Over de geschiedenis van het
Plantsoen in het Soesterkwartier, en die van zijn opvolger: de Groengordel
Het Plantsoen, bijzonder Erfgoed
van het Soesterkwartier.
Vraag eens
aan een Soesterkwartierder of hij iets zou willen vertellen over de
geschiedenis van het Plantsoen. De kans is groot dat je dan een bijzonder verhaal krijgt voorgeschoteld.
Dat het gebied zoals we dat nu kennen als ‘de Groengordel’ indertijd als Plantsoen
is aangelegd. Dat het in de jaren ’30 een
project was van de werkverschaffing. Als je werkeloos was, kon je je aanmelden
en met behoud van je vroegere loon meewerken bij de aanleg van het Plantsoen. Dat op diezelfde
manier ook de Bosvijver op Birkhoven tot stand is gebracht. Soesterkwartierders
weten zich nog heel goed te herinneren dat het Plantsoen zo mooi was. Dan komt
vaak ook het verhaal op de proppen dat alle bomen tijdens de hongerwinter zijn
omgehakt, behalve dan die bomen op de kop van de Lingestraat. En één boom staat
er nog. Ga er maar eens kijken! Als
verklaring wordt dan gegeven dat de bomen op de kop van de Lingestraat in de oorlogsjaren niet zijn omgehakt, omdat daar
ergens in de buurt een post was gevestigd van de NSB.
In het
jongste bestemmingsplan van 2011, wordt het overgebleven groengebied aan de
rand van de wijk nogal wat stijfjes omschreven. De
groengordel heeft de betekenis van een wijkpark, en vormt een buffer richting
de Amsterdamseweg en het bedrijventerrein de Isselt. Het is een belangrijke
ontmoetingsplek voor wijkbewoners. In de groengordel zijn, in een
paviljoenachtige setting, diverse recreatieve functies ondergebracht, evenals
maatschappelijke functies zoals scholen, een kinderdagverblijf en een kerk.
Tezamen leggen de functies een groot ruimtebeslag op het park, waardoor de
openbare toegankelijkheid van sommige delen ernstig onder druk staat. Globaal liggen de meeste functies aan
de oostzijde van de groengordel. Aan de westzijde, bij het Vreeland, is nog het
meeste van het oorspronkelijke volkspark te ervaren.
Over de geschiedenis van de Plantsoengordel zou je een boek kunnen schrijven. De foto’s uit die eerste jaren laten heel goed zien hoe mooi en luxe het Plantsoen indertijd moet zijn geweest. Er was een grote vijver en je had twee kleinere vijvers. En daar was een eilandje waarop de muziektent stond. En er waren ook schooltuintjes voor de kinderen. Eerst lagen ze vooraan op de hoogte van Puntenburg en later, na de oorlog, zijn ze verplaatst naar iets verderop. Zondags ging je wandelen in het Plantsoen.
Ouderwets genieten van het prachtige Plantsoen (foto uit particulier bezit)
Bij het verhaal over het Plantsoen vergeet men er dan meestal bij te
vertellen dat dit paradijselijke beeld eigenlijk niet langer dan hooguit een
jaar of tien moet hebben bestaan. Maar toch, als je de voorgeschiedenis en
de vele jaren van herinnering bij elkaar optelt, dan hebben we het wel over een
geschiedenis die nu al weer bijna een eeuw oud is.
Al in 1919 werd het idee voor het aanleggen van een Plantsoen geopperd. Het hoofd van gemeentewerken
stelde toen voor om het Soesterkwartier te scheiden van het nieuwe nog aan te
leggen industrieterrein met een plantsoengordel van 150 meter breed. Het
officiële besluit tot aanleg dateert uit 1924. De Rivierenbuurt bestond nog niet!
Vervolgens heeft Amersfoort voor de aanleg van het Plantsoen de nodige grond
aangekocht. Met de feitelijke inrichting werd in 1929 begonnen. Volgens de
berichten werkten er dagelijks 60 tot 100 ‘tewerkgestelden’ om te graven en te
planten. Het doel van de aanleg was een ‘bos-plantsoen’ te maken met gemengde
beplanting, loof- en naaldhout, deels groepsgewijze beplant.
