Het fenomeen dat in deze rubriek gewoonlijk ‘de westelijke rondweg’ wordt genoemd, is ook bekend onder andere namen. Denk aan: westtangent, westelijke ontsluiting en kortweg ‘wo’. Allemaal zakelijke, nuchtere termen. Want laten we eerlijk zijn: mooi wordt die rondweg niet. Zelfs menige VVD’er ziet liever wat idyllische natuur dan al dat asfalt. Hij of zij had ook graag al die bomen laten staan. Maar het is niet anders, volgens de coalitie. We ontkomen niet aan de ‘wo’, aangezien de autowegen anders hopeloos zouden verstoppen. Het is een noodzakelijk kwaad.
Althans, dat dacht uw analist. Want de westtangent kan ook heel anders worden beschreven. In recente raadsinformatie is de autoweg opeens een ‘landmark’, een potentieel ‘nieuw monument’, één van de ‘kroonjuwelen’ van de stad en ook nog onderdeel van een ‘parelsnoer’. Toe maar.
Daar blijft het niet bij. Ook voor het begrip ‘hoogbouw’ worden tal van eufemismen gevonden. Een woontoren is ‘hoog en markant’ en daarmee het tegendeel van ‘laag en onzichtbaar’. Het worden vast ‘robuuste statements’ en - evenals de autoweg - ‘nieuwe monumenten’ en ‘landmarks’. En wij maar denken dat hoogbouw toch ook een beetje een noodzakelijk kwaad is. Zo’n toren biedt veel vierkante meters op een klein bouwvlak, daarom zet je zoiets toch neer? Anders ga je wel lager bouwen.
De raadsinformatie werd verstrekt in de aanloop naar een overleg met als onderwerp: de ‘Amersfoortse Heuvelrugzone’. De wat? Inderdaad, dat is een nieuwe term. We kennen allemaal de ‘Utrechtse heuvelrug’ van de Lagere School. Die konden we op de blinde kaart zó aanwijzen. Maar het begrip ‘Amersfoortse heuvelrugzone’ bestaat eigenlijk alleen in recente ambtelijke stukken en enkele reacties daarop. Het werd enkele jaren terug uitgevonden als een overkoepelende term voor een aanzienlijk gebied: van bos Birkhoven/Bokkeduinen tot aan Nimmerdor. Ofwel: van de hoek Barchmann Wuytierslaan/Birkstraat (de afslag naar Soest dus) tot Nimmerdor, waar Leusden al in zicht komt.
Prullenbakken en bankjes
De raadsinformatie is een flinke berg huiswerk: diverse beschouwingen, verslagen en de bevindingen van meerdere onderzoeken hebben de raadsleden gedurende de lange corona-avonden weer van de straat gehouden. Al snel blijkt dat de gemiddelde Amersfoorter ook nog nooit van die ‘Amersfoortse Heuvelrugzone’ heeft gehoord. Meerdere bureaus spraken met de recreanten die zich op al deze plekken ophielden. De zone heeft ‘in de huidige situatie in de hoofden van de respondenten geen sterke eigen identiteit’. Een ‘heuvelrugzone’? Nooit van gehoord.
Ook blijkt, dat de recreanten - of ze nou worden verdeeld in ‘rustzoekers’ en ‘actieve recreanten’ of niet - helemaal niets willen behalve dan dat alles zoveel mogelijk bij het oude blijft. Wat het merendeel betreft, mag woningbouw op deze plekken niet ten koste gaan van de bestaande natuur. Beter is, de gebouwen die er tóch al staan, tot woningen om te bouwen. Nieuwbouw mag desnoods, maar alleen aan de randen van de natuurgebieden. Wel wordt er nadrukkelijk en herhaaldelijk gevraagd naar meer routes voor mountainbikers, nog wat bescheiden horecavoorzieningen en vooral prullenbakken en bankjes.
