld hebben we niet, en een garantstelling voor een lening kunnen we niet krijgen. Die kan de gemeente niet afgeven omdat onze toekomst op ons complex in het Soesterkwartier niet zeker is.”
De voetbalclub heeft met de gemeente een gebruiksovereenkomst van een jaar en kan in theorie dus ieder jaar worden verzocht het Soesterkwartier te verlaten. De club wil een officiële langdurige huurovereenkomst: zo krijgen ze de garantie dat ze minstens vijf jaar mogen blijven en vergroten ze de kans op een lening.
"Intussen hebben we om een garantstelling gevraagd bij SRO", zegt Janssen, "maar die stuurt ons weer door naar de gemeente en vice versa. We zitten in een spagaat: we willen heel graag verduurzamen en de noodzaak is er ook door de stijgende energielasten. Maar waarom zouden we investeren in een accommodatie waar we ieder moment van het veld gestuurd kunnen worden?”
Onderling verschil
Sinds de energiecrisis zitten veel sportverenigingen in zwaar weer. De ene na de andere club krijgt te maken met een forse stijging van de energielasten, en lang niet iedere club kan die financiële klap even goed verwerken. Zo zijn er al clubs die een contributieverhoging hebben doorgevoerd of dat voor het komend seizoen hebben aangekondigd om het hoofd nog boven water te kunnen houden. Dat zijn vooral de clubs met verouderde clubhuizen en veldverlichting, die de rekening gepresenteerd krijgen van het jarenlange uitstellen van duurzame investeringen.
Clubs waar in de afgelopen jaren wél geïnvesteerd werd in zonnepanelen en LED-verlichting, zingen het voorlopig nog wel even uit. Het doet de vraag rijzen: waarom lopen sommige Amersfoortse sportverenigingen op duurzaamheidsgebied zo ver voor op anderen? Waarom kon de ene club wel investeren in duurzame maatregelen en de andere niet?
Eigen verantwoordelijkheid
“Als de ene club het kan, moet het bij de andere toch ook kunnen?”, zo klinkt de nuchtere conclusie van John Machiels van SRO. De SRO is beheerder van een groot deel van de sportkantines en –kleedruimtes. Iedere sportvereniging krijgt een eigen zogeheten verenigingsadviseur, bij wie verenigingen kunnen aankloppen voor advies over het vrijwilligersbeleid of het verbeteren van de sportaccommodatie.
“Met nieuwsbrieven en verenigingsondersteuning doen we wat we kunnen”, vervolgt Machiels. “Maar we zijn geen duurzaamheidsspecialisten. En dat is ook misschien het probleem bij sommige verenigingen: mensen zijn geen vrijwilliger geworden om het clubgebouw te verduurzamen. Bij veel vrijwilligers staat het thema dus niet op het netvlies. Bij de ene vereniging kennen ze de regels niet, de andere heeft er de mensen niet voor. Wij leveren ondersteuning en lichten clubs zo goed mogelijk voor, maar meer kunnen we niet doen. Op dit moment is en blijft het duurzaamheidsbeleid de eigen verantwoordelijkheid van de verenigingen.”
Iedereen kan het
Die verantwoordelijkheid zou iedere gezonde club moeten kunnen dragen, stelt wethouder sport Ben van Koningsveld (CDA). Hij vindt dat in principe iedere sportvereniging in Amersfoort zou moeten kunnen verduurzamen, ongeacht de clubgrootte. “Er zijn genoeg mogelijkheden om aan geld te komen en als iemand anders beweert, laat ik mij graag overtuigen", zegt hij.
"Natuurlijk heeft de ene club het financieel moeilijker dan de andere en ik snap ook dat duurzaamheid niet bovenaan de agenda staat als een vereniging bijvoorbeeld al aan het worstelen is met het ledenaantal. Maar er zijn genoeg subsidies en leningen beschikbaar en wij zijn als gemeente altijd bereid om garant te staan. Ook als daar maatwerk voor nodig is.”
Tegelijkertijd zegt Van Koningsveld zich ook te realiseren dat er veel clubs zijn met weinig spek op de botten en onvoldoende kennis over de mogelijkheden die ze hebben. “Iedereen doet zijn best, maar verenigingen worden gerund door vrijwilligers en niet iedereen heeft dezelfde skillset. Sommigen weten echt niet waar ze kunnen aankloppen voor financiële ondersteuning", zegt de wethouder.
"We hopen dat de verenigingsondersteuning van de SRO daarbij kan helpen en hebben bij deze organisatie aangegeven dat we het belangrijk vinden dat er een tandje bijgezet wordt op het gebied van voorlichting over duurzame investeringen.” Om de acute druk van de ketel te halen, trekt de gemeente €104.000 euro uit om de huurverhoging die de SRO dit jaar doorvoert, te dempen voor alle sportverenigingen.
