Vlak voor het zomerreces werd in de Amersfoortse gemeenteraad de participatiegids vastgesteld. Deze gids is het resultaat van de opdracht die de Raad in 2019 aan het College gaf om “een nieuw proces op te stellen en kwaliteitscriteria te formuleren voor participatie rond ruimtelijke ontwikkelingen en hierover met alle betrokkenen in gesprek te gaan”. De gids behelst een nieuwe manier van werken met ‘de stad’ rond participatieprocessen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Zo moet er duidelijk(er) zijn wat de wederzijdse rollen, verantwoordelijkheden en verwachtingen zijn.
Steeds meer gemeenten in Nederland maken zich op voor de zogeheten Omgevingswet die januari 2021 ingaat. Een van de verplichtingen is dat de gemeenten inzichtelijk moeten maken hoe ze met bewoners samen het beheer van de leefomgeving kunnen regelen. Veel gemeenten denken in dit kader na over betere participatievormen.
In Amersfoort zijn participatietrajecten tot nu toe niet altijd even soepel verlopen. Wie op de site van de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA) kijkt, ziet een verzameling van onderwerpen waar deze belangengroep zich druk over heeft gemaakt. De SGLA zet zich sinds 1995 in voor inspraak rondom belangrijke stedelijke ontwikkelingen en leefbaarheid. Denk aan Keerkring, Zonneveldplan Vathorst, Park Randenbroek, Westelijke Ontsluiting en recent nog hoogbouw in Liendert om maar een aantal kwesties te noemen. Welke lessen kunnen we trekken uit het verleden en gaat de participatiegids helpen om beter met elkaar samen te werken?
Peter de Langen is voorzitter van de SGLA, een functie die hem overigens niet altijd in dank wordt afgenomen vanwege zijn kritische houding richting de Raad en het College. “Het is helaas slecht gesteld met participatie in Amersfoort rond bouw- en verkeersprojecten”, begint hij. “Je ziet dat bewoners te laat worden ingelicht en zich overvallen voelen. Vervolgens blijkt er al een uitgewerkt plan te liggen voor een bouwproject dat door ambtenaren en de betreffende ontwikkelaar is afgetikt. Dat maakt dat bewoners weinig tot geen ruimte hebben om er nog iets van te vinden”. Hij noemt Liendert, waar de buurt in opstand is gekomen tegen een -in hun ogen - te hoge flat, als het meest recente voorbeeld van hoe het niet moet: “Er is niet niet geluisterd naar de bewoners hoewel die zelfs een alternatief indienden bij de Raad. Ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken dat de Raad niet bij machte is om tussendoor wijzigingen aan te brengen en eigenlijk vraag ik me ook af of ze die behoefte wel heeft. De ontwikkelaar heeft het in Amersfoort voor het zeggen en de bewoners hebben het nakijken, daar komt het wel op neer”.
Groengordel: participatie-blunder?
Een voorbeeld van bewoners-ongenoegen rondom participatie was vlak voor de zomervakantie te zien: een groep bewoners in het Soesterkwartier kwam in opstand tegen een plan van de gemeente voor de aanpak van de Nieuwe Poort, de veelgeplaagde rotonde bij het Eemplein. De voorgestelde verkeersaanpassing zou ten koste gaan van monumentale bomen en groenvoorziening. In een wijk als het Soesterkwartier waar veel gedaan wordt aan duurzaamheid en leefbaarheid, was dit plan op z’n minst opmerkelijk te noemen. Mensen voelden zich dan ook overvallen en hadden niet de indruk dat er met hen samen nagedacht is over een oplossing.