Juist, u leest het goed: prullenbakken en bankjes. Dat was even slikken voor de plannenmakers ten stadhuize. Het idee bleef maar spoken door hun hoofd, zelfs na het werk: op de vouwfiets naar het station - hoge ambtenaren wonen in andere gemeenten - en ’s avonds op de bank. Snotverdorie. Je komt de authentieke kreet ‘Amersfoortse Heuvelrugzone’. Je goochelt wat met sussende termen als ‘parelsnoer’ en ‘nieuwe monumenten’. Je gooit er meerdere onderzoeken tegenaan. En wat krijg je dan? Prullenmanden en bankjes, niks geen landmarks.
Het Orakel
Hoe nu verder? Besloten werd tot een traditionele dag op de heide. Daar kwam iemand met een lumineus idee: we vragen die ene ambtenaar die in de wandelgangen tersluiks ‘Het Taalwonder’ en ‘Het Orakel’ wordt genoemd. Laat hem maar schuiven! Als die het op z’n heupen krijgt, worden er ellenlange kronkelzinnen geproduceerd, pagina na pagina na pagina, dusdanig dat niemand door de bomen nog het bos kan zien. Tegen de tijd dat iemand er een touw aan vast kan knopen, staan de volgende verkiezingen voor de gemeenteraad alweer in de steigers en hebben die raadsleden wel wat anders aan hun hoofd. Als we een rondweg een parelsnoer noemen - of was ’t een parel? - kan dat er nog wel bij.
Zo gezegd, zo gedaan. Het Taalwonder werd erbij gehaald en verzocht zich helemaal uit te leven. De eerste mededeling die hem werd voorgelegd, luidde: ,,De raad moet een visie voorbereiden.’’ (Een ‘visie’ is jargon voor een toekomstplan.) Deze mededeling vertaalde hij in: ,,Het doel van deze peiling is om een aantal dilemma’s en stellingen te bespreken in het kader van de visie op de heuvelrugzone om zodoende richting te krijgen en scherpte aan te brengen bij de vertaalslag van scenario’s naar visie.’’ Dit is nog maar het begin van een even bloemrijk als erudiet betoog waarin het bovenstaande een paar keer wordt herhaald.
Dan de tweede mededeling: ,,De raadsleden laten hun gedachten de vrije loop.’’ Dat werd: ,,In dit stadium van het proces is er geen goed of fout ten aanzien van de scenario’s; ze zijn in dit stadium continu in bewerking, ze beschrijven op hoofdlijnen de ontwikkelrichtingen, ze verkennen het speelveld en ze maken scherp welke overwegingen en keuzes er zijn.’’ Ook deze hertaling gaat nog wel even verder in deze trant. Vervolgens orakelt Het Taalwonder talrijke alinea’s door, vol ontwikkelstrategieën en oplosrichtingen met robuuste differentiatie, thematisch ingezoomd binnen het kader ergens van.
En voor je het weet, zit je bij die kroonjuwelen en die landmarks. Woontorens dus en autowegen. Stenen en asfalt. Dat zijn de niet of nauwelijks benoemde zaken waar de documenten eindeloos omheen draaien. De essentie van de Heuvelrugzone-plannen wordt samengevat als ‘het beschermen en versterken van groene en cultuurhistorische waarden’ en ‘vergroening in plaats van verharding’. (Of woorden van gelijke strekking; ook dit alles komt weer in allerlei formuleringen voorbij.)
Het Taalwonder komt in navolging van de onderzoekers met drie ‘ontwikkelscenario’s’, ook wel ‘ruimtelijke strategieën’: ‘1 - Infinity forest’, ‘2 - karaktervolle deelgebieden’ en ‘3 - kroonjuwelen verbinden’. Bij 1 wordt voorgesteld: ,,Wonen in het bos, met de bomen.’’ Bij 2 wordt gedacht aan: ,,Wonen op landgoederen en binnenplaatsen.’’ Bij 3 aan (het wordt eentonig maar het is niet anders): ,,Toevoegen van nieuwe monumenten en landmarks, ook t.b.v. woningbouw.’’ Volgens Rob Molenkamp (Lijst Molenkamp) en Bart Beeftink, oprichter van het burgerinitiatief Bomen Behoud Amersfoort, gaan bij deze operaties totaal 15 á 20.000 bomen tegen de grond.
