“Best spannend voor een VVD-wethouder” zei wethouder Roald van der Linde onlangs in een vergadering met de raadsleden die ging over parkeernormen en autogebruik bij nieuwbouw in de stad.
Wethouder Roald van der Linde: 'Best spannend voor een VVD-wethouder'. Foto: Archief Stad Amersfoort/BDUmedia.
Een begrijpelijke opmerking, want de VVD is over het algemeen tegen 'autootje pesten' en er wordt momenteel fors gediscussieerd over beperkende maatregelen voor de auto in Amersfoort. Autoluwe binnenstad, blik van de straat bij nieuwbouw, deelauto’s, lagere parkeernormen, het komt tegenwoordig allemaal aan de orde in de gemeenteraad. De rekenkamer nam de parkeergarages en fietsenstallingen onder de loep. Kortom redenen genoeg om er eens bij stil te staan.
Auto niet meer op straat parkeren
Bij de nieuwbouwplannen op de Hoef, de Isselt, Wagenwerkplaats en Nieuwe Stad is het idee om auto’s geen deel uit te laten maken van de openbare ruimte. Dus parkeerplaatsen onder de grond, op eigen terrein of aan de randen van het gebied. Daarmee is er meer ruimte voor de woningen en kan het openbaar gebied gebruikt worden voor groen, fietsen en spelen. Dat betekent dat je minder hoog hoeft te bouwen en meer kan aansluiten op bestaande gebieden. Dat is een loffelijk streven, maar daarvoor zijn veel meer maatregelen nodig dan je op het eerste gezicht zou zeggen. De ontwikkelaar moet dus echt parkeren ondergronds maken en dat kost geld. Om hen daarin tegemoet te komen, is een discussie gaande over de parkeernormen. Zij krijgen korting op het aantal te realiseren parkeerplaatsen, mits zij het MaaS-concept (zie ook https://www.destadsbron.nl/nl/PolitiekBelicht4) omarmen. Daar zijn behoorlijk wat eisen aan gekoppeld, blijkt uit een bijlage bij het raadsvoorstel hierover:
'De eisen die we willen stellen aan een ontwikkelaar om deelmobiliteit te mogen inzetten, zijn:
1. De ontwikkelaar dient de deelmobiliteit aan te bieden via de Mobility Service Provider (MSP).
2. Het plan biedt aan alle nieuwe bewoners deelmobiliteit aan via de VVE, met een zekere mate van verplichte deelname. Alle bewoners dienen via de servicekosten bij te dragen aan de beschikbaarheid van deelmobiliteit, ongeacht of men gebruik maakt van de dienst.
3. De ontwikkelaar dient een marketingplan te hebben, waarin de beoogde doelgroep en de wijze van informeren en enthousiasmeren van de mobiliteitsdienst is uitgewerkt.
4. Het aanbod aan deelmobiliteit is flexibel genoeg om aan de vraag te kunnen voldoen. De mate waarin een vast aantal en een flexibel aantal wordt aangeboden is aan de ontwikkelaar zelf om te bepalen. Dit kan afhankelijk zijn voor de fysiek beschikbare ruimte voor het opstellen van deelauto’s.
5. In overleg met de (nieuwe) bewoners wordt bepaald in welke mate deelmobiliteit, anders dan deelauto’s en Openbaar Vervoer–worden aangeboden.
6. Binnen het aanbod dient ook elektrisch vervoer aangeboden en gestimuleerd te worden. Voor dit elektrisch vervoer dienen voldoende oplaadvoorzieningen in het plan te zijn opgenomen, met mogelijkheden van opschaling.
7. Het aanbod van deelmobiliteit dient aan te sluiten bij de doelgroep.
8. De deelmobiliteit dient door de ontwikkelaar voor een periode van 10 jaar te worden gegarandeerd.
9. Het aanbod is bij oplevering van de ontwikkeling beschikbaar, ook voor de buurt.'
Bij nieuwbouw is dit een prima concept. Iemand die daar gaat wonen, weet hoe een en ander is opgezet en zal daaraan mee moeten betalen. Bij de aanliggende wijken, zoals het Soesterkwartier, is er zorg. In deze wijk zal men te maken krijgen met het parkeervergunningenbeleid. Bewoners zullen een vergunning aan moeten vragen van €170,- per jaar. Dat leidt nu al tot discussies. Ook in de raad is men er nog niet uit. Op dinsdagavond 11 januari wordt over dit onderwerp verder vergaderd. Alle aspecten van de nieuwbouwplannen worden dan in onderlinge samenhang besproken.
Deelauto’s
Een onderdeel van het nieuwe beleid is het gebruik maken van deelauto’s. Bij nieuwbouw kunnen ontwikkelaars plaatsen reserveren voor deelauto’s. Dit vervangt de plekken voor een aantal reguliere parkeerplekken. Bij de Zangvogelweg in Liendert wordt bijvoorbeeld uitgegaan van vervanging van vijf reguliere parkeerplekken per deelauto. Het idee om deelauto’s te gebruiken, hangt samen met het idee dat de eigen auto voor het grootste deel van de dag niet wordt gebruikt, maar wel van de openbare ruimte gebruik maakt. Door een deelauto te gebruiken betaal je voor het gebruik en niet voor het bezit. Op de website https://ritjeweg.nl/ kun je een vergelijking maken. Daaruit blijkt dat bij weinig gebruik de deelauto veel voordeel biedt. Bij dagelijks gebruik en veel kilometers is de eigen auto toch goedkoper. Het is dus erg afhankelijk van de eigen situatie.
