De verborgen schatkamer van Amersfoort (5) 'Verzamelen maakt gelukkig. Waarom? Daarom'

door Eric van der Velden
25 april 2021om 17:34u

Amersfoortse particulieren en bedrijven verzamelen kunst. Een verborgen schatkamer, waarvan de StadsGalerij een kier open zet met een expositie eind dit jaar in het Rietveldpaviljoen. In de aanloop publiceert de Stadsbron interviews met connaisseurs. Wat drijft hen? In de vijfde aflevering Albertine en Hein van Vliet. Een gesprek over ziel, hebberigheid, heerlijk dwalen en uiteraard Armando.

Als er geen Apeldoorn was geweest, dan had Amersfoort in 2000 een andere burgemeester benoemd. ,,Er werd aan me getrokken door D66,’’ vertelt Albertine van Vliet-Kuiper, ,,De partij greep naast de burgemeesterspost in Utrecht en dat mocht in Amersfoort niet opnieuw gebeuren. Ik voelde nul aantrekkingskracht tot die baan. Had het naar mijn zin als dijkgraaf.’’

,,Maar niet in Apeldoorn’’ vervolgt echtgenoot Hein van Vliet, ,,Een groot dorp op zandgrond. Grond waarop nauwelijks wat groeit en bloeit. Dat werkt door hoor. Tot aan de cultuur toe. In de twintig jaar dat we er woonden, probeerden we van alles. Een galerieroute. Een jazzfestival. Je boekte wel eens een succesje, maar uiteindelijk sloeg alles dood. Stierf in schoonheid.’’

Albertine: ,,Apeldoorn was de pushfactor. Ik kan slecht tegen een stad zonder ziel. Maakt herinneringen bij me wakker aan Rotterdam, waar ik opgroeide in de jaren vijftig en zestig. Daar was de ziel eruit gebombardeerd. Dat voel je als kind. Apeldoorn kreeg in onze tijd een nieuw stadhuis. Net zo treurig als de eerste Rotterdamse nieuwbouw. Zonder groen op een groot tochtig plein. Hoe slecht kun je omgaan met je ruimte, met geld.’’

De Rotterdamse architectendochter zat voor D66 een aantal jaren in de Apeldoornse raad. In 1990 werd ze aangesteld als watergraaf, zes jaar later gevolgd met een promotie tot dijkgraaf van de Veluwe.

Hé burgemeester

Het verzamelpaar ontvangt ons allerhartelijkst en praat vrijuit. Van boven tot onder ademt hun Amersfoortse herenhuis kunst uit. Tot de tuin aan toe. Licht chaotisch opgehangen en neergezet, op zo’n manier dat het de steriliteit van een museum of galerie ontstijgt. Geen portretten. Wel een keur aan eigentijdse, abstracte of naar abstractie neigende landschappen.

DSCF0046 albertine.jpg

Oud-burgemeester Albertine van Vliet: 'Amersfoort kan soms heel benauwend zijn'. Foto Ron Jagers

De schilderijen van Armando vallen op. En de koffiekannen van Klaas Gubbels. Verder weinig bij het grote publiek bekende namen. Het accent ligt op bijzonder talent uit de eigen leefomgeving.
,,We vinden het gewoon leuk als je een wijntje kunt drinken met de kunstenaar die je weet te raken’, zegt Albertine, ,,Bovendien: je moet het doen met een bepaald budget. Onze polsstok is nu ook weer niet zo lang. Vinden we een kunstenaar goed én sympathiek dan blijven we zijn ontwikkeling of niet-ontwikkeling volgen. We kochten door de jaren heen bijvoorbeeld veel van Jan Ros , Amersfoorter en Lotte van Lieshout, die woont en werkt in Scheveningen. Met het creëren van samenhang zijn we niet bezig, maar die is wel ontstaan. De kunstenaars van wie we kochten, kennen en waarderen elkaar. Vaak zijn ze bevriend. Zo werkt het natuurlijk ook. Als je smaak bekend is, word je gewezen op en geïntroduceerd bij verwante collega’s. Wim Biewenga, ook een grote favoriet van ons, zei toen hij van de benoeming in Amersfoort hoorde: ‘Couzijn van Leeuwen, die moet je in de gaten houden’. We waren nog niet verhuisd of er lag al een postkaart met zelf gemaakte stempels van Couzijn in de bus. ‘Hé burgemeester…’. Hij was heel vrij en onbevangen. We raakten dol op hem. Een aangewaaid kind, bijna. Triest dat hij zo vroeg is overleden.’’

Hein: ,,Je vindt iets mooi en je vindt nog iets mooi. Je koopt en je koopt. En op een gegeven moment heb je een heleboel mooie werken. Zonder dat je doel verzamelen is.’’

