Voor jonge mantelzorgers is het bijna onmogelijk om huishoudelijke hulp te krijgen die door de gemeente wordt vergoed. Omdat de vraag groter is dan het aanbod, zijn het vooral de ouderen die ondersteuning in het huishouden krijgen. “Als ik voor die korte periode even ontlast was in het huishouden, had ik er op de langere termijn beter tegenaan gekund.”
Sinds haar moeder afgelopen zomer te horen kreeg dat ze uitgezaaide borstkanker heeft, is het alle hens aan dek voor Jaimy (21). Ze woont samen met haar moeder en twee zusjes van 16 in Randenbroek. Haar twee oudere zussen wonen op zichzelf. Jaimy gaat met haar moeder mee naar ziekenhuisafspraken en runt het huishouden, terwijl ze daarnaast haar hbo-studie Social Work voortzet en stage loopt. “Dat is zwaar”, vertelt ze, “maar ik heb geen andere keus. Als ik het niet doe, dan gebeurt het niet.”
“Tegen mijn moeder werd in het ziekenhuis gezegd: ‘Je hebt drie kinderen thuis die enigszins op een leeftijd zijn waarop ze kunnen helpen in het huishouden’. Ook toen we aan onze contactpersoon bij het wijkteam vroegen of we huishoudelijke hulp konden krijgen, werd dat afgekapt. Dat was niet mogelijk, kregen we te horen. Het maakte me moedeloos”, zegt Jaimy.
“Mijn moeder moest een zware operatie ondergaan en zou zes weken helemaal niets kunnen doen. Ik had er zo veel baat bij gehad als we in elk geval in die periode hulp hadden kunnen krijgen. Een reden hebben we eigenlijk nooit echt gehoord. Ik heb de moeite ook niet genomen om verder te vragen en een officiële aanvraag in te dienen: ik was er op dat moment al klaar mee en ging het zelf wel oplossen.”
Huisgenoten
Huishoudelijke hulp is er vooral op gericht om inwoners zo lang mogelijk thuis te laten wonen, zegt Linda Lemmens, plaatsvervangend directeur bij Stichting Sociale Wijkteams Amersfoort. In 2018 kregen 3.145 Amersfoorters huishoudelijke hulp die door de gemeente werd vergoed, in 2020 waren dat er 3.865.
Huishoudelijk hulp krijg je niet zomaar: in de Wet maatschappelijke ondersteuning staat beschreven dat een cliënt in aanmerking komt voor hulp wanneer huisgenoten ‘naar oordeel van het college geen gebruikelijke hulp kunnen bieden’. Dat houdt in dat van huisgenoten van 18 jaar of ouder wordt verwacht dat zij het huishouden kunnen runnen naast een fulltime studie of baan. Een uitzondering is mogelijk wanneer de huisgenoot overbelast is of overbelast dreigt te raken, zo staat in de ‘Beleidsregel gebruikelijke hulp en Wmo’.
Tijdens een rondetafelgesprek dat De Stadsbron op 10 mei organiseerde, vertelde Lemmens: “Over het algemeen wordt huishoudelijke hulp voornamelijk ingezet voor oudere mensen die vanwege fysieke beperkingen niet meer in staat zijn om zelf het huishouden te runnen. Iemand heeft recht op ondersteuning als dat noodzakelijk is om zelfredzaam te blijven, en dat criterium wordt vrij streng beoordeeld. Er wordt dus inderdaad heel veel neergelegd bij volwassen huisgenoten en de rest van het netwerk.”
Sytske Stoop, mantelzorgcoördinator bij Indebuurt033, begrijpt die denkwijze vanuit de gemeente niet. Dat vertelde ze eveneens tijdens het rondetafelgesprek. “Huishoudelijke hulp is heel belangrijke ondersteuning om andere taken wat lichter te maken. Ik begrijp niet dat dat nog steeds niet doorgedrongen is.”
Een aanwezige mantelzorgmakelaar vulde daarop aan: “En dat terwijl het juist vaak de goedkoopste oplossing is. Doe je niets, dan ontstaat er misschien een grotere crisis als een jonge mantelzorger omvalt. Dat wordt per definitie altijd duurder.” Onderzoek van GGD Rotterdam-Rijnmond wees uit dat jonge mantelzorgers vaker psychische en emotionele problemen hebben, een minder goede gezondheid hebben en vaker aan suïcide denken. Ook gebruiken ze significant vaker alcohol en marihuana. Waarom is het voor jongeren dan toch zo moeilijk om hulp te krijgen?
