Spijker Het Amersfoortse pakhuis toekomst en geschiedenis deel twee

door Joke Sickmann
29 juni 2018om 23:02u

Waarom moest het Spijkertje worden gesloopt?

De Eemhaven zo te zien in alle glorie, gefotografeerd in juni 1988 vanaf het dak van een silo van de Cova. Deze silo was eerder eigendom van de firma Van Vollenhoven. Op de voorgrond 't Spijkertje. Foto Conny Meslier (Archief Eemland),

Het eerste artikel over de geschiedenis van de Spijker eindigde met een citaat uit een reclameboodschap op internet van ontwikkelaar Heijmans. Aan de kade van de Eem vinden we enkele fraai gerestaureerde woningen en pakhuizen van omstreeks 1900. Bij het industrieel monument ‘Het Spijkertje’‚ genieten mensen op het terras van hun lunch in de zachte middagzon. 

Die tekst roept de vraag op waarom dat Spijkertje dan tóch in 2005 is gesloopt.  Het pakhuis in kwestie dateerde uit het begin van de vorige eeuw. In de ogen van de kenners van industrieel erfgoed  (Siesta *2) was het een waardevol en markant gebouw. Volgens degenen die in voorbije jaren iets te zeggen hadden over het behoud van monumenten in Amersfoort was het Spijkertje echter niet bijzonder genoeg om voor te dragen voor de plaatselijke  monumentenlijst. Desondanks wilden veel Amersfoorters ‘t Spijkertje niet kwijt. Aanvankelijk was de gemeente zelf ook die mening toegedaan.  

De gemeente wilde destijds het gebouw als horecagelegenheid inpassen in de nieuwe toeristische Eemhaven die bij de Koppelpoort zou moeten verrijzen. Het zou kunnen dienen als douche- en toiletruimte voor de watersporters. In het Bestemmingsplan Centraal Stadsgebied Noord 2000-2002 (CSG) wordt het Spijkertje aangewezen als een te handhaven beeldbepalend element. Om onduidelijke redenen is door de provincie hier een streep door gezet. De toenmalige eigenaar, Amusementsbedrijf Krijco BV, bleek geen brood te zien in herontwikkeling. Het bedrijf vond dat het gebouw in slechte staat was en meende dat het slecht geschikt te maken was voor de horeca-functies die men in gedachten had. Renovatie en de nodige aanpassingen zouden te kostbaar zijn.

Toen bij het aanbrengen van de damwanden voor de aanleg van een nieuwe kade voor de Eemhaven scheuren in het gebouw ontstonden, verzocht de gemeente uit veiligheidsoverwegingen de eigenaar om met spoed een sloopvergunning aan te vragen. Nadat de sloopvergunning was verleend, heeft Siesta onmiddellijk bezwaar aangetekend bij de gemeente en een verzoek ingediend bij de bestuursrechter om de sloopvergunning te schorsen. De rechter wees het schorsingsverzoek af. Op de dag na de uitspraak presenteerde eigenaar Krijco het ontwerp voor een herbouw aan het Amersfoortse publiek. Het oude pakhuis zelf werd nog diezelfde week al plat gelegd. (*1)