Amsterdam in het klein

Terug naar de drijfveer voor de Amersfoortse sollicitatie. Albertine: ,,Amersfoort is Amsterdam in het klein. Met een plein, een kerk en een oude intact gebleven kern. In de hoofdstad brachten we onze studententijd door. Ik dacht met heimwee aan die periode terug. We studeerden slow, heel slow mag je wel zeggen. Geldzorgen waren er niet. Als intendant van een studentenuitzendbureau verdiende ik heel goed bij. Hein stond daar ingeschreven. Zo leerden we elkaar kennen. Had je een spoedklus, moest er dezelfde avond nog iemand of iets van Schiphol worden opgehaald dan belde je Hein. Hein zei nooit nee.’’

Hein: ,,Omdat ik het geld goed kon gebruiken. Wat ons verbond was maatschappelijke en filosofische interesse. We zochten verdieping, en het discussiëren over kunst was daar een onderdeel van. We gingen samenwonen in een piepkleine woning aan de rand van de Jordaan. Vlakbij, op een van de grachtjes, zat Galerie S. Daar kochten we een etsje. Ruimte voor iets groters was er niet. Met dat etsje is het verzamelen begonnen.’’

Albertine: ,,We hebben nooit iets gekocht waarvan de een zei; ik vind het niks of andersom. Je moet je er allebei senang bij voelen. Als je allebei hetzelfde mooi en waardevol blijkt te vinden geeft dat een gevoel van verbondenheid.’’

Top van de verzameling

Waarom niet in Amsterdam gebleven? ,,Omdat Hein als beginnend advocaat een goede baan in Apeldoorn kon krijgen. Ik dacht: ‘Dit wordt honing’. Zonder enige aarzeling zegde ik mijn baan op. Niks honing. Geen cent te makken. Zeventienhonderd gulden in de maand waar je alles voor moest zien te doen. Daar zat je dan met je pas geboren eerste kind. Er was behalve de schouwburg nog een culturele oase: de Van Reekum Galerie, nu bekend als het CODA Museum. Ergens in de jaren tachtig bezochten we daar een expositie van Dick van Arkel, woonachtig in Soest. Breugheliaanse figuren in grote witte vlaktes. Ik moest er van huilen, zo diep raakte het me. Ik belde mijn vader: ‘Pap, kom naar Apeldoorn, dit moet je zien’. Ik wist zeker dat ook hij geraakt zou worden. Dat kwam uit.’’

Uitleggen waarom dit werk haar zo beroerde, wil ze niet. ,,Je moet niet alles willen rationaliseren. Soms moet je gevoel gewoon het gevoel laten.’’

Hein: ,,We volgen Dick nu dertig jaar. Als je vraagt wat zien jullie zelf als de top van jullie verzameling, dan zijn het zijn werken.’’

Albertine: ,,Het is zelden dat je een kunstenaar ontmoet die zo goed kan uitleggen waarom hij maakt wat hij maakt. Meestal krijg je een vaag of ontwijkend antwoord als je meer wilt weten over een bepaalde keus. Bij Dick niet. Alles is doordacht en niets blijkt zo maar. Zelfs een rasverteller en filosoof als Couzijn van Leeuwen leek soms niet te weten waar hij mee bezig was. Op een gegeven moment had hij een serie schaduwfoto’s. Dat werk irriteerde me, ik begreep er geen klap van. Hij leek het zelf ook niet te snappen. Het kan natuurlijk een keus zijn. Niet elke kunstenaar wil zijn ziel en zaligheid met woorden bloot geven. Het kan de magie van het beeld weghalen. Voor Armando gold dat zeker. Daarom koos hij voor nikszeggende titels als Boot of Das Rad. Toch gaf hij bij onze bezoeken aan zijn atelier in Postdam altijd wel iets bijzonders van zichzelf prijs. Haalde hij bijvoorbeeld een boek uit zijn middelbare schooltijd te voorschijn met onderstreepte zinnen en kanttekeningen. Een klassieke tekst die hij had moeten lezen voor Duits. Samen met ons probeerde hij dan terug te halen wat hij als puber ervaren had. Het ging altijd wel ergens over.’’

Begeerte

Is kunst verzamelen een zoektocht naar diepgang en schoonheid? ,,Niet alleen’’, antwoordt Albertine. ,,Het is ook heel aards. Het maakt een heel slechte eigenschap los: begeerte. Je wilt meer, steeds meer. Vooral bij veilingen voel je de hebberigheid. Aan de andere kant hebben we ook vaak kunstenaars door de winter heen geholpen. Dan koop je om te steunen, al doe je dat natuurlijk niet als je het werk niet mooi zou vinden. Ons hele huis staat vol met kunst. Achter de bedden, onder de bedden. We moeten stoppen, zeiden we op een gegeven moment. Maar dat gebeurt dan niet.’’

