1 reactie

Opnieuw op bezoek bij Ibtissam el Kek

door Marcel Koch
4 augustus 2020om 21:47u

drag this to resize,click on image to select

‘Ik heb nooit moeite gehad om mezelf te motiveren’

Allereerst haar reactie op die verwoestende explosie. Ibtissam el Kek: ,,Toen ik het nieuws over de explosie in Beiroet vernam, kneep ik mijn ogen stijf dicht. Ik hoopte zo dat het niet waar was. Maar helaas, het was de werkelijkheid. Via internet heb ik de gehele dag de gebeurtenissen gevolgd. Het was akelig om de beelden te zien. Maar eens te meer blijkt hoe sterk het Libanese volk is. Als ze in de problemen zitten, denken ze gelijk aan oplossingen. Dat zie je ook nu weer: mensen steken de handen uit de mouwen, ruimen de puinzooi op, helpen elkaar waar nodig: dat tekent de mentaliteit van het Libanese volk dat al zoveel oorlogsellende heeft meegemaakt. Nee, zelf ben ik nooit in dat deel van Beiroet geweest, ik ken het havengebied dus niet.’’

,,Nadat het was gebeurd, heb ik direct een nieuwe profielfoto op mijn IPhone gezet: een Libanese vlag waarop bloedtranen staan afgebeeld. Het zijn de bloedtranen van Beiroet. Het is mijn manier om mijn medeleven te tonen. Ik ben Libanees en voel mee met de getroffen Libanezen in Beiroet.’’

Een dag na de dramatische gebeurtenis krijgt Ibtissam het bericht dat een neef van haar, die dienstdeed in het leger, bij de explosie is omgekomen.

Terugblik

Het drama had zich nog niet voltrokken toen ik met Ibtissam terugblikte op ons gesprek van vijf jaar geleden en toen ik haar vroeg hoe het nu met haar gaat. 

In het pierenbadje van de Nederlandse taal heeft ze niks meer te zoeken. Ze redt zich prima in het diepe. Maar prima is voor Ibtissam el Kek niet goed genoeg. Ze streeft naar perfectie, wil de kers op de taart. Zo vindt de Libanese, die wekelijks in de bibliotheek het taalcafé bezoekt en deelneemt aan een leesgroep, dat haar uitspraak veel beter moet. Hoe actiever ze met taal bezig is, zegt ze, hoe beter ze zich voelt. Ze realiseert zich bovendien dat als haar Nederlands goed is, ze meer kans maakt op de arbeidsmarkt. ,,Ik zou graag bij een stichting of een ambassade willen werken.’’

aflevering 4 foto 1.jpg Zó begon ik mijn artikel over de ijverige Ibtissam el Kek die ik in de zomer van 2016 bij haar thuis in Amersfoort interviewde. De alleenstaande moeder met drie kinderen sprak destijds onder meer over hoe moeilijk het begin hier was, over een goede moslim zijn, de koran als een gift van Allah en vooral over haar onuitputtelijke drang naar ontwikkeling. ,,Ik ben streng voor mezelf, ja.’’

Benieuwd hoe het Ibtissam (44) sindsdien is vergaan, zocht ik haar onlangs weer op.

Ik heb zo’n vermoeden dat je niet hebt stilgezeten de afgelopen vier jaar?

Ibtissam lachend: ,,Ik zit nooit stil. Ook als kind heb ik nooit stilgezeten. Ik was altijd druk in de weer.‘’ Ogenblikkelijke toevoeging: ,,Ik heb geen ADHD hoor. Ik ben, hoe moet ik dat zeggen, gewoon levendig en leergierig. Nee, ik heb nooit moeite gehad om mezelf te motiveren. Die eigenschap heb ik van mijn vader geërfd.’’

Toen ik je vier jaar geleden sprak was je net voor je Staatsexamens Nt2 geslaagd en naarstig op zoek naar werk. Gelukt?

,,Dat is gelukt ja, na zo’n honderd sollicitaties. Ik zeg het nu met een glimlach, maar als je keer op keer een afwijzing krijgt, staat het huilen je nader dan het lachen. Maar ik heb me er nooit door laten ontmoedigen.’’

Ze vervolgt: ,,Van die honderd keer ben ik drie keer op gesprek geweest. Mijn dochter zei eens: ‘mam je moet je profielfoto van je cv halen’. Nee, dat heb ik geen moment overwogen. Ik ben wie ik ben: een moslima die een hoofddoek draagt. Punt. Momenteel werk ik als ambulant hulpverlener Jeugd & Volwassenheid bij Stichting interculturele participatie en integratie. In die rol ontferm ik mij over jongeren met gedragsproblemen. Hiervoor werkte ik als maatschappelijk begeleider en projectmedewerker bij NVA Integratie en Werk (voorheen centrum voor Integratie en Participatie).’’