Het eerste
gedeelte van het Plantsoen is aangelegd tussen de Groninger- en IJsselstraat. (De
IJsselstraat liep in die beginjaren nog door tot aan de Oude Soesterweg - later omgedooprt tot Noordewierweg.) Dit deel van het Plantsoen bestaat niet meer,
omdat hier het bejaardencentrum Puntenburg is gebouwd.
1933 Wandeling door een stuk mooi Amersfoort
Amersfoortsch Dagblad/De
Eemlander 8 april1933: Waar vijf jaar
geleden nog alles weiland was en de koeien lustig graasden is thans een
prachtig wandeloord gekomen.[…] Alvorens wij onze wandeling beginnen zij
opgemerkt dat het hoofddoel bij dezen aanleg niet is geweest parkaanleg, doch
boschbeplanting. Men heeft het terrein dus diep moeten spitten, oerbanken
moeten breken en grond moeten verdeelen voor het maken van heuveltjes. [
In het
eerste gedeelte, dat begint bij de Gerrit van Stellingwerfstraat onder de
opgaande bomen onder meer aan: inlandse eiken , Amerikaanse eiken, lijsterbos,
plantaan, diverse eschdoornsoorten en populieren, terwijl voor dekking van de
ondergrond zijn gebruikt abeelen, prunissoorten, tamme kastanje, enkele
vliersoorten enz.
In het
tweede deel treft men een kleine boschvijver aan, waarin karpers en
goudvisschen zijn gepoot. Bij dezen vijver vinden wij het zoogenaamde
“vogelboschje”, dit is een gesloten elzenbosch waarin de vogels rustig kunnen
nestelen. De beplanting is het ongeveer dezelfde als in het eerste deel, doch
hier zijn enkele zitjes aangebracht, waar men een mooie doorkijk heeft in het
eerste deel.
Het derde
gedeelte van deze plantsoengordel is aangelegd in 1930-’31. Hier vindt men het
eldorado voor de jeugd nl. een ploeterbak van 10 x 15 meter, ter diepte van
ongeveer 15 centimeter. Waar de kinderen naar hartelust in het water kunnen
plassen, terwijl zij op een daaromheen gelegd gazon verschillende spelletjes,
behalve sportspelen, kunnen doen [..]
Het fraaiste
gedeelte van dezen gordel wordt gevormd door het vierde deel, dat verleden jaar
is aangelegd. Hier zal vooral de groote vijver ieders aandacht trekken. […] In
den vijver zijn drie eilandjes gemaakt, waarvan er twee dienen als
broedplaatsen voor watervogels en het derde als terreintje voor een rustiek
muziektentje. Thans is men begonnen met den aanleg van het vijfde deel.
Zie ook de foto's in het AD: https://www.ad.nl/amersfoort/veel-groen-verdwenen-uit-de-dollardstraat~a18b422d
Foto uit circa 1940 van het pleintje “op” Puntenburg. De naam Puntenburg is ontleend
aan de voormalige buitenplaats Puntenburg, dat tegen de bocht aan lag (zie links
op de foto). Op de achtergrond het toenmalige begin van het plantsoen. Anno 2018 kijk je hier uit op het woonzorgcentrum
Puntenburg. (foto archief Eemland)
De naoorlogse Groengordel besloeg
niet veel meer dan de helft van het voormalige Plantsoen.
Op 31
december 1946 werd in de Amersfoortse Courant aangekondigd dat er grote
veranderingen aan zaten te komen. “Met voortvarendheid heeft het
gemeentebestuur met de daarvoor aangewezen ambtenaren geadviseerd door ir. W.
Dudok, gewerkt aan het uitbreidingsplan. Het plan is nu vrijwel gereed. Straks
zal het ontvouwd worden”.
