Democratie, dat is een mooi ding. Zou je zeggen. Maar zelfs als
alle spelregels gevolgd zijn, als tijdens het ‘proces’ meerdere keren is
gebleken dat er voor een bepaald project een meerderheid is, dan nog zijn er
tegenstanders die menen alle recht te hebben om besluiten niet te accepteren.
Rare zaak, eigenlijk.
In Amersfoort is er al jarenlang een stevig chagrijn over de ‘westelijke
ontsluiting’, een project van een paar kilometer met als collateral damage de kap van 3500 bomen, die volgens een harde
toezegging wel gecompenseerd worden. Het project kost tegen de 70
miljoen euro. Wat je verder van de uitkomst ook vindt, de politiek – met
wethouder Hans Buijtelaar als frontman en dus kop-van-jut – heeft gesproken en geoordeeld dat de weg er
moet komen. Toen er na de gemeenteraadsverkiezingen een nieuw college van burgemeester
en wethouders was geïnstalleerd, werd er bekeken of er nog steeds een
meerderheid was. Met steun van nieuwe partner GroenLinks was die aanwezig.
De protesten waren stevig. Er werd geprocedeerd, tot aan de
Raad van State, het hoogste orgaan. In alle gevallen won de gemeente Amersfoort.
Einde verhaal toch? Zou je zeggen. Maar zo werkt het niet in Amersfoort.
Vooral Groen Amersfoort blijft zich roeren. Onlangs nog tijdens
een informatieve bijeenkomst in het stadhuis. Ik was erbij. De uitleg van de
projectleider en naast hem Buijtelaar was logisch, consequent en begrijpelijk.
Maar ‘de tribune’ was tegen, natuurlijk. Ik begrijp het, maar met wat grappige clowns,
ludiek gezang en af en toe eens boe roepen, draai je zo’n ingrijpend besluit
niet terug. Ook de ontmoeting gemeenteraad versus Groen Amersfoort gaat daar
niets aan veranderen.
Ik vind het pijnlijk, omdat ik zelf ook geen voorstander ben. Laat
ik in dit verband mijn eigen situatie even schetsen. Ik was een van de
oprichters (en eerste voorzitter) van de nieuwe politieke partij Amersfoort2014;
mijn collega’s waren oud-wethouder Ben Stoelinga en sportverslaggever Balt
Gmelig. Ik was de beoogde lijsttrekker, maar bedankte voor de eer. Te weinig
tijd en te onervaren voor deze functie (vond ik zelf). Een andere kandidaat die
veel geschikter was, Stoelinga, kwam in de raad. Ik bleef nog even clubvoorzitter,
maar toen ik een prima opvolger vond in de persoon van Martin Stoffer besloot
ik de partij te verlaten. Niet omdat ik iets tegen de partij heb, maar omdat ik
hecht aan mijn zelfstandigheid.
Tijdens mijn lidmaatschap speelde de westelijke ontsluiting
al. Ik ging veldwerk doen. Met de stopwatch in de hand heb ik meerdere keren ’s
morgens en ’s middags langs het traject onderzocht hoe de situatie was. Was er
sprake van extreme opstoppingen? Ontstonden er levensgevaarlijke toestanden
voor jonge kinderen en kwetsbare ouderen? Echt niet. Kleine ochtend- en
avondvertragingen, dat wel. Maar dat is normaal voor een groeistad als
Amersfoort. Conclusie: ik was tegen deze weg, het werd breed gedragen bij
Amersfoort2014 en ik heb geen argumenten gevonden die me van mening deden
veranderen.
Maar… ik ben ook een overtuigd democraat. Als er op alle
mogelijke manieren is voldaan aan het proces, dan is het op een zeker moment
ook voorbij. De tegenstanders hebben alles geprobeerd, maar ze hebben verloren.
Ze moeten hun verlies nemen. Ophouden met traineren, met rekken. Geen zand meer
in de machine. Stop ermee. Accepteer dat de strijd voorbij is. Maar blijf je
vooral wel even fanatiek en enthousiast inzetten voor een groener en schoner
Amersfoort. De ‘groenen’ hebben zich echt op de kaart gezet en dat is winst.
En dan nog even dit. Als de begroting – door de tijd ingehaald
– niet haalbaar blijkt te zijn, dan kan de raad de westelijke ontsluiting
alsnog schrappen. Waarschijnlijk grijpt de provincie Utrecht dan in, maar dat
is een ander verhaal.