Het Spijkertje is vermoord

’t Spijkertje is veel in het nieuws geweest. Tussen half augustus en half december 2005 hebben er welgeteld ruim 70 berichten in de diverse kranten gestaan: redactionele artikelen, columns, persverklaringen, stadsberichten en boze ingezonden stukken. Daarmee is de overige berichtgeving door de plaatselijke en regionale omroepen en op de diverse websites nog niet eens genoemd. Sommigen betichtten de gemeente Amersfoort en de eigenaar van kwade wil en boos opzet. Inwoner Hein van Wegen voorspelde eerder al “Het Spijkertje wordt vermoord” (*3) . Raadslid Jan Kees Salverda (CDA) schreef op zijn website:  “Als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik het Spijkertje niet mooi vind en bovendien is het geen monument. Ook geen jong monument. (...) Het staat alleen op een heel markant punt en vooral als enige pand in die buurt met een wand direct in het water van de Eem. (...) ’t Spijkertje is vooral belangrijk omdat het dierbare herinneringen oproept bij mensen aan het vroegere Amersfoort en aan hun eigen jeugd. Het is een tastbaar bewijs van het industriële verleden van de stad. Toch vind ik dat niet genoeg reden om het pand te behouden. Het is niet het gebouw zelf dat die herinneringen oproept, maar vooral de plek. Ik ben een groot liefhebber van (industriële) monumenten, lid van de vereniging Heemschut en voorstander van het behoud van de gebouwen van Rohm en Haas en de lijmfabriek."

Wat was toch de reden dat de kwestie destijds zo in het middelpunt van de belangstelling stond?  

Het vergeten industriële erfgoed van Amersfoort

Met het Centrumplan Amersfoort zette Amersfoort aan het eind van de jaren tachtig een proces van vernieuwing en stadsuitbreiding in. De gemeente wilde 'de sprong maken over ‘t spoor' en het centrum in de noordelijke richting uitbreiden. In dit kader stelde de gemeente zich ook tot doel de bestaande industrie rond het station en de Eem te verplaatsen. Veel bedrijfsgebouwen werden gesloopt. De kaalslag die voorafging aan de stadsuitbreiding riep bij de Amersfoorters grote verbittering op. Eén van de eerste gebouwen die plaats moesten maken voor de vooruitgang was het uit 1901 stammende stationsgebouw van Margadant. Schrijver en journalist Rob Lureman schreef in Heemschut (mei-juni1989): “De politiek heeft inmiddels groen licht gegeven voor de grootsteedse aanpak, die per wijk in deelplannen een vervolg krijgt. Onder druk van het nog steeds aanzwellende burgerprotest zijn echter wel voorwaarden gesteld aan de uitvoering. De belangrijkste liggen in het financiële en maatschappelijke vlak Een voorwaarde is ook toegespitst op de gebouwde omgeving. ‘Kwalitatief goede woningen met een beeldbepalend karakter dienen zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven. Juist dat  ‘zoveel mogelijk’ is volgens de critici het bekende addertje onder het gras. Wat gebeurt er zo stellen ze, als de financiële tekorten nog groter worden?”

In oktober 1989 werd op initiatief van kritische burgers in de Johanneskerk een symposium georganiseerd over de stadsvernieuwing. Voor het slopen van industrieel erfgoed was op dat moment nog weinig aandacht. Het gevolg was dat in de eerste jaren die volgden veel bijzondere gebouwen zonder slag of stoot zijn weggevaagd. Toen in 2001 ook het laatste, meer dan 30 meter hoge silogebouw van de COVA-fabrieken in het havengebied werd gesloopt, was de algemene  teleurstelling over de verschraling van het typische Amersfoortse havengezicht toch wel erg groot. Dat het verhoudingsgewijze toch nog lang duurde voordat de Cova werd afgebroken, kwam vooral doordat het betrokken graanverwerkende bedrijf niet wilde verhuizen. De Amersfoortse gemeenschap heeft - voor zover bekend -  niets ondernomen om de Cova gebouwen te redden. Wie ach en wee riep, ging er tegelijk van uit dat de silo's toch niet behouden zouden kunnen worden.