Het duurde echter
nog wel een half jaar voordat het roemruchte
plan van David Zuiderhoek met het ontwerp van de nieuwe Bomenbuurt werd gepubliceerd. In
het nieuwe plan werd in lovende woorden gesproken over de nieuwe Groengordel. “Evenwicht
tussen woon- en industrie-gebied”en “Schepping
van gezonde, veilige, harmonische omgeving voor de werkende mens”, zo luidden
de koppen in de krant. In de toelichting werd echter meegedeeld dat het
bestaande uitbreidingsplan voor het Soesterkwartier onvoldoende voorziening bood
voor een geordend industriegebied, dat het daarvoor bestemde terrein te klein was
terwijl het industriewegennet onvoldoende was vastgesteld. Ook werd er opgemerkt dat het bestaande wegennet
te weinig rekening hield met de van rijkswege aan te leggen grote verkeersaderen,
terwijl “het woongebied niet overeenkomstig de nieuwe inzichten op
stedenbouwkundig gebied was geprojecteerd.”
Wat de
indeling van dit uitbreidingsplan betreft werden er drie zones onderscheiden:
”1. Het industrieterrein, 2. De groengordel welke de fabriekslucht weghoudt van
de woningen en waar doorheen de verkeersweg loopt; 3. Het wooncentrum,
bestaande uit de horizontale tuinstad van eensgezinswoningen, de hoogbouwflats
met balcons, de ontspanningsgelegenheden, de clubgebouwen en de sportvelden”.
Ontworpen
industrie terreinen (op Isselt) en de Plantsoengordel. (Bron: Dagblad voor Amersfoort 22-08-1947)
In het plan
zag het er allemaal heel mooi uit. Voor de vele voorzieningen die destijds in
de wijk broodnodig waren, was immers veel ruimte nodig. Er moest gebouwd worden
en de wijk zat immers al boordevol. Op 1 januari 1950 telde Amersfoort 58000
inwoners. En minstens ¼ van al die Amersfoorters woonde toen in het
Soesterkwartier.*1) .
Nu achteraf,
bij het schrijven van dit artikel, moeten
we toch de conclusie trekken dat dit uitbreidingsplan er helaas toe heeft
bijgedragen dat de Groengordel tegenwoordig veel minder toegankelijk is. Het Plantsoen dat in de jaren dertig is
aangelegd was zeker 150 meter breed. Met
de aanleg van een nieuwe weg is men al in het begin van de jaren ’50 begonnen. Aangezien
de gemiddelde breedte van de Groengordel anno 2018 krap 90 meter is (meetpunt op hoogte van de Merwedestraat)
is het heel gemakkelijk uit te rekenen dat het Plantsoen dat indertijd in de jaren ’30 is aangelegd gereikt moet hebben
tot aan en voorbij de ventweg bij de huidige
Gamma. De nieuwe Amsterdamseweg was bovendien in het begin nog lang zo breed niet
als de weg nu is. Om de verbreding van
de Amsterdamse weg die in de jaren ’90 tot stand is gebracht te realiseren, is het verbindende populierenlaantje dat over
de gehele lengte langs de Groengordel liep 25 jaar geleden al omgehakt. Daarmee
werd de nodige ruimte gecreëeerd om de rijweg te verbreden en aparte fietspaden
aan te leggen.
Een tweede reden
waarom de Groengordel nooit meer die luister van de vooroorlogse jaren zal kunnen
bereiken is de wijze waarop de beschikbare ruimte in de loop der jaren is benut.
Na de oorlog ontving de gemeente 247.500
gulden van het Rijk voor het opknappen van de oorlogsschade aan de Groengordel.
Dat geld is toen echter niet gebruikt om het groen van weleer te herstellen,
maar is opgegaan in de aanleg van de
sportvelden van de voetbalvereniging KVVA tussen de Groningerstraat en de Merwedestraat.
*2 Deze Vereniging kreeg uiteindelijk de
beschikking over drie voetbalvelden, kleed- en clubhuisruimten. De
Korfbalvereniging werd in de Groengordel gevestigd. In 1953 werd de Rehobothkerk
met bijgebouwen in gebruik genomen en in dat jaar kwam er ook nog een
oefenruimte voor Hosanna bij. In 1982 werd het tennispark in de Groengordel
aangelegd *3) en dan zijn de scholen in de Groengordel en de parkeerplaatsen bij
alle genoemde accomodaties nog maar niet genoemd.