Hein: ,,Je kan zo heerlijk verdwalen in al die landschappen.’’

Albertine: ,,Verzamelen maakt gelukkig. Zo simpel is het. Waarom? Daarom.’’

Na tien jaar stopte Albertine van Vliet-Kuiper als burgemeester van Amersfoort. Hoe kijkt ze terug? Was Amersfoort inderdaad geen Apeldoorn in cultureel opzicht?

,,Ik heb genoten. Er waren zoveel initiatieven, ik voelde zoveel energie in deze stad. Dat was lang voor mijn tijd al zo. Het plan om de binnenstad te doorsnijden met een verbindingsweg werd door bewoners voor de poorten van de hel weggesleept.
Als burgemeester kreeg ik een opdracht mee: zorgen voor meer sociaal cement. De stad was in korte tijd enorm gegroeid en het was zaak dat er meer verbinding kwam tussen de oude en de nieuwe inwoners. Met een uitbreiding van culturele activiteiten dien je dat doel. Ik zou niet weten hoe anders. Al voor mijn benoeming was daar op ingezet. Met de kunsthal KAdE, het Armando Museum en meer subsidie voor de andere activiteiten. Helaas brak er rond 2008 een crisis uit met een zware bezuinigingsopdracht als gevolg. Dat je dan moet kiezen is onvermijdelijk. En dat je dan het Armando Museum in de Elleboogkerk opoffert, valt gezien het lage aantal bezoekers ook nog te begrijpen. Maar wat ik heel verdrietig en pijnlijk vond, was dat niemand voor Armando opkwam. Helemaal niemand. In al die jaren was het niet gelukt om de mokkende Amersfoorter te overtuigen van het belang van zijn werk. Het is inderdaad donker en ontoegankelijk, maar het vertelt wel een belangrijk verhaal. Een verhaal waar je niet van weg moet willen kijken. Niet alleen het landschap is schuldig. Het gaat ook over onze schuld. Over de schuld van al die mensen die niets deden toen zij de gevangen afgevoerd zagen worden naar Kamp Amersfoort. Als hij wel als kunstenaar was omarmd, dan zou niemand zijn gevallen over zijn zakelijke transacties. Daarvan ben ik overtuigd. Nu wordt hij ook nog neergezet als een geldwolf. Dat maakt het voor mij nog verdrietiger.
Nadat de Elleboogkerk verwoest was door brand heb ik geknokt voor herbouw van het Armando Museum. Ze hebben gewacht totdat ik weg was. Nu staat er een lege huls. Wat ik mezelf aanreken is dat ik te weinig oog heb gehad voor de weerstand tegen Armando. Je omringt je met kunstenaars. Een wereld van gelijkgestemden.’’

Geen Wiegel

Over het huidige Amersfoortse cultuurbeleid laat ze zich niet uit. ,,Je moet geen Wiegel willen zijn. Weg is weg. Laat ik er wel dit over zeggen: Vrolijk stemt het me niet en ik vrees dat door Covid-19 er nog meer stagnatie komt. Over een jaar zou er wel eens heel veel energie in de kunst weggelekt kunnen blijken.’’ 

DSCF0008 Kopiëren.jpg

Oud-advocaat Hein van Vliet: 'In die landschappen kun je zo heerlijk verdwalen'. Foto Ron Jagers

Aan het Verbogen Schatkamer-initiatief van Ron Jagers doet het verzamelpaar graag mee. ,,Ron wil een vonk laten overslaan met het werk uit onze en andere verzamelingen. De vonk van verbeeldingskracht. Ik ben benieuwd hoe hij dat gaat concretiseren’’, zegt Albertine. Af en toe grijpt zij naar haar schouder. Zij blijkt vrijwel hersteld te zijn van een akelige val van de trap. ,,Eigen schuld. Gebrek aan focus. Onze twee kinderen vonden het tijd dat we op zoek gingen naar iets gelijkvloers. Ik heb gekeken op Funda. Helemaal niets. Of heel veel geld voor veel minder vierkante meters en ook nog eens geen tuin. We blijven hier.’’

Geen heimwee naar Amsterdam meer? ,,Nee, Amersfoort is onze stad. Soms benauwend als je kijkt hoe er met Armando is omgesprongen. Maar dan nog altijd benauwend met een ziel.’’

bijsluiter

Eric van der Velden is gepensioneerd dagbladjournalist. Hij was onder meer theaterredacteur en chef kunst van het Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant. Eerder in deze serie verschenen interviews met Bob Kovel, Lex van de Haterd, Michel en Greet Schoonderbeek en Adri Colpaart. Deze serie interviews komt tot stand in nauwe samenwerking met Ron Jagers, drijvende kracht achter de StadsGalerij.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!