De oprichting van Siesta

In 2003 laaide het protest echter wel op. Dat was op het moment dat gebouwd werd aan de nieuwe uitgang van het station Amersfoort, aan de zijde van het Soesterkwartier. Vanuit deze wijk kwam een kleine revolte tot stand tegen de oprukkende stad. Omwonenden tekenden bezwaar aan tegen de sloop van de oude portierswoning van de Wagenwerkplaats. De mensen waren woedend. De communicatie met het stadhuis over nut, tijdsbestek en de mogelijkheid van het indienen van bezwaar verliep allerbelabberst. Van het stadhuis kregen de mensen te horen: je kunt wel bezwaar aantekenen, maar dat heeft toch geen enkele zin.  Die boodschap gooide olie op het vuur. Met kunst en vliegwerk werd er natuurlijk wèl bezwaar gemaakt. De buurtbewoners hadden echter geen schijn van kans. De sloop van dit gebouwtje was een bittere ervaring, maar ook een goede les voor oplettende en betrokken Amersfoorters.

De sloop van de portierswoning van de Wagenwerkplaats vormde de opmaat voor de oprichting van Siesta. Al snel oogstte de jonge Stichting veel sympathie in Amersfoort. De media besteedden dan ook aan de  onderwerpen die de organisatie aansneed, veel aandacht. Dit leidde ertoe dat de gemeenteraad van Amersfoort in mei 2004 een motie aannam. waarin het   college werd opgeroepen 'erop toe te zien, dat er geen onherstelbare schade wordt toegebracht aan industrieel erfgoed en beleid hiertoe te ontwikkelen en de raad op korte termijn voorstellen te doen met bijpassende budgettering'. Het is overigens nog wel de vraag in hoeverre dit uitgangspunt ook daadwerkelijk tot veel resultaten leidde. Met name na de sloop van het Spijkertje begon  bij Siesta het inzicht door te breken dat je met uitspraken van de gemeenteraad alléén er nog niet bent. Om voldoende druk te kunnen uitoefenen is er kennelijk nog iets meer nodig.

Het Industriële Erfgoed aan de Eem

De ondergang van het Spijkertje staat niet op zichzelf. En misschien toont de sloop en de daarmee gepaarde gang van zaken de verborgen agenda van de gemeente voor de herinrichting van het gehele gebied aan de Eem. Al in de zomer van 2003 had Siesta-in oprichting aan de gemeente Amersfoort een brief gestuurd waarin ze haar zorgen uitsprak over de toekomst van het industriële erfgoed aan de Eem. In dat najaar hebben Siesta en de plaatselijke oudheidkundige vereniging (Flehite) de gemeente verzocht om de bedreigde fabrieksgebouwen van Rohm and Haas, aan de zuidzijde van de Eem, in de Gemeentelijke Monumentenlijst op te nemen. In november 2004 liet wethouder van monumentenzorg Piet Jonkman aan de raad weten dat de gemeente was gestart met een inventariserend onderzoek naar het nog resterende industriële erfgoed langs de Eem. In mei 2005 vond een studiemiddag plaats over het Industriële Erfgoed langs deze rivier. De bijeenkomst was georganiseerd op uitnodiging van de wethouder Jonkman in samenwerking met Siesta, Flehite en Usine (Utrechtse Stichting voor Industrieel Erfgoed). De wethouder was voorzitter van de voorbereidingsgroep en de gemeentesecretaris leidde de discussie. De inleiding van de wethouder was gestoeld op de al aangekondigde inventarisatie en bevatte voorstellen voor bescherming van gebouwen aan de Eem. Over het  Spijkertje was de wethouder toen al terughoudend. In de nota over de inventarisatie stelde hij: “Herbouw met respect voor de 17de en 19de-eeuwse voorgangers lijkt momenteel meer voor de hand te liggen.” Achteraf kan vastgesteld worden, dat aanwijzing tot gemeentelijk monument van industrieel erfgoed alleen dan heeft plaatsgevonden op het moment dat het de gemeente om bepaalde – niet uitgesproken redenen – wel goed uitkwam.

Soap aan de Eem (a continuering story?)