Eén ding is duidelijk: uit dit alles spreekt de drang om te gaan bouwen. De term ‘Amersfoortse Heuvelrugzone’ lijkt te zijn bedacht om de bebouwing te spreiden over de natuurgebieden die opeens onder één parapluterm zijn ondergebracht. Een greep uit de raadsplannen, naast de wo: verbreding van de A28 en woningbouw op en rond het terrein van Zon en Schild, de kloosters Mgr. Blom en Onze Lieve Vrouwe ter Eem en de Middelhoefseweg.
Hoge recreatiedruk
Iemand die de bui al zag hangen, was een afgevaardigde de stichting Utrechts Landschap, tevens sprekend namens de NNN, ofwel Natuurnetwerk Nederland. In een brief vraagt de stichting zich af waarom volgens al die raadsinformatie de natuurgebieden ‘een sterkere identiteit’ moeten krijgen en dienen te worden gepromoot. Dat wordt nergens uitgelegd. Het groen kampt al met een hoge recreatiedruk. Op zondagmiddagen struikel je over elkaar. Die bouwdrift kan wel eens gaan botsen met wat de provincie van plan is. Die werkt namelijk aan een omgevingsvisie over het creëren van ‘nieuwe natuur’, ‘3000 hectare groene contour’ en een ‘klimaatbestendig natuurnetwerk’. Het Utrechts Landschap ziet overigens liever laag- dan hoogbouw. Donder op met je landmarks en nieuwe monumenten.
Het Utrechts Landschap was niet present bij het digitale overleg, wel zes andere insprekers. Zij voerden het woord namens onder meer Groen in Amersfoort, de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort en het Instituut Voor Natuureducatie. De vermaarde landschapsarchitect Dick Haver Droeze was er ook en had genoeg aan zijn individuele reputatie.
Zij kwamen als eerste aan het woord en waren eensgezind: de drie scenario’s wijzen allen in de richting van bouwen, bouwen en nog eens bouwen. De onderzoeken stonden vol ‘geheimtaal’, maar de uitkomst van de enquêtes was ‘kraakhelder’: de respondenten willen helemaal geen verandering. Ze willen hun natuur behouden. Waarom luisteren we niet naar hen? Waarom dat gebazel over ‘groen versterken’? Er gaat natuur verdwijnen en dat kan worden verdedigd met het argument: er is woningnood, dus moeten we gaan bouwen. Daar is veel voor te zeggen. Maar zég dat dan.
Weerklank
Deze kritiek vond weerklank in de raad. Raadsleden krabden zich achter de oren, ook al hadden ze hun reacties van tevoren al (deels) geformuleerd. Zelfs de VVD leek niet helemaal gelukkig met de gang van zaken. De natuurgebieden waren van één noemer voorzien, terwijl ze toch echt niet een geheel vormen. GroenLinks wil dat de Amersfoortse Heuvelrugzone ‘primair een natuurgebied’ blijft en pas in de tweede plaats eventueel ‘een uitloopgebied voor de stad’. D66 prefereert ‘bouwen binnen de huidige bebouwing’ boven nieuwbouw in het groen. De ChristenUnie en de PvdA zien niets in hoogbouw en spreken liever over de aparte deelgebieden dan over één denkbeeldige ‘zone’. De PvdA vroeg zich af tot welk ‘abstractieniveau’ de auteurs waren opgestegen, met hun parelsnoeren en kroonjuwelen. Het CDA hamerde niettemin op de noodzaak van woningbouw. Er zijn vast delen van de zone te vinden waar nog wat kan worden neergezet. Het vinden van een ‘balans’ tussen groen en bouwen, daar gaat het om.
Zodoende sprak de raad aan één stuk door over datgene waar de raadsinformatie met ontelbare eufemismen omheen draait. Hoe nu verder? Er komen meer peilingen, liet wethouder Astrid Janssen weten, en daarmee dus meer rapporten. Die zullen met minder geheimtaal gepaard gaan. Een béétje raadslid kijkt daar dwars doorheen, zoveel is duidelijk. Als je wilt gaan bouwen, zég dat dan.