Parkeerbeleid voor de hele stad
Uit bovenstaande blijkt dat het invoeren van parkeerbeleid een kwestie is van afwegingen. De gemeenteraad is bezig met het ontwikkelen van een nieuw parkeerbeleid. Daarbij is het een optie om in plaats van vergunningenbeleid uit te gaan van betaald parkeren. Het betekent dat naast vergunninghouders ook mensen tegen betaling op straat mogen parkeren (kort parkeren). De gemeente heeft geconstateerd dat op doordeweekse dagen het in de vergunningsgebieden overdag vaak relatief rustig is met geparkeerde voertuigen. Bewoners met vergunning zijn het hier vaak niet mee eens en het leidt tot discussies. Bij wijken zonder vergunningparkeren en zonder betaald parkeren leidt het tot overloopparkeren. Het voorbeeld dat vaak wordt aangehaald is de parkeerder die de auto daar parkeert en vervolgens een vouwfiets uit de achterbak haalt om naar het werk te fietsen.
Een andere gedachte is dat het parkeren op straat duurder moet zijn dan het gebruik van een parkeergarage. De Amersfoortse rekenkamer heeft een onderzoek gedaan naar het gebruik van de parkeergarages. In en rond het centrum van Amersfoort zijn negen openbare parkeergarages beschikbaar met een totale capaciteit van 3.974 parkeerplaatsen. Daarvan worden er vier (ongeveer 25% van de parkeerplaatsen) beheerd door ParkeerService en zijn feitelijk in handen van de gemeente. Andere parkeergarages zijn in particuliere handen.
De rekenkamer constateert dat private partijen en de plaatselijke overheid hier in concurrentie met elkaar opereren en dat het beleid daarom getoetst moet worden aan de Wet Markt en Overheid. Er wordt geconstateerd dat de gemeente Amersfoort geen beleid heeft dat expliciet gericht is op het (betaald) parkeren in parkeergarages. De rekenkamer constateert dat het parkeerbeleid is verouderd, maar dat er wel ambitie is om meer rekening te gaan houden met hogere doelen, zoals leefbaarheid (minder uitstoot, minder auto’s op straat, overlast tegengaan, autoluwe binnenstad) bereikbaarheid en toegankelijkheid. Dat sluit dus aan bij de wens van de gemeenteraad om het totale parkeerbeleid te actualiseren.
Geen actueel inzicht
De kwaliteit van de parkeergarages is onderzocht. In het algemeen scoren de parkeergarages een voldoende. Garage Stadhuisplein scoort in het deskundigenoordeel op de meeste kwaliteitselementen een duidelijke onvoldoende en komt als slechtste garage uit het onderzoek. Garage Amerena scoort het best in het deskundigenoordeel. Opvallend is de conclusie dat de gemeente geen actueel inzicht heeft in de (ervaren) kwaliteit van het parkeren in haar garages, laat staan in dat van de andere, private garages. De raad wordt daarover ook niet geïnformeerd. De rekenkamer constateert vervolgens dat er geen communicatie en samenwerking is tussen de gemeente en de private partijen op dit terrein. Niet op het terrein van beleidsontwikkeling en de uitvoering van beleid en ook niet op het terrein van het delen van informatie. Er wordt geen informatie gedeeld over bezettingsgraden, klachten en incidenten, de kwaliteit van de garages en de klanttevredenheid of plannen rond een autoluwe binnenstad.
Parkeergarage Stadhuisplein: onvoldoende.
Een belangrijke aanbeveling van de rekenkamer is: neem als gemeente het initiatief om het totale kwaliteitsbeeld van parkeren te verbeteren samen met de exploitanten, beheerders en stakeholders. Stem met de private parkeerexploitanten af hoe de klanttevredenheid van parkeerders in Amersfoort periodiek en integraal kan worden gemeten, waarbij samen wordt gekeken naar mogelijkheden om de algemene parkeersituatie te verbeteren en informeer de raad hierover.
Bespreking in de raad
Op 7 december werd over een integrale parkeervisie 2035 gesproken. VVD en CDA willen de auto niet zien als 'lastpost' en de VVD vindt dat mensen die een auto hebben, die 'gewoon kwijt moeten kunnen'. Andere partijen zoeken het in maatwerk, voorkomen van zoekverkeer en het alternatief van de parkeergarage. Spannend is het vooral als gesproken wordt over het vergroten van het vergunningengebied. GroenLinks gaat daarin heel ver en wil van heel Amersfoort één vergunningengebied maken. Andere partijen willen een grotere ring om de binnenstad en beter gebruik van de parkeergarages.
Een aardige discussie is ook om de vergunning voor tweede of derde auto duurder te maken. VVD is daar niet direct een voorstander van, maar D66 wijst op het coalitieakkoord waarin is afgesproken om te onderzoeken of een tweede en derde auto kan worden ontmoedigd. De meeste partijen zijn voor sturing via tarieven voor meerdere auto’s.
Een andere oplossing is het stadsrandparkeren. Voorwaarde is dat er heel regelmatig pendelbussen naar het centrum gaan. De grote vraag is waar er ruimte is voor dergelijke oplossingen.
Kortom om aan iedereen recht te doen, moet je een parkeerbeleid voor de hele stad ontwikkelen, daar gaat het college nu mee aan de slag. En dan komen politieke verschillen tot uiting, dus niet zo vreemd dat de VVD wethouder het spannend vindt.