Stichting Bootvluchteling vroeg me of ik als vrijwilliger medisch werk zou willen doen in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos.
Als arts (ex-tropenarts, ex-huisarts) en als mensenrechtenactivist voelde ik daar wel voor. Het is daar immers de ‘grens van Europa’, waar vluchtelingen vastlopen op hun vluchtpoging naar Europa, mede dankzij de Turkije-deal.
Ik noem mezelf maar ‘grensdokter’, want dat is het, lijkt me: werken op de grens, verhalen horen over traumatische en dodelijke grensovergangen, werken ‘aan de grens’ omdat niet alles kan wat je zou willen en wat eigenlijk zou moeten kunnen …
Ik ben voor twee weken naar Lesbos vertrokken, nieuwsgierig en ook wel wat gespannen. Ik hoop via de Stadsbron regelmatig verslag te doen van wat ik aan die grens zal tegenkomen.
Voor meer informatie: www.bootvluchteling.nl
Adriaan van Es
Bekijk andere artikelen van de grensdokter op Lesbos in het dossier.
Hoe vraag je in het Twi of de ontlasting normaal is?
Er kwam een Ghanees echtpaar op het spreekuur, de vrouw acht maanden zwanger, met een onduidelijke HIV-status.
Ik heb lang geleden 4,5 jaar in Ghana gewerkt en ik ken nog een paar woorden Twi, de taal van dat land. Dat levert een leuk contact op: begroeten, vragen hoe het gaat, waar woon je. Maar vooral toen ik in Twi vroeg of ze normale ontlasting had, kwamen ze niet meer bij van het lachen.
Ik onderzocht haar, vond geen tekenen van aids, en regelde verder laboratoriumonderzoek.
Mij werd ook gevraagd om een zwangere vrouw te onderzoeken die buikkrampen had, om te zien of ze ging bevallen. Ze had al vruchtwater verloren. Zij was voor het eerst zwanger, het kinderhoofdje was flink ingedaald en ze had al ontsluiting en weeën. Dus werd ze naar het ziekenhuis gestuurd om te bevallen.
‘Of zullen we even tijd rekken?’ vroeg één van de vertalers. ‘Dan bevalt ze hier en hebben we weer een Moria-baby…’
Voor kinderen die op jonge leeftijd hier komen, is dit hun leef- en belevingswereld, niet die van de herinnering van hun ouders.
Je ziet ze vaak vrolijk spelend in het kamp rondrennen en ik probeer me dan voor te stellen hoe hun verdere leven zich zal ontwikkelen. Een paar keer kwam een ouder met een kind dat slecht at als klacht op het spreekuur. Bij onderzoek bleek dat het kind goed groeide volgens de groeicurve. Mijn uitleg dat een kind ook depressief kan zijn om wat hun gezin, de ouders doormaken, en dat zich dat in slecht eten kan uiten, werd wel begrepen.
Ik zie nog een zwangere vrouw die bang is dat het met haar zwangerschap niet goed gaat. Ik kan haar geruststellen, alle bevindingen zijn normaal. Ze heeft twee kinderen bij zich, van wie de oudste mij glunderend toelacht, terwijl op haar mobieltje luid en duidelijk een videoclip ‘ I wish you a merry Christmas ‘ wordt gespeeld.