Een mooi beeld: burgemeester Lucas Bolsius en rabbijn Shimon Evers die gezamenlijk de gedenkrol met daarop de gecalligrafeerde namen van de in de oorlog vermoorde joodse Amersfoorters een stukje doordraaien, zodat er nieuwe namen zichtbaar worden. Voor het eerst wordt op 2 mei ook in Amersfoort stilgestaan bij Jom Hasjoa, de dag waarop in de hele wereld de Holocaust wordt herdacht.
Foto Conny Meslier
Het decor is Archief Eemland, op de derde verdieping van het Eemhuis. Het centrum van de plechtigheid is de gedenkrol die daar prachtig uitgestald ligt, na jaren een kwijnend bestaan te hebben geleid in achtereenvolgens museum Flehite en Kamp Amersfoort. Deken Frans Zwarts van de Amersfoortse Raad van Kerken, die de rol in de jaren negentig van de vorige eeuw heeft laten maken, zit in het publiek te glunderen. Zijn noodkreet, opgevangen door de Stadsbron, heeft ertoe geleid dat de burgemeester en de directeur van het Archief Ina Loovers hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Het papieren monument wordt voortaan zorgvuldig bewaard in het Archief en van tijd tot tijd, op herdenkingsdagen, publiekelijk tentoongesteld. Om 12 uur wordt de rol dan door een medewerker een stukje verder gedraaid, waardoor nieuwe namen verschijnen.
Een van de voorgangers van Lucas Bolsius, Annie Brouwer, vond nog dat het niet nodig was voor omgekomen joodse Amersfoorters een apart gedenkteken in het leven te roepen. Zij beschouwde het beeld van De Stenen Man bij Kamp Amersfoort als de herdenkingsplek voor álle omgekomen Amersfoorters.
Gelukkig neemt burgemeester Bolsius daar, zonder het expliciet te zeggen, afstand van. Hij wil, samen met de joodse gemeenschap, verder nadenken over het meer zichtbaar maken van de gedenkrol. Het archief heeft concrete ideeën om de rol te digitaliseren en de namen en bijbehorende verhalen daarmee ook voor jongeren te ontsluiten, en daar is Bolsius het helemaal mee eens.
Prachtige initiatieven, ik meen het oprecht, maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat Amersfoort inzake het verwerken van zijn oorlogsverleden enorm achteraan komt kakken. Er is geen stad, geen dorp in Nederland waar de uitgeroeide joodse gemeenschap inmiddels niet geëerd wordt met een monument, een monumentje, een gedenksteen, in ieder geval iets fysiek zichtbaars. De stad Utrecht – indertijd de volgende halteplaats van Annie Brouwer - heeft na lang aarzelen en talmen een paar jaar geleden een joods monument gekregen bij het station waarvandaan de joodse populatie werd weggevoerd. En in Utrecht kan je tegenwoordig op 4 mei een aantal huizen bezoeken waarin joden gewoond hebben en waarin hun verhalen verteld worden.
Kortom, die mooie plechtigheid in Archief Eemland op 2 mei moet de opmaat zijn naar een blijvende, publiek zichtbare herinnering aan die 314 uit de stad weggerukte joodse kinderen, vrouwen en mannen.
Wie heeft daarvoor een goed idee?