Hoe bevalt je werk?

,,Heel goed. Ik voel me op mijn plek in het sociaal domein. Ik zet me graag in voor jongeren en volwassenen die hulp of steun nodig hebben. Tegelijkertijd wil ik ze bewust maken dat als je daadwerkelijk iets wilt, je het ook kunt bereiken. Ik wil ze inspireren, motiveren en ze leren naar de toekomst te kijken.’’ Even later: ,,Vanwege mijn achtergrond begeleid ik nu uitsluitend migranten die Arabisch als moedertaal hebben, maar in de toekomst zou ik me ook graag op andere culturen willen richten.’’

Ibtissam wordt geboren in 1976 in Tripoli, gelegen in het noordwesten van Libanon. Een jaar eerder is in het dichtbevolkte land (circa zeven miljoen inwoners) de burgeroorlog uitgebroken. Ibtissams vader is politicus, haar moeder huisvrouw en tegelijkertijd gastvrouw voor de mensen die haar man bezoeken. Het echtpaar krijgt twaalf kinderen. Ibtissam is nummer zeven in de rij.

Ze is, bekent ze, een vaderskindje. ,,Ik heb altijd een sterke band gehad met mijn vader.’’ Ze vertelt direct daarna hoe sterk. ,,Tijdens de burgeroorlog heeft hij zijn gezin op een gegeven moment vanwege onze veiligheid naar de heuvels gestuurd waar we ook een huis hadden. Hijzelf bleef achter in Tripoli. Als klein meisje miste ik hem vreselijk. Dagenlang heb ik gehuild en wilde ik nauwelijks eten. Het werd zelfs zo erg dat mijn moeder mij op gegeven moment uit wanhoop meenam naar Tripoli om mijn vader te bezoeken.’’

Leeft hij nog?

,,Ja, hij is inmiddels 85 jaar. Zijn fysiek is broos, maar zijn geest is nog altijd scherp. Regelmatig heb ik per telefoon contact met hem. Wat voor een man hij is? Eerlijk, sociaal, verstandig. Hij voedde zijn kinderen streng op. Zéér streng mag ik wel zeggen, maar tot op de dag van vandaag heb ik daar profijt van en ben ik hem daar dankbaar voor. Hij heeft mij geleerd dat je door hard te werken, iets kunt bereiken. Ik heb hem ontegenzeglijk altijd als mijn voorbeeld gezien. Niet alleen om zijn sterke wil, maar ook om zijn betrokkenheid bij andere mensen. Jammer genoeg hebben hij en mijn moeder mij en mijn kinderen nooit in Amersfoort bezocht. Gelet op hun leeftijd vinden ze de reis een te grote onderneming.’’

Ben je nog steeds zo streng voor jezelf?

Na een korte overpeinzing: ,,Ik denk iets minder streng. Mijn drie kinderen vergen ook tijd, liefde en aandacht. Niet dat ze dat voorheen niet kregen, maar ik ben er nu nóg scherper op. Zoals mijn vader een voorbeeld was voor mij, wil ik een voorbeeld zijn voor hen. Hoewel ik mij al te goed realiseer dat mijn kinderen in een volledig andere tijd opgroeien.’’

Een eerder poging om een afspraak te maken mislukte, omdat je, zo vertelde je, te druk was met je werk én school. Je zit weer in de schoolbanken?

,,Nadat ik mijn staatsexamen Nt2 had gehaald, heb ik mij aangemeld voor de hbo-opleiding Sociaal Werk aan de Hogeschool Utrecht. Ik zit nu in het derde studiejaar. Het is flink aanpoten, maar ik beleef er veel plezier aan.

Toen ik aan de opleiding begon, merkte ik dat ik toch nog niet helemaal thuis ben in de Nederlandse taal. Tja, daar moet ik dan iets mee hè. Ik wil alles begrijpen, zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Vervolgens heb ik een cursus Nederlands voor vergevordenen op niveau C1 gedaan bij taleninstituut Babel in Utrecht.’’

Tevreden nu?

,,Als ik voor mijn studie een verslag moet maken, mag ik van mezelf maximaal twee fouten per pagina maken. Dat is me tot nu toe nog niet gelukt. Dus nee, over mijn niveau kan ik nog niet hoog opgeven. Los van mijn schrijfvaardigheid moet ik werken aan mijn woordenschat en taalbeheersing.’’

