tags:
7 reacties

Het aanzien van het Soesterkwartier, deel 1

door Joke Sickmann
6 augustus 2020om 23:24u

Als er één wijk in Amersfoort met horten en stoten tot stand gekomen is dan moet dat toch wel het Soesterkwartier zijn geweest. In 1900 was er nog maar zo hier en daar sprake van enige bebouwing in dit stadsdeel ‘achter’ het spoor. Enkele belangrijke wegen door het buitengebied van Amersfoort hebben uiteindelijk  het aanzien van deze wijk bepaald. Je kunt gerust zeggen dat het Soesterkwartier in haar huidige vorm  min of meer bij toeval is ontstaan. Gewoon omdat de hoofdwegen er al lagen, of omdat men in latere jaren  – van buitenaf gezien – het ineens nodig vond om daarop in te grijpen.

Als je zo naar de geschiedenis van het Soesterkwartier kijkt, ziet het er naar uit alsof er hier iedere twintig of dertig jaar een reus langskwam, die het nodig vond om deze opkomende wijk toch nog maar eens goed door elkaar te schudden. Daarna veranderde er dan weer van alles. Soms ten goede, maar wie weet ook wel eens ten kwade.  

Op Puntenburg aan De Oude Soesterweg naar Birkhoven en Soest

vredig puntenburg vaarwel soesterkwartier amersfoort

Vredig Puntenburg! Vaarwel. Kopergravure naar Jan Apeldoorn 1803.

Wie probeert te kijken met de bril van het verleden herkent de bocht op het pleintje, gezien vanaf de Puntenburgerlaan. Het rijtuig dat op deze prent vanaf de Oude Soesterweg door de bocht komt en naar de stad toe rijdt bevindt zich precies aan het begin van het pleintje, dat nu nog in de volksmond ‘Op Puntenburg’ wordt genoemd.

In 1803 woonde hier de patriot Pieter Pijpers    

Pieter Pijpers was weg van de omgeving van Puntenburg. Hij dwaalde al dromende door de wijde omstreken van Amersfoort  en schreef daar in de geest van zijn tijd een reeks gedichten over. Deze gedichten zijn als ‘landgedicht’ en voorzien van enkele gravures in 1803 uitgegeven onder de titel ‘Eemlandsch Tempe, of Clio op Puntenburgh’. Pijpers schonk het eerste exemplaar van zijn bundel  vol trots aan het stadsbestuur van Amersfoort, en in dank daarvoor ontving hij een zilveren schenkblad met het wapen van de stad erop. Een tijdgenoot kraakte echter het gedicht. Het verhaal gaat dat Pieter Pijpers , teleurgesteld door deze negatieve kritiek, zich vervolgens uit de maatschappij heeft teruggetrokken en niet lang daarna is overleden. 

Een heel oude weg door het buitengebied van Amersfoort

Ooit was deze oude Soesterweg, voor Amersfoort, de belangrijkste toegangsweg naar het westen van het land. En ook de Puntenburgerlaan – tot aan het nu nog bestaande pleintje! - kan  tot die oude weg gerekend worden. Dat was vooral in de tijd, toen daar nog geen huizen stonden. Op Puntenburg na, tenminste.

Als je door de Utrechtse poort de stad verliet en via het bruggetje over de Beek ging, dan sloeg je aan het begin van de Utrechtseweg meteen rechtsaf. Daar begon vanouds de Soesterweg. Ooit -  en dan hebben we het over de achttiende eeuw en nog langer geleden -, was de ‘Zoesderweg’, die  daar verderop ook nog wel de benedenweg, of Nederbirktseweg werd genoemd, een zandweg zoals zovele buitenwegen. Het was een weg die vooral ‘s winters nogal drassig en moeilijk begaanbaar was. Maar je moest wel deze weg volgen, als je tenminste verder wilde reizen naar het westen van het land. Deze Soesterweg is de weg die Ferdinand Huijck in het verhaal van Jacob van Lennep (begin achttiende eeuw) moet hebben gevolgd.  

De weg was vooral ’s winters erg moeilijk  begaanbaar vanwege al het water dat hierlangs vanaf de Utrechtse Heuvelrug zijn weg moest zoeken naar beneden, naar de Eemvallei.  ‘ s Winters kon je dan ook maar beter via een omweg,  ietsje hogerop de Berg, verder reizen. Gelukkig was er in die oude tijd, en vast en zeker in de negentiende eeuw de mogelijkheid om via de Eem met de beurtvaartdienst mee te gaan. Van Amersfoort naar Soest en de beide Melmen met al de bedrijvigheid daar ter plaatse. Daarna over Baarn, Eemnes en zo verder door naar Amsterdam.