Huishoudelijke hulp wordt geregeld vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de verordening staat, zoals Lemmens aangaf, dat de hulp voornamelijk bedoeld is voor inwoners die daardoor langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Wie voor huishoudelijke hulp in aanmerking wil komen, dient een wmo-aanvraag in bij het wijkteam van de gemeente. Het wijkteam bepaalt of de aanvrager huishoudelijke hulp krijgt.
Run op hulp
Sinds in 2019 de inkomensafhankelijke eigen bijdrage werd afgeschaft, ontstond er een run op huishoudelijke hulp. Hoe dun of dik de portemonnee ook is: iedereen betaalt een standaard eigen bijdrage van 19 euro. Omdat sindsdien met name midden- en hogere inkomens vaker een beroep deden op huishoudelijke hulp uit de Wmo, stegen de Wmo-uitgaven van gemeenten in het hele land. Die lagen in 2020 landelijk 5,5 procent hoger dan in 2019. In 2020 werd €191,4 miljoen meer uitgegeven dan in 2019.
Net als in de rest van de Nederlandse gemeenten, zag ook Cees Van Eijk, tot voor kort wethouder Jeugd, werk en inkomen, dat er geldproblemen zijn ontstaan door de invoering van de standaard eigen bijdrage. Het AD meldde in september 2021 dat de gemeente Amersfoort op dat moment al een miljoen euro boven het begrote budget kwijt was aan huishoudelijke hulp.
“Doordat meer mensen met een redelijk goed inkomen bij de gemeente aankloppen voor zorg en huishoudelijke hulp, ontstaat er een enorme financiële krapte”, stelt Van Eijk. “Als we daardoor bepaalde groepen uitsluiten, met negatieve effecten tot gevolg, moeten we dat in kaart kunnen brengen. We willen heel graag investeren, maar wie betaalt dat dan?”
“Wat mij betreft mag de standaard eigen bijdrage teruggedraaid worden”, vindt Menno Tigelaar, die op het moment van spreken nog wethouder Zorg was (CU). “Zodat de beperkte middelen die we op het sociale domein hebben, ingezet kunnen worden waar dat echt noodzakelijk is. Het is een politieke discussie: is het reëel dat mensen met hoge inkomens voor dit lage tarief huishoudelijke hulp kunnen invliegen?”
Maatwerk?
Toch signaleert Tigelaar geen structureel probleem voor jonge mantelzorgers. “Er wordt, waar mogelijk, maatwerk toegepast om te kijken hoe we de mantelzorger zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Het is inderdaad zo dat er altijd eerst gekeken wordt naar wat gezinsleden extra kunnen doen. Als dat knelt, zou je moeten kijken naar maatwerk om te voorkomen dat de mantelzorger straks ook zorg nodig heeft.”
Maar in de praktijk gebeurt dat nauwelijks, ziet Sytske Stoop, mantelzorgcoördinator bij Indebuurt033. “Al sinds ik in 1998 voor mantelzorgers ben gaan werken is dit een discussie. Toch ben ik in de afgelopen drie weken alweer op vier huisbezoeken geweest bij gezinnen waar geen huishoudelijke hulp werd toegekend omdat er een jongvolwassene in huis was. Het gaat dan om twee kinderen van begin twintig en een man die fulltime werkt. Dat vind ik heel schrijnend.”
Van Eijk reageerde dat hij, net als Tigelaar, wel degelijk ruimte ziet om maatwerk toe te passen. Hij ziet inderdaad dat er een verschil is tussen een gezin waar alles volgens plan loopt, en gezinnen bij wie mantelzorg de druppel is die de emmer doet overlopen. Daar zou wat hem betreft vaker ‘met twee maten gemeten’ mogen worden, hoewel het te betwijfelen valt hoe veel ruimte hij daarvoor ziet: “Ik vind dat je ervan uit mag gaan dat als je een huishouden runt, iedereen daaraan bij kan dragen. Ook als iemand ziek wordt. Dat die afwas nog steeds gedaan wordt met zijn allen.”
Meer financiële ruimte zou kunnen ontstaan door het afschaffen van de eigen bijdrage van 19 euro. In Leusden gaat de gemeente tegen de wet in door mensen met een hoger inkomen alsnog zelf hun huishoudelijke hulp te laten betalen. Hier wordt gewerkt met een inkomenstoets bij een wmo-aanvraag, wat officieel verboden is. Op deze manier hoopt Leusden proefprocessen uit te lokken en het Rijk tot actie te dwingen.
Volgt Amersfoort? “Nee”, zegt voormalig wethouder Tigelaar. “Wij hebben er in Amersfoort voor gekozen om niet tegen de wet in te gaan. De vraag is ook of dat houdbaar is in de toekomst.”