Dat vindt ook de 41-jarige Chantal van der Leest, die sinds vier jaar met veel plezier in de wijk woont. “We kregen op 24 juni een brief van de gemeente en dat was een van de vele brieven die we eerder kregen over de ontwikkelingen rond de Kop van Isselt. Of wij wilden meedenken”, zo blikt zij terug. “Dat gebied is wat verder bij ons vandaan. Ik heb wel de filmpjes bekeken maar had geen behoefte om daarover mee te denken. Totdat mijn buurvrouw aanbelde. Zij was boos over die laatste brief van de gemeente. Ik begreep het eerst niet goed, want uit de brief kreeg ik niet de indruk dat er in onze buurt iets stond te gebeuren. Ik zag bijvoorbeeld straatnamen waarvan ik niet wist waar die lagen. Op Google Maps heb ik die straten opgezocht en toen zag ik vol ongeloof dat een nieuwe weg dwars door onze groengordel zou gaan”.
Geen documentatie
Toen kwamen de vragen: “Waarom dit plan? We hebben er nooit iets hierover gehoord! Wanneer is dit besloten? Zijn er geen alternatieven? Wat betekent dit voor onze rustige en veilige buurt? Ik weet niet hoe de gemeente werkt en of er bij een plan nog ruimte komt om mee te praten”. Wat haar nog steeds verbaast, is dat bij de brief geen enkele documentatie of achtergrondinfo zat: “Diezelfde dag nog stond wethouder Buijtelaar in het Algemeen Dagblad met een verhaal over de aanpassingen aan de Nieuwe Poort. De stelligheid waarmee hij zijn verhaal deed kwam bij ons over alsof alles al was besloten, dat het plan definitief zou worden uitgevoerd en dat die ontsluiting er dus moest komen”.
Van der Leest belde vervolgens de gemeente. Ze wil duidelijkheid over de precieze inhoud van de brief en of het inderdaad gaat over de groengordel: “Want ons is altijd beloofd dat er nooit iets met dit stukje groen zou gebeuren”. De opsteller van de brief is op vakantie. Zij wordt te woord gestaan door een andere medewerker die haar adviseert op internet te zoeken. Dat leverde niet de juiste documenten op. "Met wat moeite kon ik met hulp van een aantal buren uiteindelijk die documenten achterhalen. Samen onderzochten we wat nu precies het plan was. Ik kan niet beschrijven hoe ik me op dat moment voelde; belazerd, boos, machteloos; alles ging door me heen. Dat de gemeente op zo’n manier een buurt iets wil afdwingen - want dat gevoel hadden we - is niet te bevatten. Je voelt je voor het blok gezet. Blijkbaar was de gemeente al heel lang met een plan bezig waarvan wij niet wisten wat de impact zou zijn, laat staan dat wij er actief over geïnformeerd zijn. Wij hebben er als buurt geen seconde bij stilgestaan dat de aanpak van de Nieuwe Poort zo’n gevolg zou hebben voor onze buurt en veiligheid”.
Doemscenario
Al snel werd besloten om in verzet te gaan tegen wat zij noemt ‘het doemscenario’ van de gemeente: “We hebben via een buurtapp-groep contact gezocht en een actiegroep samengesteld die ons geluid zou laten horen. Wij merkten dat de brief alleen in een klein gebied was verspreid, terwijl dit een plan is met gevolgen voor de hele wijk. Daarom hebben we andere buurten erbij betrokken die aansloten bij de informatieavond. Vervolgens is er een extra avond ingelast, voor mensen die net wat verder woonden van het plangebied, maar er wel mee te maken hebben. Er zijn beloftes gedaan voor participatie na de zomer maar ik denk dat dit naar aanleiding van de ophef is gebeurd en dat ze eigenlijk niet van plan waren een extra bijeenkomst te beleggen. Ik voel mij zo belazerd. Je kunt je bijna niet voorstellen dat de gemeente zoiets op deze manier aanpakt”.