Het pleintje ‘op Puntenburg’

pleintje puntenburg soesterkwartier amersfoort

Opname circa 1960

Zie ter vergelijking met de eerder getoonde gravure uit 1803 deze foto met daarop dezelfde bocht bij het pleintje ‘op Puntenburg’. Het kan niet missen! Nu in een momentopname van zo rond 1960. Het wooncentrum aan de overkant dat nu de naam Puntenburg draagt is nog niet gebouwd! Aan de horizon de eerste huizen van de Dollardstraat,  toen nog niet gehinderd door de uitbreiding in latere jaren van het wooncentrum.  Als je de Dollardstraat volgt loop je daar vanzelf tegen de Groengordel aan. Albert Heyn was in 1960 nog geen echte zelfbedieningszaak en zou pas enkele jaren later gaan verhuizen naar de Noordewierweg. 

Het buitenhuis Puntenburg zelf is overigens pas in loop van de jaren ’30 afgebroken. Je kon er (bij wijze van spreken) via het poortje zo de tuin nog inlopen.  Met een beetje fantasie zie je hier de oprijlaan nog. Ik heb ook nog eens die oude dame gesproken die daar precies aan de overkant heeft gewoond op nummer 25;  toen in één van die nieuwe huizen van het blokje van ‘Samenwerking’, waarvan een erker nog net rechts op de foto te zien is. De architect van dat huizenblokje was Gerrit Adriaans. De bouwcoöperatie Samenwerking, die indertijd nog is opgezet door mensen als Berent Noordewier, bouwde deze huizen aan de overkant van dit pleintje in 1924. Hij bouwde ook de huizen daar om de hoek in de Eemstraat, (dus net niet meer op deze foto te zien). Noordewier ging daar zelf ook wonen op nummer 10 en vestigde hier tevens het kantoor van de coöperatie.  Op de toen nog vrij toegankelijke binnenplaats achter dit huizenblok bevond zich destijds de werf,  waar het bouwmateriaal van Samenwerking was opgeslagen. Samenwerking bouwde enkele jaren later ook het Hakagebouw, verderop aan de Oude Soesterweg.

haka soesterkwartier amersfoort

Het voormalige gebouw van de Handelskamer (Haka) aan de Noordewierweg, nadat de laatste eruit was getrokken. Opname 2002

In een van de etalage’s  hangt een serie foto’s over de geschiedenis van het Hakagebouw. De foto’s zijn daar indertijd opgehangen door de Werkgroep Foto en Route, voorloper van het Wijkmuseum Soesterkwartier. Sinds 2005 zit hier het huisartsencentrum van het Soesterkwartier.

Het Hakagebouw

Halverwege de Noordewierweg staat een opvallend gebouw. Bouwjaar 1933 Het staat er als het ware als een teken van vooruitgang voor de nog oprukkende nieuwe wijk. Het gebouw is in 2002 op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. 

Wat is er nou zo mooi aan de Haka-gebouwen? “Dat kan ik niet in twee of drie woorden uitleggen. Het is het bijzondere gevoel dat over mij komt, iedere keer als ik daar voorbij kom. Een jaar voordat deze foto gemaakt is zat de Basismarkt er nog in. De ramen aan de zijde van de Anemoonstraat zijn dichtgemetseld. Dat is een smerig gezicht. En er is ook wat verknoeid aan de voorkant.  Ik hoopte destijds al dat daar nu verandering in zou gaan komen. Dit complex is uniek voor het Soesterkwartier  Ik nodig iedereen uit om eens naar die hoge gevel te kijken. Het is een sterk en robuust gebouw, harmonisch en doelmatig tegelijk. Het eerste gedeelte op de hoek is in 1933 gebouwd. Enkele jaren later volgde de rest. De gebouwen staan in sterk contrast met de andere gebouwen in deze omgeving. Toen de Haka gebouwd werd was het Soesterkwartier nog een dorp. Hier eindigde zo’n beetje de wereld en schuin aan de overkant (voorbij de Gouwestraat) werd nog rogge verbouwd. Oudere Soesterkwartierders hebben mij veel over de geschiedenis van deze winkel verteld. De Haka was de rooie winkel van de buurt. Aan de achterkant zat een bakkerij. Er werd ook brandstof verkocht. De opslagplaats was aan de achterzijde van de (huidige) apotheek. De gebouwen zijn gesticht door een Landelijke Coöperatie. In het plaatselijk bestuur zat een postbode, een bankwerker, een timmerman, dat zegt genoeg. Deze Haka is met vereende kracht tot stand gebracht. Het was toen crisistijd.  Gerrit Adriaans was de architect. Hij had een rooie baard en hij was een dwarsligger. Daar houden we wel van in het Soesterkwartier.” 