Op 10 augustus 2005 kopte de Amersfoortse Courant “t Spijkertje aan de Grote Koppel in Amersfoort gaat plat”. Aanleiding tot het bericht was een klacht gericht aan het gemeentebestuur over de bouwkundige toestand van het gebouw. Vanaf dat moment was in één klap de publieke aandacht op ’t Spijkertje gevestigd. De bouwvak was net voorbij. De werkzaamheden voor de aanleg van de toeristische Eemhaven waren zo juist weer in alle hevigheid losgebarsten. Voor de bouw van de nieuwe kade werden damwanden in de grond geslagen. Enkele dagen na het eerste alarmsignaal werden langzaam maar zeker de al bestaande scheuren in de muren van het gebouw groter. Een gegraven gat van een meter diep en meerdere meter doorsnee legden nog veel meer scheuren bloot. Omwonenden uit het nabije Gildenkwartier en de Koppel kwamen dagelijks een kijkje nemen. Gevoelens van ongeloof en twijfel maakte zich van Siesta meester. Op 12 augustus mailde H. van der Lee aan zijn mede-bestuurders van Siesta. “Beste bestuursleden, ik heb met [NN] gesproken. [..] Bij de aanleg van de kade is de aannemer verantwoordelijk voor eventuele schade, ook als het pand vooraf niet in goede staat is.” Raadslid mevrouw Willenborg (VVD) kondigde in dezelfde periode aan om een initiatiefvoorstel te richten aan de gemeenteraad. “’t Spijkertje moet als een Amersfoorts monument worden beschouwd vanwege zijn ligging, historie en uiterlijk.[…] Indien renovatie vanwege de slechte bouwkundige toestand van het gebouw niet mogelijk zou zijn, dient de optie “herbouw met gebruikmaking van zoveel mogelijk originele materialen” onderzocht moeten worden. (*4)  Daarbij zou ’t Spijkertje tevens enigszins kunnen worden verplaatst als dat vanwege de damwand die moet worden geslagen nodig zou zijn. Ook de kosten van de verschillende mogelijkheden dienen te worden begroot zodat het onderzoek uitwijst welke extrakosten met herbouw of renovatie zijn gemoeid boven die van slopen en nieuwbouw.” 


Het Spijkertje, gefotografeerd op 1 oktober 2005 door Marcel Overbeek (destijds bestuurslid FIEN - Federatie Industrieel Erfgoed Nederland) 

31 augustus 2005,  weblog Raphaël Smit: “Hein van Wegen stond deze ochtend bij mij aan de deur. Terecht, want hij wilde mij met eigen ogen laten zien wat de afgelopen dagen met Het Spijkertje lijkt te zijn gebeurd. Aan de zijkant van het gebouwtje is enkele dagen geleden een put gegraven. (...) In de blootgelegde fundering zijn zeer recent grote scheuren ontstaan, langzaam lijkt de fundering weg te zakken. Tussen de fundering en de zijwand van Het Spijkertje is een meer dan vuistdikke ruimte ontstaan. De muur bolt, maar dat deed hij waarschijnlijk al. Zwaar bouwverkeer dendert langs, het kan niet lang meer duren. Af en toe lopen mensen zenuwachtig spiedend rondom het gebouw. [..] De staat van onderhoud is ronduit slecht te noemen, aldus wethouder Paul Strengers. ‘De zijgevel is zwaar ontzet, in de kap zit houtworm en de vloer is reeds verrot. Het pannendak is ook slecht, maar kan nog wel een storm doorstaan.” Op 6 september stelde bouwkundige Jan de Kroon in De Stad Amersfoort“’t Spijkertje niet te redden? Onzin, het mag oud zijn, maar dat wil niet zeggen dat het versleten is. Je zou het gebouw zelfs in stukken kunnen zagen en opnieuw opbouwen. Het moet een uitdaging zijn om het te behouden. Iedere Amersfoorter kent ’t  Spijkertje, zoals ook iedereen de Cova-silo’s kende die een paar jaar geleden zin gesloopt.” Volgens hem had eigenaar Krijco ’t Spijkertje laten versloffen.