Eerder al werd
er in 1961 ter plaatse van voormalige eerste deel van het plantsoen ruimte vrijgemaakt
voor het Bejaardencentrum Puntenburg,
met daarnaast een groot bassin (vijver) voor de noodzakelijke opvang van het
water, dat toch ergens heen moest.
Eigenlijk
wist men wel bij de gemeente dat het niet helemaal klopte. In 1950 schreef de
heer S.D.F. Schaling , adjunctdirecteur van Gemeentewerker berouwvol: “We
hebben hier te maken met de voltooiing van een arbeiderswijk die alle
tekortkomingen op het gebied van sociale voorzieningen heeft die op te noemen
zijn: onvoldoende scholen, geen badhuis, geen clubzalen of vergaderruimte, geen
speelruimte voor de jeugd, en ga zo maar door. De betrekkelijk langzame
ontwikkeling van het bestaande gebied [ hij heeft het hier over het gehele
wijk!]heeft tot gevolg gehad dat het een
staalkaart is geworden van stedebouwkundige opvattingen, beginnende met die
van: Hoe druk ik zoveel mogelijk arbeiders op zo min mogelijk vierkante meters.
Het pleit voor het gemeentebestuur dat voltooiing van de wijk als thema heeft: Hoe
geven we de arbeiders zoveel mogelijk ruimte.”[…] “Als het gehele program van tekorten moet worden opgevangen in de groenstrook
ten Noorden zal er van het groen ook maar weinig overblijven.”
Toekomst van de Groengordel – een
ommetje om het Soesterkwartier?
Gelukkig is
de betrokkenheid in het Soesterkwartier bij het Groen van de wijk door de jaren
heen vrij groot. Regelmatig is er overleg geweest met de gemeente over nieuwe
mogelijkheden. In de beleidsvisie Groen-Blauwe structuur van 2004 staan enkele
opmerkingen die hoop gaven dat het toch nog eens goed gaat
komen met het beperkte groen in de wijk.
In deze beleidsvisie wordt namelijke gezegd dat er op langere termijn herinrichting
wordt voorzien. “Deze groengordel is in de loop der jaren steeds meer belegd met
sportvelden, volkstuinen en andere niet voor iedereen toegankelijke functies.
Hierdoor zijn er nauwelijks mogelijkheden om te wandelen en kan men alleen
langs het gebied fietsen. Er zijn kansen om de natuurwaarden van de Groengordel
te verbeteren, wellicht ook door een betere aansluiting op de Heuvelrug. De Groengordel Soesterkwartier zou ook een
functie kunnen vervullen voor het centraal Stadsgebied-Noord, dat nu in
ontwikkeling is; dit zou meegenomen moeten worden bij een toekomstige
herinrichting van de groengordel.” In 2007 werd er door gemeente en bewoners samen
een grote schouw van de Groengordel georganiseerd dit initiatief mondde uit in het
Beheerplan Groengordel 2010-2020 uit. In hetzelfde jaar 2009 werd er door de
PvdA een initiatiefplan aan de raad voorgelegd waarbij voorgesteld werd om te
kijken naar de mogelijkheden om “een groene gordel om de wijk Soesterkwartier
aan te leggen door de koppeling van de huidige groengordel langs de
Amsterdamsestraatweg met de ontwikkelingen op het Groene Spoor op de
Wagenwerkplaats”. Dit voorstel is toen nog even teuggegeven, met het verzoek
van de Raad aan de PvdA om hier later nog eens op terug te komen. Ach ja, wie
weet.
*1) Door de
jaren heen is het aantal inwoners van het Soesterkwartier meestal getaxeerd op
zo’n 12.000 inwoners, maar in die eerste naoorlogse jaren worden hogere aantallen
genoemd, van 16.000, tot 18.000 en zelf 20.000 inwoners toe. In een artikel in
het Gereformeerd Gezinsblad van 05-03-1958
ter gelegenheid van de opening van de grote tunnel in de Amsterdamseweg
wordt burgemeester Molendijk geciteerd die daarbij in zijn rede gezegd zou hebben dat er van de
ca. 70.000 inwoners van de stad er 20.000 wonen benoorden de spoorlijn in het
Soesterkwartier.
*2) Dagblad
voor Amersfoort, 20 februari 1948
*3) Stad
Amersfoort 16-02-2007