Amersfoort is lief voor de ondernemers in de binnenstad
Ondernemers in Amersfoort, vooral die uit de binnenstad, hebben met extra gemeentelijke belastingen te maken buiten de belastingen die door alle inwoners van Amersfoort betaald moeten worden. Dit zijn de precariobelasting en de reclamebelasting.
We kijken eerst naar de precariobelasting.
Gemeenten heffen precariobelasting (of kortweg: precario) als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. De precariobelasting wordt specifiek geheven voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Voorbeelden van belaste voorwerpen zijn kabels en leidingen, terrassen, bouwmaterialen, zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen. Precariobelasting wordt wel gezien als de fiscale tegenhanger van een privaatrechtelijke vergoeding om de gemeentegrond te kunnen gebruiken.
Beeld van een vol terras van vorig jaar; dit jaar is het beeld door de coronacrisis totaal anders. Maar of hun terrassen nu vol of leeg zijn, ondernemers moeten er precariobelasting voor betalen. Foto: Nico Brons
De precariobelasting valt toe aan de algemene middelen van de gemeente en is door de gemeente vrij besteedbaar. Er is geen verplichting om de geheven precariobelasting in te zetten voor uitgaven die samenhangen met de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Hoewel dat niet in de wet tot uitdrukking is gebracht, geldt bij de heffing van de precariobelasting een belangrijke beperking. De precariobelasting kan niet worden geheven als de aanwezigheid van het voorwerp moet worden gedoogd op grond van een wettelijke of contractuele verplichting. Een voorbeeld: kabels van telecomnetwerken en kabeltelevisie moeten op grond van een wettelijk voorschrift worden gedoogd. Ook een terras op een verhuurd stuk gemeentegrond moet worden gedoogd. Belastingheffing is in die gevallen niet mogelijk.
Gemeenten kunnen ook geen precariobelasting heffen over netwerken die nutsbedrijven in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Dat is sinds 1 juli 2017 in de Gemeentewet geregeld. De regeling voorkomt dat inwoners via de precariobelasting moeten betalen aan een buurgemeente of -provincie waarvoor zij geen democratisch stemrecht hebben. Enkel gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken mogen nog tot 1 januari 2022 precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen naar maximaal het tarief dat op 10 februari 2016 gold.
Amersfoort behoorde tot deze gemeenten die dachten via deze bijzondere constructie extra inkomsten te genereren. In 2016 werd nog gedacht aan extra inkomsten van 2,1 miljoen in 2016 tot 3,4 miljoen in 2018. Hoewel verschillende partijen in de raad in 2015 al opmerkingen hebben gemaakt en vragen hebben gesteld over de haalbaarheid van deze heffing, bleef het college achter haar standpunt staan dat uitbreiding van de precariobelasting met nutsnetwerken een haalbare keuze was. Een paar maanden later bleek dit niet waar te zijn.
De landelijke regering maakte een eind aan deze mogelijkheid, maar wel met de mogelijkheid om in 10 jaar tijd deze constructie af te bouwen. Sindsdien is de gemeente Amersfoort bezig met het afbouwen van deze inkomsten door de OZB vier keer extra te verhogen met €575.000 zodat de inkomsten op een gelijk niveau blijven. In 2022 gebeurt dit voor de laatste keer.
Op basis van cijfers van het CBS kan gekeken worden naar de verwachte opbrengsten voor 2020. Ook hier wordt net als in eerdere stukken van mijn hand een onderscheid gemaakt tussen de groep gemeenten van 100.000 tot 200.000 inwoners (staatje links) en de regiogemeenten.
Binnen de groep van gelijke grootte neemt Amersfoort een vierde plaats in. Koploper is de gemeente Apeldoorn waar ruim 8 miljoen aan precariobelasting wordt ingeboekt. Zaanstad is hekkensluiter met een geschatte opbrengst 300.000 euro.
Ook regionaal zijn er verschillen. Barneveld verwacht ruim 2,9 miljoen opbrengsten waar Amersfoort er 1,3 miljoen verwacht. De gemeenten Soest en Woudenberg kennen geen precariobelasting.
Zoals gezegd is een eerlijke vergelijking lastig. De verschillen zijn eerder het gevolg van de belasting op de nutsnetwerken en politieke keuzes die door de gemeenteraad zijn gemaakt dan de verschillen in tarieven voor terrassen.
Terrassen zijn het meest zichtbare onderdeel van de precario. Kijken we naar de opbrengst per m2, dan ontstaat een heel ander beeld. Hierbij is alles berekend naar 1 m2 per maand in de duurste regio (het centrum).
Nijmegen is dan de duurste stad voor ondernemers met een terras in het centrum, terwijl Amersfoort de laagste precariobelasting vraagt. Arnhem heft als enige geen precariobelasting op terrassen.
Reclamebelasting
De reclamebelasting kent in eerste instantie een regulerend karakter. Door openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg te belasten, kan de gemeente het gebruik van reclame reguleren. De reclamebelasting is lange tijd slechts door een beperkt aantal gemeenten geheven, maar staat de laatste jaren weer meer in de belangstelling.
Reden hiervoor is dat steeds vaker ondernemersverenigingen gemeenten vragen de belasting in te voeren. Met de opbrengst wordt dan een ondernemersfonds gevoed. Artikel 227 van de Gemeentewet biedt de basis voor de heffing. De gemeente Amersfoort is op verzoek van Ondernemers Binnenstad Amersfoort (OBA) in 2011 begonnen met het heffen van reclamebelasting. Na aftrek van gemaakte kosten worden de opbrengsten als subsidie gegeven aan Stichting Ondernemers Amersfoortse Binnenstad (SOAB) die er vervolgens zaken voor regelt ten behoeve van de binnenstad. Daarbij moet gedacht worden aan kerstversiering, intocht Sinterklaas, promotionele activiteiten. Het betreft ruim 200.000 euro wat jaarlijks besteed kan worden. Zoals bij de instelling door de gemeenteraad werd gezegd, deze belasting is voor en door ondernemers.
Onder meer de intocht van Sinterklaas wordt in Amersfoort betaald uit de opbrengst van de reclamebelasting. Foto: Nico Brons
Voor 2020 is een andere financieringsgrondslag in werking getreden. De reclame belasting wordt niet meer gebaseerd op de grootte van de reclame-uiting maar op de WOZ-waarde van het winkelpand.
De conclusie uit deze vergelijking is dat de gemeente Amersfoort in vergelijking met andere gemeenten van gelijke grootte erg lief is voor zijn ondernemers in de binnenstad. Uitgaande van het gemiddelde van €6,50 per m2 is er een verschil van bijna 4 euro. Wellicht een overpeinzing waard bij het zoeken naar extra inkomsten bij de komende begrotingen. Uiteraard onder de voorwaarden dat ondernemers dan wel de mogelijkheid hebben om hun terrassen weer ten volle te benutten.
Bijsluiter:
Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij actief de Amersfoortse politiek. Hij neemt als burgerjournalist deel aan het project Tandenerin van De Stadsbron.
Lees ook zijn bijdragen over Toeristenbelasting en de stijging van de OZB
Bronnen:
www.opendata.cbs.nl (verwachte opbrengsten)
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/ (gemeenten)