Coöperatieve Bakkerij

De Haka werd op 29 december 1933 geopend. Het Amersfoorts Dagblad De Eemlander besteedde een dag later veel aandacht aan de opening. “Gisteren is de Coöperatieve bakkerij van de Coöperatieve verbruikersvereeniging "Gemeenschappelijk Belang", welke gebouwd is op den hoek van den Ouden Soesterweg en de Anemoonstraat officieel geopend. De voorzitter der Coöperatie de heer J. Eppenga, memoreerde hierbij allereerst den snellen groei der in 1932 alhier opgerichte coöperatie, welke thans reeds twee kruidenierswinkels en een eigen bakkerij heeft. […] Nadat hij den aanwezigen een woord van welkom had toegeroepen, wees den heer Eppenga er op, dat de omzet in de winkels van de coöperatie nog wekelijks stijgt, waarna hij tenslotte na den Raad van commissarissen dank te hebben gebracht voor den verleenden steun het gebouw met kruidenierszaak voor geopend verklaarde. De heer van de Veer bood hierna namens de commissarissen aan het bestuur als blijk van waardeering voor het vereischte werk een bloemenmand aan. De Heer Dijkstra voerde het woord namens de Handelskamer te Rotterdam. Deze spreker constateerde, dat het met de coöperatieve beweging goed gaat; dit is een bewijs, dat zij het juiste en betere systeem vertegenwoordigt. Het is een gemeenschapsbeweging, zoodat het haar nooit te goed kan gaan. Spreker betoogde voorts, dat de coöperatieve beweging zoowel technisch als economisch goed is georganiseerd. In onze stad is het geen primitief bedrijf, maar een bedrijf, dat den toets der critiek kan doorstaan. Tenslotte wenschte spreker het bedrijf een goede toekomst. [..]

De Voorzitter dankte vervolgens de verschillende sprekers; hierbij bracht hij een speciaal woord van dank aan de Handelskamer voor de gratis verstrekte crisispakketten voor werkloozen. Tenslotte bracht hij dank voor de prettige samenwerking met de commissarissen, alsmede voor het door het personeel geschonken bloemstuk. Het modern ingerichte gebouw is ontwerp van onzen stadsgenoot G. Adriaans.  […]

Het gebouw omvat een modern ingerichte bakkerij, een kruidenierswinkel en een bestuurskamer, welke tevens dienst moet doen als zittingslokaal voor de Coöperatieve spaarbank. Een wachtkamer en archief, evenals de bestuurskamer op de tweede verdieping, voltooien de reeks van vertrekken. De bakkerij bevat een heetwateroven, welke uit drie verdiepingen bestaat, een deegmachine, een rijskast, een ruimte voor een eventueel te bouwen tweede oven; voort is er een kantoortje voor den chef, een broodmagazijn benevens een laadplaats voor de bezorgers. De stookinrichting is afzonderlijk en gescheiden van de bakkerij ingericht; bij deze afdeeling zijn tevens de kleed- en wachtgelegenheid voor het personeel aangebracht. Boven de bakkerij is de meelzolder terwijl naast de bakkerij de kruidenierswinkel is, welke ongeveer op dezelfde wijze is ingericht als die in de Vermeerstraat, echter met dit verschil dat de winkel op den Ouden Soesterweg ruimte heeft voor een afdeeling manifacturen. Het geheel is eenvoudig doch zeer practisch en hygiënisch ingericht.”