Niet genoeg
Voor KVVA-penningmeester Nico Janssen is dat allemaal niet genoeg, zeker niet voor de lange termijn. “Als je als gemeente en SRO echt wil helpen en verduurzaming wil bevorderen, garandeer dan op de lange termijn financiële ondersteuning bij duurzame investeringen. Zeg bijvoorbeeld toe dat we financieel gecompenseerd worden als blijkt dat we een jaar na een investering alsnog weg moeten.”
In een assertievere rol van de clubondersteuning van de SRO, die Van Koningsveld aanhaalt, ziet Jansen geen heil. “Onze verenigingsadviseur is heel bekwaam als het aankomt op advies over vrijwilligersbeleid of het sportaanbod. Maar als je aanklopt voor inhoudelijk fiscaal of juridisch advies of om hulp bij de boekhouding, geeft de SRO niet thuis. Ze kunnen nog zo veel nieuwsbrieven rondsturen om duurzaamheid aan te kaarten: daar hebben wij niet veel aan. Zonder veel eigen geld en zonder leningsmogelijkheden, zitten we in een spagaat.”
Geen geld nodig
“In principe zou elke vereniging dit moeten kunnen, ook als je geen eigen geld op de plank hebt liggen”, vindt ook Evert Nawijn, penningmeester van voetbalvereniging CJVV. De club investeerde vijf jaar geleden in lichtmasten met LED-verlichting en 114 zonnepanelen. Het energieverbruik van de club is daardoor gehalveerd en de investering is zo goed als terugverdiend. De sterk gestegen energiekosten vormen volgens Nawijn daarom geen acute bedreiging.
Hoe kreeg de club dat voor elkaar? Een deel van het investeringsbedrag kreeg CJVV gesubsidieerd door de gemeente dankzij de 1/3-regeling, een subsidieregeling die sportverenigingen in staat stelde een derde van hun investeringsbedrag gefinancierd te krijgen door de gemeente. Deze regeling liep tot 2017 en is opgegaan in de huidige Subsidie Sport en Bewegen. Ook de Rijksoverheid betaalde mee aan de investeringen van CJVV, met geld uit de Subsidieregeling bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA). Voor het resterende bedrag sloot de voetbalvereniging een lening af bij BNG Duurzaamheidsfonds.
Geen enkele vereniging heeft nog reden om ouderwets te stoken en gebruik te maken van slurpende veldverlichting, vindt Nawijn. “In principe hoef je echt geen eigen middelen beschikbaar te hebben om te kunnen verduurzamen. Voor de ene helft van de lening staat Stichting Waarborgfonds Sport garant, voor de andere helft de gemeente. Iedere zichzelf respecterende sportvereniging die de financiën een beetje op orde heeft kan in mijn optiek gemakkelijk een garantstelling krijgen."
"Natuurlijk moet je in je begroting de rente en aflossing meenemen van de lening die je afsluit, maar het rendement is uiteindelijk vele malen groter dan het geld dat je daaraan kwijt bent. Dat sommige verenigingen beredeneren dat ze niet in staat zijn om te investeren, vind ik dus onzin. En als je er de kennis zelf niet voor in huis hebt, raad ik het aan om eens bij andere verenigingen te gaan kijken. We zouden er goed aan doen om elkaar meer op te zoeken.”
‘Gemeente moet opstaan’
Dat ziet Joost de Geus anders. Hij is penningmeester bij voetbalvereniging VOP, één van de verenigingen waar de contributie volgend seizoen noodgedwongen omhoog gaat. “Er zijn inderdaad subsidies en het is misschien waar dat je niet veel eigen middelen nodig hebt om te kunnen investeren, maar dan nog: een investering is nooit gratis. Wij hebben niet veel spek op de botten omdat we geen winstoogmerk hebben, dus we gaan ook niet zomaar investeren in maatregelen waarvan het niet duidelijk is wat het ons oplevert.”
De Geus heeft naar eigen zeggen meer nodig van de gemeente dan alleen de toezegging van een eventuele garantstelling in geval van een lening en een tegemoetkoming in de huursom. “Maak eens een concreet plan voor de lange termijn om verenigingen op weg te helpen naar een duurzaam en toekomstbestendig complex. Daar hebben we meer aan dan aan dit soort acute maatregelen."
"Gemeente: zet die zesduizend euro die je voor ons moet bijpassen aan huur liever in voor verduurzaming", aldus de penningmeester. "Bied verenigingen de kans om met financiële hulp LED-verlichting aan te schaffen. Moderniseer de kleedruimtes. Stel extra subsidie beschikbaar of zelfs een lening tegen nul procent rente. Daar zouden we nou echt wat aan hebben. In tijden van crisis moet een gemeente opstaan en zeggen: we gaan het samen doen.”