Ik kom, met uw welnemen, lezer, nog even terug op de plannen
om in het oude Maison Härtel aan de Snouckaertlaan een koffieshop te vestigen.
Ik zie er te zijner tijd een mooie lokale soapserie in, met als werktitel:
blowen in een oude hoedjeszaak. Het antwoord op de vraag of de koffieshop er
wel of niet komt, is op dit moment nog blowing
in the wind.
Onze arme burgemeester Bolsius heeft minstens vijf weken
nodig om tot dit antwoord te komen. Hij heeft de vergunning verleend, geweigerd
en – op last van de rechter – weer verleend, en daar is opnieuw bezwaar tegen
aangetekend. Vorige week was er een hoorzitting waarin eenieder zijn grieven
kon uiten. Bolsius zat voor en luisterde, stelde vragen en maakte af en toe –
vond ik, zittend op de publieke tribune – een behoorlijk gepijnigde indruk.
Op het fraaie pand aan de Snouckaertlaan, naast de bioscoop,
rust een horecabestemming, en daarom mag er zich ook een koffieshop in
vestigen, mits er zich geen scholen binnen een straal van 250 meter van deze
plek bevinden. Je moet de jonge kat niet op het spek binden, is de redenering
daarachter.
Het Luzac-college op de Zonnehof lag ten tijde van de
vergunningverlening verder dan 250 meter van de voordeur van villa Härtel
vandaan, maar de afstand is door de herinrichting van de Zonnehof kleiner
geworden, minder dan 250 meter zeggen de tegenstanders en zegt nu ook de gemeente.
Door een hek dat de beoogde exploitant van de koffieshop nu rond de villa
geplaatst heeft, is de afstand weer toegenomen, maar de vraag is (een van de
vragen) of dat hek er wel of niet mag staan.
Ik heb het dossier Zonnehof na weken weachten in de kelder
van het gemeentehuis onder toeziend oog van een aardige medewerkster van de
afdeling communicatie mogen bestuderen. Ik was benieuwd of het pleintje
misschien met opzet zó is heringericht dat de afstand naar Härtel kleiner werd,
maar dat is niet gebeurd. Maar ik heb wél geconstateerd dat het gemeentebestuur
al in oktober 2016 ingestemd
heeft met het door het Burger Initiatief Zonnehof gemaakte ontwerp voor een
park. Hierdoor zou er onder meer een nieuwe looproute komen van het
Luzac-college langs het Rietveldpaviljoen richting Utrechtseweg.
Zou de burgemeester de aanvraag voor een koffieshop op basis
van dit goedgekeurde ontwerp beoordeeld hebben, dan zou hij die aanvraag
vanwege het afstandscriterium hebben afgewezen. Maar hij heeft, in mei 2017, de aanvraag beoordeeld
op de toen nog bestaande situatie, en deze dus goedgekeurd. Ik vind dat
persoonlijk, om met Maxima te spreken, een beetje dom. Hij wist op dat moment
toch dat de situatie anders zou worden.
Je moet als burger – ook als burger met koffieshopplannen – op
de overheid kunnen vertrouwen. Je moet
er van op aan kunnen dat als je een vergunning krijgt, die niet weer wordt
ingetrokken op grond van nieuwe feiten die al bekend waren op het moment dat je
je vergunning kreeg.
Lastige zaak, ik wens onze burgervader veel sterkte en
wijsheid toe bij het nemen van zijn eindbeslissing.
Ik vond het overigens een waardige hoorzitting waarin de
juridische vertegenwoordigers van de voor- en tegenstanders van de koffieshop
elkaar met argumenten bestreden. Maar ik was stomverbaasd over de verontwaardigde
toon waarmee Robbert Roos zich in de discussie mengde. Hij is kennelijk bewoner
van de Snouckaertlaan en ergert zich dood aan de huidige verkeersoverlast en is
als de dood voor de verkeersbewegingen die de koffieshop op de hoek gaat
veroorzaken. Robbert Roos kende ik tot nu toe als de directeur van Kunsthal
Kade, als een bevlogen vernieuwer, als een brede en maatschappelijk betrokken
culturele ziener, als een Randstedeling met mondiale connecties, nou ja, als een
vooruitstrevende, moderne nieuwe ingezetene van onze stad, maar hier zat een
neo-autochtoon zó truttig te doen dat ik mijn oren gewoon niet kon geloven. Hij, de directeur van onze Kunsthal, vroeg
nota bene om meer politietoezicht tegen ‘een groep die minder gedisciplineerd
in het verkeer optreedt’. Wie heeft die Roos eigenlijk gedwongen om in de
Snouckaertlaan te gaan wonen?