Ooit liep de Oude Soesterweg rechtdoor via het Isseltseveld

Toen de Bomenbuurt nog niet was gebouwd, liep de oude weg ter hoogte van de speeltuin Soesterkwartier regelrecht door in de richting van de Birkt, dus dwars over het Isselteveld. Het zou interessant zijn om nog eens heel  precies uit te zoeken hoe het indertijd met het verleggen van de route is gegaan. Want dit zou kunnen betekenen dat al sinds de vestiging van de speeltuin in 1925 de Oude Soesterweg de pas al was afgesneden. Mogelijk heeft ‘Goed Wonen’ hierbij zelf ook wel een rol gespeeld. De woningbouwvereniging Goed Wonen was namelijk in 1919 opgericht. De initiatiefnemers, waaronder de bekende Huslage, werkten bij de Spoorwegen en uitgerekend het eerste woningbouwproject van deze nieuwe organisatie was het plan voor de bouw van 147 woningen aan het Anjerplein en omgeving. Dat waren de huizen tussen de Soester(straat)weg en de Zonnebloemstraat. Mede dank zij de ondersteuning van diezelfde woningbouwvereniging kon daarom in 1925 grond worden vrijgemaakt voor de aanleg van de Nutspeeltuin Soesterkwartier op het nabij liggende Isseltseveld. Die geste was niet geheel toevallig. Men ontmoette elkaar immers niet alleen op het werk bij het spoor, maar ook tijdens de vergaderingen van de woningbouwvereniging, en dus ook in de vrije tijd.

In het jaarverslag 1925  van Goed Wonen wordt dan ook heel duidelijk een opmerking gemaakt over de Oude Soesterweg. Trots wordt daarin vermeld dat de wijk “ooit bestaand uit de slecht begaanbare Soesterweg, enkele zijstraten en een open terrein, hier en daar bezaaid met wat krotwoningen, een ander aanzien heeft gekregen”, tegelijk wordt ietsje verderop verwezen naar (die andere?) de verbeterde Soesterweg . *1)

Het barakkenkamp aan de Zonnebloemstraat speeltuin

In ieder geval was het gedeelte van de Oude Soesterweg tussen het Isseltseveld en de Birkt in 1940 al niet meer in gebruik. In het interview dat Anja van Bunnik gehouden heeft met Wil van Splunter-Overeem over de oorlogstijd vertelt Wil:  “ ter hoogte van de Zonnebloemstraat (nu Noordewierweg, bij de speeltuin) was in 1939-40 begonnen met de bouw van een barakkenkamp voor huisvesting van Nederlandse militairen in verband met de mobilisatie. In de oorlog was het een kamp voor Duitse soldaten en een noodopvang van Kamp Amersfoort, Laan 1914. De Nederlandse militairen moesten zich hier later melden. Vanuit heel Nederland kwamen ze hier naar toe.[1]  Ook werd de Theo Thijssenschool (school 2) geconfisceerd. Daar werden de Duitsers ondergebracht die aan het spoor werkten, de zogenoemde ´spoorduitsers´. Als er wat aan de hand was, werden er houten kribben bij de Seringstraat gezet om de weg af te zetten. Dan moest je zeggen waar je woonde als je de weg afging. De grote mensen moesten hun identiteitskaart (stamkaart) laten zien, en dan mochten ze door .. of niet.  Die kribben werden midden in de nacht op straat gegooid, daar werd ook bij geschreeuwd. Wij woonden in een huis aan de Zonnebloemstraat en vader, moeder en ik sliepen aan de voorkant, dus je hoorde alles.  Dan kroop ik tussen vader en moeder in, ik was dan zó bang en lag te trillen in bed. Als je naar buiten keek, zag je de helmen en de handgranaten, die hadden de Duitsers ook in de laarzen zitten. Die laarzen hoorde je ook goed, door het ijzeren beslag dat eronder zat. En schreeuwen dat ze deden! Als Kamp Amersfoort te vol zat, kwam er een kleine groep achter in het Soesterkwartier, er waren nl. ook slaapbarakken. Er was een aarden wal, met een kleine bunker, waardoor je het kamp niet zag. Vanaf het hek van de speeltuin kon je wél gewoon in het kamp kijken. Zo zag ik een keer, dat er iemand die bunker ingeslagen werd. Ik kwam huilend thuis. Er zijn ook Marokkanen in het kamp geweest, die hadden ook tegen de Duitsers gevochten.

Dan zag je ook, hoe de Marokkanen daar zaten te bibberen rond een vuurtje. We kregen medelijden met ze. Ook zag je de Duitsers patrouilleren.  Wij hadden een paar lege flessen gepikt bij melkboer Van Wegen op het Anjerplein. Die vulden we met water. Moeder had nog wel wat kurken. Die flessen gooiden we over het hek, dan hadden die Marokkanen weer wat te drinken! […] In de winter van 1944/45 zijn de bomen tussen de Sering- en de Jasmijnstraat ’s nachts gekapt, om eten te kunnen koken op de kachel. Vanaf Jasmijnstraat tot Asterstraat bleef alles staan, want die bomen stonden tegenover het kamp!”

