Gentrificatie in het Soesterkwartier: “Ze zeggen pas gedag als ze bijna over je heen struikelen”

door Evaline Schot
15 maart 2022om 15:28u

Meerdere dagen per week is hij bij buurthuis de Nieuwe Sleutel in het Soesterkwartier te vinden. Huib (76) is sinds een paar jaar met pensioen. Vervelen doet hij zich niet. Hij helpt zijn vrouw, die nog steeds een eigen bedrijf heeft. Als hij ’s middags in de Nieuwe Sleutel de lichten boven de biljarttafel ziet branden, gaat hij er even langs. Om te kijken naar het spel dat zijn buurtgenoten er spelen.

Geboren, getogen en altijd woonachtig geweest in het Soesterkwartier, heeft Huib de wijk drastisch zien veranderen. Logisch, dingen veranderen nu eenmaal. Maar toch: nieuwkomers speelden hierin wel heel vaak een rol. Neem bijvoorbeeld handtekeningenacties, opgezet tegen de stank- of geluidsoverlast van een fabriek aan de rand van de wijk. Huib: “Dat snap ik nou niet. Zo’n fabriek zorgt voor werk voor mensen in de wijk. En voordat je ergens gaat wonen ga je toch kijken waar je terecht komt? Niet achteraf klagen.”

Het is een gevoel dat heerst bij veel Soesterkwartierders die ik spreek. “Bij mij in de buurt moesten mensen hun haan weg doen. Omdat de nieuwe buren begonnen te klagen dat het beest in de ochtend kraaide. Niemand had er verder last van. Je went er aan. Leven en laten leven. Maar nee, dat beest moest weg”, vertelt John. John (58) is lokale ondernemer. In zijn winkel is het een komen en gaan. Veel mensen komen even langs om een praatje te maken en een kopje koffie te drinken.

Ons kent ons

Saamhorigheid is ontzettende belangrijk voor deze bewoners van het Soesterkwartier. Komt dit door het arbeidersverleden van de wijk? Chantal (42) uit de Bloemenbuurt denkt van wel: “Mensen hebben altijd moeten knokken hier. Wij waren thuis ook niet rijk. Dan ga je elkaar helpen en voor elkaar zorgen.” Ook John (58) ziet een link met het arbeidersverleden. “Wat we hier met elkaar hebben zie je bijna nergens in Amersfoort. Alleen misschien op een paar plekken waar je ook nog van die arbeidersstraatjes hebt.”

Kerst in het Soesterkwartier (bron Facebook basisschool de Kubus).png

Voetbal, halloween en kerst: in het Soesterkwartier werken buren vaak samen om huizen en straten in stijl te versieren (bron: Facebookpagina basisschool De Kubus)

In Randenbroek, waar net als in het Soesterkwartier duidelijk tekenen zijn van gentrificatie, ging ik ook in gesprek met bewoners. En inderdaad: een gemeenschap zoals in het Soesterkwartier vond ik er niet terug. Misschien komt het door de andere geschiedenis. Misschien speelt de hoge bevolkingsdichtheid van Randenbroek ook een rol: het is in de wijk een grote uitdaging om iedereen van gezicht te kennen.

Anna (76) woont alweer ruim twintig jaar in Randenbroek. Ze kent het gemeenschapsgevoel van het Soesterkwartier wel: Anna komt uit de arbeidersbuurt ’t Sasje. Waar ’t Sasje ooit was, is nu het Eemplein. Anna: “Mensen noemden het Sasje een asociale buurt. Maar een buurt kan niet asociaal zijn. Gedrag is asociaal. En in ’t Sasje was het juist heel sociaal. Dat heb je nu niet meer. Als er nieuwe buren komen wonen bij mij in het gebouw, komen ze zich niet eens meer voorstellen. Maar dat is deze tijd. Mensen zijn meer bezig met zichzelf, met werken en spullen kopen.”

Yuppen

Wat voor Anna en anderen in Randenbroek te maken heeft met de tijdsgeest, heeft in het Soesterkwartier voor veel mensen een andere lading. “Iedereen mag hier komen wonen. Maar je moet niet denken dat je beter bent dan anderen”, zegt Chantal. Want dat is wel het gevoel dat veel bewoners krijgen van mensen die nieuw in de wijk komen wonen. De mensen die ik spreek vinden het lastig om concreet te benoemen waarom ze dit gevoel hebben. Huib: “Ze zeggen pas gedag als ze bijna over je heen struikelen.”