Deuk in het vertrouwen
De ontwikkelingen in het Soesterkwartier hebben volgens Van der Leest bij de bewoners hun sporen nagelaten: het vertrouwen in een betrouwbaar bestuur is volledig weg en de stress die mensen volgens haar hebben ervaren, is enorm. “We zijn hier allemaal komen wonen vanwege een veilige, groene en rustige straat. Nog maar drie maanden geleden had de gemeente aan nieuwe bewoners toegezegd dat er geen plannen waren voor de groengordel en dat het groen zou blijven. Dat groen dreigen we nu te verliezen en daarmee onze toekomst. Je gaat tobben wat je gaat doen als die weg er komt; wat als je blijft en wat als je moet gaan verhuizen? De grond wordt onder je voeten vandaan gehaald en je toekomst wordt doorgeprikt”, vertelt ze. “Ik had hiervoor best wel veel vertrouwen in het bestuur. Ik werk zelf in de communicatie en weet hoe belangrijk goede en duidelijke informatie is voor een goede democratie. Dit is een voorbeeld van hoe het niet moet. Als ik iemand metingen zie doen, ga ik naar buiten en vraag huiverig wat de bedoeling is en wie de opdrachtgever is. Ik merk dat ik direct mijn omgeving wil waarschuwen om te voorkomen dat iets gebeurt waar we niet op zitten te wachten, je wilt niet nog eens zo bedonderd worden”.
Dat verlies aan vertrouwen heeft ook invloed gehad op haar betrokkenheid om mee te denken en mee te doen aan participatietrajecten: “Ik probeer altijd een brave burger te zijn en het goede te doen, want ik geloof dat dat ertoe doet. Maar nu denk ik: waarom zou ik me inzetten voor een bestuur dat zo respectloos en onzorgvuldig met de bewoners omgaat?”
Hoe kijk jij nu, gezien jouw recente ervaringen, tegen de participatiegids aan?
Van der Leest: “Ik denk dat deze gids te vrijblijvend is; je kunt als gemeente je eigen plan door voeren en toch doen alsof je de gids naleeft. Je kunt er als bewoners bij betrokken raken, meedenken en zaken meegeven, maar of er gehoor aan wordt geven, is maar de vraag. Zo van: we horen je voor de formaliteit aan en vinken het af. Klaar”.
Tegen de participatiegids
Terug naar de gemeenteraad. Toen medio juli gestemd werd over de participatiegids, stemde een raadslid als enige tegen. Rob Molenkamp (Natuurlijk Amersfoort): “Deze gids is nieuwe wijn in oude zakken. Ik draai al zes jaar als raadslid mee en heb veel overleggen in en buiten de raad met bewoners meegemaakt. Het is elke keer hetzelfde verhaal: er zijn al plannen gemaakt voordat de bewoners aanhaken. Dat moet anders. Ik wil dat inwoners eigenaar worden van de stad. Wij betalen belasting aan de gemeente en die moet ons een gezonde en prettige leefomgeving leveren. Met deze gids gaat dat niet lukken omdat die niet begint met de bewoners maar met een gemeentelijk plan dat met andere belanghebbenden is gemaakt. De bewoner staat niet centraal in de participatiegids, zijn macht en invloed wordt beperkt en dat is mijn grote bezwaar. Participatie in Amersfoort is het masseren van omwonenden naar een door de gemeente gewenst antwoord of uitkomst. En met of zonder die gids zal dat nog steeds het geval blijven”. Molenkamp vermijdt liever de term participatie: “We moeten kijken naar het werkelijk probleem zoals nu weer in de groengordel waar boze bewoners helemaal niet participeren maar geconfronteerd worden met iets wat de gemeente graag wil”.
Peter de Langen van de SGLA herkent het beeld dat Molenkamp schetst: “Zolang projectontwikkelaars een betere positie krijgen dan bewoners, gaat een gids niets veranderen. Ik kan niet zeggen dat ik op dat punt erg optimistisch ben. Toch hebben we als SGLA gezegd: laten we het proberen. Maar om nou te zeggen dat ik er veel vertrouwen in heb. Er is simpelweg te veel gebeurd en er zijn te vaak fouten gemaakt om dat vertrouwen voluit te kunnen uitspreken”, aldus De Langen. “Ik snap best dat het bestuur ambities heeft en die juich ik ook toe, maar dat mag niet ten koste gaan van de bewoners en hun leefbare omgeving. Het samenspel moet gewoon beter”.
