In het artikel over de Groengordel (Groen in de wijk) dat
nu alweer bijna twee jaar geleden in de Stadsbron is gepubliceerd schreef ik dat bijna alle bomen in het Plantsoen tijdens
de hongerwinter zijn omgehakt. Er was nog maar één boom overgebleven omdat daar
ergens in de buurt een post was gevestigd van de NSB. Ik had het allemaal van horen zeggen, want ik ben pas
later in Amersfoort komen wonen. Piet Houtzager woonde er in die tijd wel. Ondertussen
is Piet op zijn beurt al weer vele jaren geleden uit Amersfoort vertrokken,
maar de herinneringen aan die tijd staan hem nog helder voor de geest. Onlangs ontving de Stadsbron zijn reactie naar
aanleiding van het artikel over Groen in de wijk. Piet schreef:
Het verhaal van Piet
Alle bomen op 1 na zijn verdwenen. Deze
hebben gestaan op de hoek Roerstraat en de Dollardstraat. Alleen nu staat er
nog 1 populier van 90 jaar oud. Er stonden voor het kappen 3 populieren in een
driehoek die wij als 7 jarigen met een touw afzetten om daarin te spelen. De
twee verdwenen populieren zijn omgehakt door mijn vader Piet Houtzager (nr. 32) en dhr. Struik van nr. 36. De laatste overgebleven boom zat vast aan een omheining van prikkeldraad waarmee het hele kruispunt was afgezet om de Duitse
soldaten die daar woonden te beschermen. Die soldaten moesten bijkomen van hun
frontbelevenissen. Dus de NSB had hier niets mee te maken! De gevorderde
huizen aan de Dollardstraat: nummers 34,
40 en het grote hoekhuis
van de familie Van de Vijzel (hoek Roerstraat) waren destijds dus bewoond door Duitse soldaten. Zij gingen bij elk vijandig vliegtuiggeluid
onmiddellijk in paniek naar de overkant, om te schuilen in de kuilen die daar in het bos waren gegraven.
(foto uit familiealbum Houtzager)
Piet
Houtzager en buurjongen Cor Langbroek voor Dollardstraat 32 in 1946 tijdens de
egalisatie van het gekapte bos. Op de achtergrond de laatste populier en de 3
kastanjebomen, die gespaard waren gebleven dank zij een omheining van
prikkeldraad.
En natuurlijk heb ik gauw gereageerd op deze opmerking
in de Stadsbron. Ik heb eerst het
verhaal gecheckt bij ooggetuige Ria Kitselaar, die ook nu nog aan de
Dollardstraat woont. Houtzager had gelijk! De boom staat, of beter gezegd:
stond, inderdaad in het verlengde van de Roerstraat. Ik had wel een droevige
mededeling voor hem omdat ook deze laatste boom die in zijn herinnering nog
recht overeind stond, nog niet zo heel erg lang geleden, namelijk in 2019, is omgehakt!
Ik heb daarom aan Ria gevraagd of zij als eerbetoon aan die laatste boom nu ook haar herinneringen zou willen opschrijven.
Het verhaal van Ria
Bomen zijn heel
belangrijk voor ons leven. Zij geven overdag zuurstof af, dat hebben wij nodig.
Zij zuiveren de lucht en houden langs wegen fijnstof tegen. Vogels bouwen er
hun nesten in en zoeken er een slaapplaats voor de nacht. Bomen geven rust aan
mensen, staan mooi in het landschap, geven schaduw tegen de zon, Bossen zijn
gezond om te wandelen, te fietsen en te spelen. Moeilijk om zonder bomen te
leven.
Als kind ben ik met
bomen opgegroeid. Onze ouders zijn in 1936 in de Dollardstraat gaan wonen omdat
er een groot park was met 3 grote vijvers. Ieder kind in de straat had een
eigen boom, daar maakten wij een tuintje onder; in de herfst met eikels en
kastanjes. Toen kwam de hongerwinter van 1944 en werden in een nacht alle bomen
omgezaagd. De stobbetjes werden gerooid en het werd een grote zandvlakte.
Aan weerskanten van de
Roerstraat en de Dollardstraat waren huizen gevorderd door de Duitsers. Zij
hadden vanaf de gevel over de stoep en de straat en een stukje in het bos een
groot hek van prikkeldraad gezet. Binnen dit hek stonden een aantal bomen. Deze
bomen zijn de enige bomen, die de oorlog hebben overleefd. In 2019 is tot onze
grote verbazing de laatste boom, een Italiaanse populier, omgezaagd. Het was
een ijkpunt in de wijk en voor veel mensen een dierbare herinnering.
Waarom kon er geen stam
van een aantal meters blijven staan als monument en herinnering aan de
hongerwinter en de kap van een bos in een nacht in 1944. Mensen in het
gemeentehuis hebben geen idee van geschiedenis. Wanneer er een tak uit de boom
valt gaat de botte bijl erin!
(foto: Saskia Berdenis van Berlicum 2015)
Ria schrijft verder: wij hebben nu bezwaar
gemaakt tegen de kap van 11 bomen op het KVVA veld, dat het eigendom is van de
SRO (nl. aan de Amsterdamsewegzijde). We worden niet aangemerkt als
belanghebbenden, omdat we volgens de regels van het gemeentehuis te ver wonen!
Hoezo te ver weg? Bomen geven zuurstof af, dat houdt niet op bij 50 meter. De
achterstand van 4000 bomen van een paar jaar geleden is nog lang niet ingehaald,
toch gaat de gemeente door met vaak onnodig kappen en daartegen maak ik ernstig
bezwaar.
Maar de herinnering
blijft
Van Piet Houtzager
ontving ik – nu rechtstreeks – nog een tweede reactie:
Wist je
dat er in de oorlog een fietspad en karpad door het bos is aangelegd in het
verlengde van de Lingestraat? Later is dat pad verlengd dwars door de weilanden heen naar de
Gemeente Reiniging en Het Slachthuis aan de Eem. Bij de herindeling van het bos in
1946 is dat pad verdwenen. Aan het eind ervan stonden 3 kanonnen afweergeschut.
Samen met mijn vader heb ik daar gezien
dat er een vleugel van een jagertje (vliegtuig ter bewaking van een bommenwerper)
van de Engelsen werd afgeschoten en in Hoogland is neergestort. ’s Avonds was
het daarom feest bij onze Duitse buren. Groetjes aan je vriendin, Piet.
https://www.destadsbron.nl/nl/Groen_inde_wijk