[1] De speeltuin was indertijd aan de andere kant van het clubgebouw, waar nu de Eikstraat is. Daarachter, vanaf de Beukstraat, begon het kamp.

*2)

foto 13830 soesterkwartier amersfoort

foto 13830 archief Eemland – volgens  het bijschrift is de opname gemaakt op 15 augustus 1944 

Omschrijving van de foto door het archief: Luchtfoto van Amersfoort, na de invasie gemaakt door de Geallieerden. We zien het spoorwegemplacement met de lijnen naar Amsterdam (linksboven) en Utrecht (linksonder). Daartussen ligt het gebied van de Bokkeduinen - waar zich Duitse stellingen en loopgraven bevinden - en Birkhoven. Onderaan het Bergkwartier, bovenaan het Soesterkwartier met de nog goeddeels intacte Plantsoengordel Dollardstraat. Verder naar boven liggen o.a. de boerderijen De Vurige Wagen, Kweeklust en de Kapel van Isselt.

Op de luchtfoto  is nog  heel goed het oorspronkelijke tracee van de Oude Soesterweg richting Birkt door het Soesterkwartier aanwijsbaar. Bijzonder is dat op deze luchtfoto ook nog de barakken zijn te zien van het kamp aan de Zonnebloemstraat. Ooggetuigen hebben bij navraag meegedeeld, dat zij als kind over de weg (achterom) langs het kamp konden lopen. Die weg was toen alleen nog toegankelijk voor de gebruikers van de verderop liggende volkstuintjes.

De Bomenbuurt – een oriëntatiepunt kwijt en toch weer teruggevonden

Met de nadrukkelijk ontworpen Bomenbuurt, is het Soesterkwartier de herinnering aan de Oude Soesterweg helaas kwijtgeraakt. De weg die van Amersfoort over Puntenburg leidde  naar de Birkt , en dus ook naar Birkhoven en naar Soest. De straat met de naam Birkt ligt er nog wel, ietsje verderop.  Tegenover de Plataanstraat. Oorspronkelijk ging het natuurlijk om het gehele buitengebied met de naam Birkt, waardoor men zich in vroegere tijden soms wel eens met natte voeten een weg moest zien te  banen. Eigenlijk zijn de kop en de staart van die oude weg naar Soest in de loop der tijden gewoon weggemoffeld. En je gelooft het niet, als je nu bij de speeltuin gaat staan, en dan nog even omkijkt naar de stad, dan zie je van dat punt uit nog net Onze Lieve Vrouwetoren. Dit moet destijds een uniek oriëntatiepunt zijn geweest! Wie van Soest naar Amersfoort ging en de toren zag, wist dat hij op de goede weg was.

foto bart noordewier bomenbuurt soesterkwartier amersfoort

foto Bart Noordewier, opname circa 1953.

Toen het industrieterrein er nog niet lag. Uitzicht vanaf flat Vreeland 53d over de landerijen richting Eem. Enkele boerderijen, en (rechts achter!) de Isseltse Kapel.

 Naschrift

Op deze rustige zomerse zondagmorgen waarop ik nog wat verder wilde werken aan dit artikel ben ik er nog eens op de uitkijk gaan staan, bij de speeltuin. Kijken naar de stad. Ik ontdek nu ook dat als je hier oversteekt en dus aan overkant van de weg gaat staan, op de hoogte van huisnummer Isseltseveld 1, dat ik dan onze mooie toren nog beter kan zien. Ik sta nu midden op het verkeersheuveltje, rechts van het fietspad: ja dat is de juiste plek. Vanaf hier ging je dus vroeger recht op Amersfoort aan. Probeert u het zelf ook maar eens uit. Links, op de kop van het eerste naastliggende huizenblok van het Isseltseveld staat hoog op de zijkant van dat gebouw in grote letters een jaartal aangegeven: A.D. 1952. Precies! Hier is men dus toen met die stadsuitbreiding begonnen!

bronnen

Diverse krantenartikelen;

*1) “Den Menschen een betere Wooning te verschaffen”, Jan Stoof 1992, p.36

*2) interview 2014 Anja van Bunnik met Wil van Splunter-Overeem,

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!