Is er ook tijd voor ontspanning?

,,Als ik de Koran lees, en dat doe ik trouw elke dag, kom ik volledig tot rust. Ik haal er bovendien veel steun uit. Ik mag ook graag aan bootcamp doen.’’

Vanwaar de keuze voor de opleiding Sociaal Werk?

,,Door de burgeroorlog in Libanon - ik zat in mijn moeders buik toen die uitbrak - heb ik een bijzondere jeugd gehad. Ik heb veel narigheid gezien. Het was overleven. Enerzijds heeft het me sterk gemaakt, anderzijds betrokken bij mensen die streven naar een beter en vreedzaam leven. Als klein kind wilde ik de wereld redden, dat gaat me niet lukken. Maar ik kan wel een bijdrage leveren. In mijn werk als ambulant hulpverlener probeer ik cliënten die om een of andere reden in een moeilijke fase terecht zijn gekomen, weer aansluiting te laten vinden bij de samenleving.’’

In ons eerdere gesprek spraken we ook over discriminatie. Je vertelde dat je geen nare ervaringen had. Hoe is dat nu, vier jaar verder?

Met iets feller stemgeluid: ,,Die ervaring heb ik nu jammer genoeg wel. Een studiegenoot gedroeg zich enige tijd vreemd naar mij. Geen idee waarom. Op een gegeven moment heb ik er iets van gezegd. Wat bleek: ze voelde zich in mijn directe aanwezigheid niet veilig. Ik was stomverbaasd. Zo’n reactie verwacht je toch niet van iemand die een studie sociaal werk volgt! Ik was enorm teleurgesteld, heb ook gehuild. Ja, het heeft me pijn gedaan. Ik begrijp nu ook beter de verhalen van mensen die zich gediscrimineerd voelen. Mijn eigen instelling is door het voorval niet veranderd. Ik ben niet wantrouwend tegenover mensen. Als ik de straat opga, zie ik geen afkomst, geen kleur, geen religie. Ik zie mensen en respecteer ieders eigen religieuze keuze.’’

Vijftien jaar Curaçao

Ibtissam woonde eerder vijftien jaar op Curaçao. Daar trouwde ze met een Libanees, die ze uit Tripoli kende, en kreeg drie kinderen. Haar man, inmiddels ex en een ver familielid van haar vaderskant, zou aanvankelijk naar Venezuela reizen om daar werk te zoeken. Maar op doorreis in Curaçao ontmoette hij Libanezen die elkaar steunden met het opzetten van een business op het Caraïbisch eiland. Dankzij hen lukte het om een meubel- en electronicazaak te beginnen. Ibtissam: ,,Toen ben ik ook naar Curaçao afgereisd en zijn we getrouwd. Ik heb zelf ook jarenlang in de winkel gewerkt.’’

Na haar scheiding - ‘daar was mijn vader niet blij mee, maar later begreep hij mij wel’ - keerde Ibtissam voor een jaar terug naar Libanon. ,,Maar vanwege de onveilige situatie zijn we in 2013 naar Nederland gegaan. Ik had op Curaçao de Nederlandse nationaliteit verkregen en mijn kinderen spraken Nederlands dus leek Nederland de meest geschikte en logische plek om een nieuw bestaan op te bouwen. Ze gaan hier naar school en hebben bijbaantjes.’’

Is het een goed keuze geweest?

,,Mijn kinderen groeien op in een veilig en politiek stabiel land, dus in dat opzicht kan ik de vraag met ja antwoorden. Wat ik wellicht heb onderschat, is het gemis aan familie in de directe nabijheid. Dat valt ons soms zwaar. Vooral voor mijn kinderen was het fijner geweest al ze vaker omringd zouden zijn geweest met familie.’’

aflevering 4 foto 2.jpg

Denk je dat je ooit nog eens terug zal keren naar Libanon?

,,Mijn vader zou het toejuichen. Maar de situatie daar is nog steeds te onveilig. Bovendien ben ik hier voor mijn gevoel nog niet klaar. Als ik mijn studie heb afgerond, is mijn volgende doel de universiteit. Of me dat gaat lukken? In Sha Allah – bij Gods wil.’’

bijsluiter

Dit is het vierde deel van een serie verhalen waarin Marcel Koch migranten die hij vijf jaar geleden interviewde, opnieuw opzoekt om erachter te komen hoe het nu met hen gaat.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!