DE STAD WIKT EN DE EIGENAAR BESCHIKT 

Het initiatiefvoorstel van raadslid Willenborg om eerst een bouwkundig onderzoek te laten plaatsvinden, werd door de raad ondersteund. In een intern mailtje in de kring van Siesta wordt hierover opgemerkt: “En zo besloot men in alle vreedzaamheid. Het was tenslotte laat en men wilde nu eindelijk toch wel weer naar huis. (...). Echter, als het om industrieel erfgoed gaat is men eensgezind. Een aaibaar onderwerp, maar het mag geen geld kosten en dat zal ons straks nog eens de das om doen. Want niemand loopt hier echt warm voor.“

Later kwam uit twee onderzoeken van de Grontmij nog eens naar voren dat het Spijkertje niet te redden zou zijn. Renovatie was misschien wel mogelijk, maar dat zou te kostbaar zijn. Siesta vocht als een tijger om het tegendeel te bewijzen en had daar ook wel redenen toe, maar het mocht niet baten. De gemeente Amersfoort kon daarna de eenvoudige slotsom trekken dat het Spijkertje niet behouden kon blijven. Er werden persberichten uitgegeven en de eigenaar werd uitgenodigd om vanwege veiligheidsredenen met spoed een sloopvergunning aan te vragen. Zo gezegd, zo gedaan. De pogingen van Siesta om via de gerechtelijke weg de sloop in ieder geval tijdelijk tegen te houden waren vergeefse moeite. Toch is het vreemd en merkwaardig dat Amersfoort tegen de oorspronkelijke plannen en voornemens in het zover heeft laten komen. 

Waarom moest het Spijkertje worden gesloopt

In het voorgaande heb ik verslag gedaan van de omstandigheden die er toe hebben geleid dat een bijzonder pakhuis in Amersfoort is gesloopt. In dit artikel heb ik echter nog niet de helft van de factoren die hebben meegespeeld, behandeld. Zo heb ik bijvoorbeeld geen verslag gedaan van de inhoud van de onafhankelijke onderzoeken van de gemeente en van het tegenonderzoek dat Siesta heeft laten uitvoeren; ook niet van het effect van de bronbemaling op het gebouw en van de juridische implicaties van een en ander.  Het heeft weinig  zin om nu nog te speculeren over de afwegingen van de gemeente en de ondernemer in dit proces en om  nader stil te staan bij wat boze tongen hierover beweren. Zeker is in ieder geval de waakzame rol die Siesta in het proces heeft gespeeld. Voor mij is de belangrijkste conclusie dat Siesta te laat het tegenoffensief heeft ingezet. Dat was een goede les die zeker mag leiden tot de conclusie: “eens maar nooit weer! “

Met de kennis van nu zou je je ook kunnen afvragen of er mogelijk een relatie is te leggen met de zwakke bodem ter plaatse.  Het lijkt bijna geen toeval  dat het heien aan de Kleine Koppel voor de nieuwbouw van blok 3  (precies aan de overkant) op problemen heeft gestuit. Instorting van de kade heeft zich meerdere malen voorgedaan langs de Eem.  Dit risico lijkt onvoldoende onderzocht.  Een reden te meer om hoogbouw langs de Eem af te wijzen?

Voetnoten:

(*1) Zie bijvoorbeeld de verzamelvideo met opnamen van omroep Amersfoort. Meer over de geschiedenis van het Spijkertje vanaf minuut 6 t/m minuut 9, te bekijken via de volgende link:   https://www.archiefeemland.nl/bronnen/film-en-geluid/detail/43e14115-61e7-e4d2-ec6c-cfd53af16f65

 (*2) Siesta, Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort, opgericht in 2003.

(*3) Hein van Wegen, overleden in 2012. In memoriam: https://www.youtube.com/watch?v=vKBw9WglELE

(*4) Het is op dit moment onduidelijk of er inderdaad onderdelen van het oude gebouw zijn bewaard en zo ja, waar deze zich bevinden.

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!