Stichting Bootvluchteling vroeg me of ik als vrijwilliger medisch werk zou willen doen in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos. Als arts (ex-tropenarts, ex-huisarts) en als mensenrechtenactivist voelde ik daar wel voor. Het is daar immers de ‘grens van Europa’, waar vluchtelingen vastlopen op hun vluchtpoging naar Europa, mede dankzij de Turkije-deal.
In juli van dit jaar ben ik voor twee weken naar Lesbos vertrokken. Nu ben ik terug voor een periode van drie weken. Ik doe, net als de vorige keer, periodiek verslag van mijn belevenissen in de Stadsbron.
Voor Abofazl telt alleen veiligheid
Abofazl, op schoot bij zijn moeder, wordt onderzocht wegens koorts en hoesten.
Abofazl is een rustige jongen van drie jaar. Hij leeft met zijn ouders, een oudere broer en een oom in een koepeltentje, oftewel een picnictent, zoals zijn moeder zegt. Hij is met zijn familie drie weken in Moria, na een moeilijke vlucht uit Afghanistan en verblijf in Iran waar hij geboren is.
Als zijn moeder hun vluchtverhaal vertelt, is ze vaak in tranen. Ze zijn Hazari, een onderdrukte etnische groep in Afghanistan. Dubbel gediscrimineerd, want Hazari en ook Sjiitisch, omringd door de Soennitische Taliban, die hen regelmatig bedreigden.
In hun dorp in de regio Lal al Sarjangal vielen de Taliban regelmatig binnen. De laatste keer eisten ze hun wapens op, die ze niet hadden. Ze werden geslagen en mishandeld. Ze besloten naar Iran te vluchten, en verbleven daar acht jaar, maar het leven was erg moeilijk. Geen documenten, geen middelen van bestaan, echtgenoot lange tijd gedeporteerd in Afghanistan.
Uiteindelijk besloten ze te verder te vluchten naar Europa, naar veiligheid en rust. Abofazl speelt soms met andere kinderen, maar wordt vaak gepest en geslagen door oudere kinderen. Hij speelt met afval, zoekt daar ook voedsel, wat zijn moeder probeert te verhinderen. De moeder is ook bezorgd om een ouder kind dat bloedarmoede en een hartafwijking heeft.
Abofazl slaapt wel, maar wordt vaak schreeuwend wakker. Moeder heeft veel nachtmerries. Ook overdag denkt ze vaak te worden achtervolgd en als ze dan achterom kijkt is er niemand. Als ze dit aan me vertelt, voelt ze haar handen tintelen en krijgt ze hoofdpijn en hartkloppingen.
Ik vraag naar haar droom voor de toekomst en voor Abofazl. Het enige dat ze wil is veiligheid, zich niet altijd bedreigd en angstig te hoeven voelen. Alles wat de Griekse autoriteiten haar aanbieden is ze bereid te accepteren, maar alsjeblieft wel veiligheid. Na alle grenzen die ze met haar gezin heeft overgestoken is dat het enige dat ze wil.