Toch zijn er zeker wel concrete voorbeelden te vinden. Zo vertelt Kitty (52), die al dertig jaar in de Bloemenbuurt woont, me over een informatie-avond voor ouders van een basisschool die zij bijna twintig jaar geleden bijwoonde. Kitty: “De school wilde een verandering doorvoeren waardoor de klassen gemengder zouden worden. De yuppen-ouders waren het er echt niet mee eens. Ze wilden niet dat hun kinderen bij kinderen uit de Bloemenbuurt in de klas zouden komen. Ze voelden zich gewoon te goed.” Nog steeds gaat vijftig procent van de kinderen uit het Soesterkwartier buiten de wijk naar school. Dit zijn vooral kinderen van hoogopgeleide ouders.

Ondertussen zijn het ook de rijkere nieuwkomers die eraan bijdragen dat jongeren geen huis meer in hun eigen wijk kunnen kopen. De zoon van John heeft nog geluk gehad, hij heeft met voorrang een huis kunnen kopen van de woningcorporatie in het Soesterkwartier. Maar ook dat wordt voor veel mensen steeds lastiger. John: “Er komen hier allemaal mensen vanuit Amsterdam, en die bieden heel veel voor zo’n woning. Dat drijft de prijzen behoorlijk op.”

Gezelligheid kent geen tijd

Een sociale huurwoning krijgen in de buurt is ook steeds lastiger. Sommigen hebben er twijfels bij of huizen wel eerlijk worden toegewezen. Geurt, de buurman van Huib, vertelt: “Dan zetten ze een jong stel in een huis met drie slaapkamers. Terwijl er genoeg gezinnen zijn hier in de wijk die op een huis zitten te wachten.” John ziet dit ook gebeuren. “Ik denk dat er mensen zijn die druk zetten op de woningcorporatie om een huis te krijgen. Die krijgen dan voorrang.” De Stadsbron heeft geen signalen ontvangen dat dit inderdaad gebeurt. Wel wordt het aandeel sociale huurwoningen in het Soesterkwartier steeds kleiner, doordat de woningcorporaties nog steeds regelmatig huurwoningen verkopen zodra ze leeg komen.

Chantal woont in een stukje Bloemenbuurt waar geen huurhuizen worden verkocht. Toch maakt ze zich wel zorgen nu een huis een paar deuren verder is vrijgekomen. “Je weet niet wie er dan in komt. Wij zijn hier allemaal heel sociaal met elkaar. We leven voor ons huis, de deur altijd open. En in de avond wordt het hier vaak gezellig. Daar moet je ook wel een beetje tussen passen. Ik hoop niet dat er iemand komt te wonen die daar over gaat zeuren.”

Zelf het Soesterkwartier verlaten is voor de echte Soesterkwartierder geen optie. John en Huib hebben allebei buurtgenoten zien vertrekken naar nieuwbouwwijken in Amersfoort. Maar ze zien ook gebeuren dat veel van deze mensen spijt krijgen. Huib: “Dan willen ze terug komen. Want daar mag niks. Hebben ze buren die over van alles klagen. Het lukt dan alleen vaak niet om hier weer wat te vinden.” Ook Chantal heeft een paar jaar buiten het Soesterkwartier gewoond. Na een tijd voelde ze zich daar eenzaam. Gelukkig vond ze weer een huisje in de Bloemenbuurt: “Ik ga hier nooit meer weg.”

Dit artikel is de tweede in een reeks van twee over gentrificatie. Het eerste artikel onderzocht in welke Amersfoortse wijken gentrificatie speelt.

bijsluiter

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (fondsbjp.nl).

62210ec78c4cd.png

Omdat niet alle mensen in dit artikel met voor- en achternaam genoemd wilden worden, is ervoor gekozen alleen voornamen te gebruiken. Volledige namen zijn bekend bij de redactie.

bronnen

Met dank aan de inwoners van het Soesterkwartier en Randenbroek die ik heb mogen spreken en hun verhaal wilden delen.

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!