De kunstenaars vormen de blinde vlek in het Amersfoortse kunstenbeleid. Het is niet voor de eerste keer dat ik deze stelling poneer. Sommigen mensen denken dat ik hiermee met de vinger naar de gemeente wijs. Dat klopt, maar de blinde vlek zit niet alleen bij de gemeente. Die zit ook bij de kunst- en cultuurinstellingen die vanuit makersperperspectief in de tweede lijn opereren, de kunstconsumentkant zeg maar. En bij de politieke partijen - zij legitimeren ten slotte het staande beleid.
De ontwikkelingen met betrekking tot de kunstuitleen vormen een schrijnende uiting van deze blinde vlek. Beheersargumenten hebben er toe geleid dat de kunstuitleen overging van een kunstinstituut naar een uitleeninstituut. De kunstenaars is nooit gevraagd wat zij van die overgang vonden en volgden lijdzaam. Het uitleeninstituut heeft zich nooit gerealiseerd wat het betekent om zo’n grote collectie kunst, met veel Amersfoortse kunst, in het beheer te hebben. De kunstcollectie is beheerd geweest als ware het een boekencollectie.
De kunstuitleen moest telkens een stapje terug doen. Een stap terug in de mogelijkheid tot expositie, een stap terug in de opslag, een stap terug in het beheer, opnieuw een stap terug in expositie, een stap terug in geschikte mensen in de zin van geschikt om om te gaan met een kunstcollectie. Dat de bibliotheek begin 2019 besloot om de kunstuitleen op te heffen kwam bij mij dan ook niet als een verrassing.
Wat blijkt nu? Ook bij dit opheffingsbesluit heeft men zich nooit gerealiseerd dat het gaat om een kunstcollectie. En dat het opheffen van een kunstcollectie repercussies heeft voor kunstenaars. Zonder de kunstenaars in te lichten zijn de werken op een kunstveiling-site gebracht. Ook de gemeente heeft dit achteloos laten passeren. Tenminste, ik neem aan dat het opheffen van de kunstuitleen niet zonder medeweten van de gemeente is gebeurd.
Ik vermoed dat de directeur gelijk heeft als hij zegt dat de collectie eigendom is van de bibliotheek. En daarmee heeft hij het volste recht om de werken te verkopen die de bibliotheek in bezit heeft. Formeel geen speld tussen te krijgen. Maar een kunstcollectie is geen boekencollectie. Een kunstcollectie is geen verzameling tweede hands auto’s. Hier wreekt zich het marktdenken en hier wreekt zich het gebrek aan kennis en voeling met de uitvoerende, Amersfoortse kunstenaars.
Een boek met mijn fotowerken is in Duitsland uitgegeven. Het boek is prima verkocht; ik heb er een aardige cent aan overgehouden. Na twee jaar besloot de uitgeverij het boek uit zijn voorraad te lozen. Ik kon kiezen. Het restant voor een zeer schappelijke prijs kopen en zelf zorg dragen voor de verkoop van het boek, of toestaan dat de uitgeverij het boek op de ramsjmarkt introduceerde. Ik heb voor het eerste gekozen. Ik heb er nog mee terugverdiend en ik had een prachtig relatiegeschenk.
De bibliotheek doet het werk van Emile van der Kruk in de ramsj. Want zo mogen we de kunstveilingsite wel noemen. Dat heeft een direct gevolg voor de marktpositie van Emile. Ik kan Emile het beste zelf aan het woord laten: “Van mij worden er plots 5 werken gedumpt op deze Belgische veiling door de Bibliotheek. Dit is zo killing voor mijn toch al dalende verkoop. De positie van de kunstenaar in deze tijd kan ongeveer niet hopelozer. Subsidies zijn verdwenen, kopers zitten in het bejaardenhuis, de belastingdienst wil je kwijt, de PVV haat ons, de jonge generatie moet voornamelijk naar schermpjes kijken hierdoor zijn we in een nog rampzaliger armoede positie terecht gekomen. Ik begrijp niet dat de Bibliotheek als cultuur drager actief wil meedoen met onze uitroeing.”
Ook de bibliotheek heeft dus geen idee hoe het in de kunstensector er aan toe gaat en heeft geen oog voor de makers. Het verweer van de directeur getuigt van de blinde vlek. In de Stadsbron meldt hij: “Het gaat om zeshonderd werken, en we hebben lang niet van alle makers de adressen of telefoonnummers. Dus we hadden nooit iedereen kunnen bereiken en het achterhalen van die gegevens had ons te veel tijd gekost.” Op een begroting van meer dan 4,5 miljoen moet je toch iemand een week vrij kunnen maken om emailadressen op te sporen van de kunstenaars? Het moet toch doenlijk zijn om iemand een week vrij te maken om te onderzoeken wat Amersfoort met die kunstcollectie kan? En als het niet de bibliotheek is, dan een van de andere fors gesubsidieerde basisinstellingen? Heeft dan geen enkele kunstinstelling nog een kaartenbak met de adressen van Amersfoortse kunstenaars? Hebben Amersfoortse kunstinstituten dan alleen nog maar een kaartenbak met kunstenaars van buiten en over de grenzen?
Wie van de blinde-vlekken-instituten staat op en gaat op de bres staan voor de uitvoerend kunstenaars? Ik ben benieuwd.