Dat er fouten zijn gemaakt in participatietrajecten, erkent ook Dirk-Joost van Hamersveld, woordvoerder van D66: “We hebben in het Soesterkwartier gezien hoe het zo mis kan gaan als iets niet voldoende of op de juiste manier wordt ingezet. Deze gids maakt de stappen in een traject als participatie in de leefomgeving zichtbaar en maakt duidelijk wie, op welk moment, welke verantwoordelijkheid draagt”, aldus Van Hamersveld, “maar ik moet er ook bij zeggen dat dit wat ons betreft een ontwikkeldocument is; participatie is nooit af en zo’n gids moeten we als Raad regelmatig evalueren en in samenspraak met de stad aan de tijdsgeest aanpassen”. Hij ziet verder de macht van de projectontwikkelaars in de participatiegids eerder kleiner als groter worden. “Deze gids geeft de bewoners juist een betere positie omdat de projectontwikkelaars en andere initiatiefnemers aan het begin van hun idee worden geacht de omgeving erbij te betrekken en met hen in gesprek te gaan. In die zin geloof ik echt dat de gids voor de bewoners beter gaat uitpakken en ben ik er positief over”.
Succesverhaal
Ook ‘ervaringsdeskundige’ Norbert van Zwetselaar, voorzitter van de Stichting Vrienden van de Kamp, ziet de gids positief tegemoet, zij het met een kritische kanttekening over de inhoud. Hij beet zich tien jaar lang vast in het proces rondom de herinrichting van zijn eigen woonomgeving: de Kamp en het Stadshart. Hij - een doorgewinterde ex-ambtenaar met goede kennis over de gemeentelijke processen - heeft zijn frustrerende momenten gehad en toch blikt hij positief terug op het succesvolle resultaat. “Het is ons gelukt om onze visie op leefbaarheid mee te laten nemen in de plannen. Ik zeg altijd: ik trap op tenen en loop op eieren, maar met veel vallen en opstaan en vasthoudendheid konden we iedereen meekrijgen, ambtenaren, het College en de Raad”.
Een paar leermomenten wil hij wel delen: “Belangrijk is dat je een ambtenaar hebt die de boel kan en wil coördineren en die met jou meedenkt in jouw visie en verhaal. Gelukkig hadden wij zo’n ambtenaar die zijn nek voor ons wilde uitsteken. Maar ik erken: die zijn er niet veel. Het is ook goed om te weten dat je met ambtenaren stevige discussies kan hebben als ze maar constructief zijn. Tenminste, zo heb ik het steeds gedaan. Draagvlak bij een ambtenaar is heel belangrijk, want die heeft een grote invloed. Hij weet heel goed of iets haalbaar is of niet. Daarom, neem de ambtenaren mee in jouw verhaal en visie. Dit geldt ook voor raadsleden en wethouders. Toen wij dat deden, ging het proces sneller. Een even belangrijke succesfactor is budget want zonder geld kun je niets. Als ik terugkijk, dan denk ik dat het proces sneller was verlopen als de ambtelijke constructie anders was geweest. Als denken vanuit de bewoner meer centraal had gestaan en er misschien iemand anders was ingeschakeld om te helpen. Het helpt als een ambtenaar de coördinatie op zich neemt en de krachten bundelt, dan zou alles veel soepeler gaan”.
Van Zwetselaar ziet de participatiegids als een welkome handreiking. "Ik vind alleen het stuk over een casemanager niet helder. Deze persoon lijkt van de afdeling Vergunningen te komen. De coördinator die ik waardevoller zou vinden, is een intermediair en niet gebonden aan welke afdeling dan ook, zodat hij zijn rol goed kan spelen en kritisch kan meekijken met andere collega's. Het zou iemand moeten zijn die afdelingen aan elkaar koppelt. Een casemanager van de uitvoerende afdeling denkt minder makkelijk out of the box."