tags:
1 reactie

5 jaar De Stadsbron

door Nienke Zoetbrood en Harmen Zijp
18 mei 2023om 11:28u

Wat is De Stadsbron?

Het lokale medialandschap ziet er kaal uit, concludeerde een groep Amersfoorters in 2017 tijdens de conferentie Koppelting. Ze besloten De Stadsbron op te richten: een onafhankelijk online medium voor onderzoek en achtergrond uit de regio.

Ze bedachten de volgende uitgangspunten:

1. De online krant is gratis toegankelijk, zodat iedereen op de hoogte kan blijven van relevante informatie over het functioneren van de stad.

2. Mensen hoeven ook niet met hun privacy te betalen. Daarom is het platform cookievrij en open source.

3. We beginnen met een kernredactie, gastschrijvers en lezerscommentaar, maar zonder hoofd- en eindredactie, zodat de organisatie zo plat mogelijk blijft. De Stadsbron zal organisch groeien, en pas extra structuren en rollen in het leven roepen wanneer dat echt niet anders kan.

4. Het platform is advertentievrij, om elke vorm van beïnvloeding uit te sluiten.

5. We bestaan uit een mix van journalisten en niet-journalisten, in samenwerking met inwoners. Kunnen tien gemotiveerde leken samen hetzelfde werk (of meer) doen als één professionele (onderzoeks)journalist? De Stadsbron wil proberen om dit mogelijk te maken.

6. Het platform is aanvullend op het bestaande media-aanbod en richt zich vooral op regionale achtergrond- en onderzoeksjournalistiek.

Door deze uitgangspunten konden de kosten laag blijven. Een online platform heeft geen drukpers nodig, open source software is niet afhankelijk van terugkerende licentiekosten en een platte organisatie heeft weinig organisatorische overhead.

Zo ontstaat hopelijk een duurzaam model voor lokale journalistiek dat de valkuilen van de bestaande lokale media kan vermijden, waar dalende inkomsten leiden tot sanering, schaalvergroting, oppervlakkige berichtgeving en een overdaad aan reclame.

In 2017 waren er landelijk weliswaar vernieuwende initiatieven zoals de Correspondent en Follow The Money, maar lokale onderzoeksjournalistiek leek op een dood spoor te zijn beland. En daarmee zou de lokale democratie haar waakhond verliezen.

De laatste jaren investeerde de overheid in (lokale) onderzoeksjournalistiek, waaronder ook in dit journalistieke experiment. Maar zonder structurele subsidie lijkt lokale onderzoeksjournalistiek alleen te kunnen overleven wanneer een grotere gemeenschap daarvoor verantwoordelijkheid neemt. Een voor de hand liggende manier is donaties, of crowdfunding.

Een andere manier is crowdsourcing, waarbij het werk wordt opgedeeld in kleinere taken die door niet-professionals kunnen worden uitgevoerd. Dit is in Nederland nog vrijwel geheel onbenut, terwijl digitale innovatie dat op steeds meer gebieden mogelijk maakt. De Stadsbron besloot crowdsourcing in te zetten. Na een crowdfundingsactie ging De Stadsbron in juni 2018 van start.

Vijf jaar na de eerste plannen maken we de balans op. Wat heeft dit regionale journalistieke experiment opgeleverd en welke lessen kunnen we trekken?

logo

1. Een eigen medium

Het idee: een eigen journalistiek platform beginnen voor achtergrond- en onderzoeksjournalistiek uit de regio.

Tussen juni 2018, toen destadsbron.nl live ging, en april 2022 hebben 86 verschillende auteurs in totaal 905 artikelen gepubliceerd. Dit waren onder andere onderzoeksverhalen, (historische) achtergrondartikelen, analyses van de gemeenteraadspolitiek, columns en video’s waarin Amersfoorters over actuele thema’s ondervraagd worden.

Uit de 25 meest gelezen artikelen valt op dat op dat eigen nieuws, reconstructies en analyses het best gelezen worden. De onderwerpen variëren van grondbezit en de sloop van een ziekenhuis tot onderwijs en het handelen van de gemeente.

De twee meest gelezen artikelen gingen over grondbezit en woningbouw, die elk zo’n 7,5 duizend keer gelezen werden. Opvallend is dat veel artikelen zich richten op het handelen van de gemeente Amersfoort. Je zou dus kunnen concluderen dat het doel om kritisch naar het lokale bestuur te kijken gehaald wordt.

Naast analyse en onderzoek worden ook historische achtergronden goed gelezen: in de top-25 staan onder andere een artikel over de Spaanse griep in Amersfoort en de geschiedenis van de wijk het Soesterkwartier.

Naast geschreven nieuws is op De Stadsbron ook plek voor video-interviews, cartoons en columns. Voor de gemeenteraadsverkiezingen maakte de redactie een zelfgebouwde tool waarmee lezers verkiezingsprogramma’s konden vergelijken. Deze programmavergelijker werd zo’n 5,5 duizend keer bekeken en is daarmee de één van de meest bekeken producties.

Uit een lezersonderzoek onder 120 abonnees van de nieuwsbrief eind 2020 blijkt dat de onderzoeksverhalen en politieke analyses het meest gewaardeerd worden. Lezers zien De Stadsbron als een waardevolle aanvulling op het traditionele medialandschap door diepgang en kritisch onderzoek. Wel mogen de vormgeving van de website en de nieuwsbrief verbeterd worden.

bezoekerscijfers

De Stadsbron houdt om privacyoverwegingen alleen het totaal aantal bezoeken en het aantal unieke bezoekers bij.

De afgelopen vier jaar bezochten iedere maand gemiddeld 3.800 unieke gebruikers De Stadsbron. De bezoekersaantallen gingen geleidelijk omhoog. Zo waren er de eerste zeven maanden dat De Stadsbron live ging gemiddeld bijna 2.500 unieke bezoekers. Vier jaar later, in de eerste zeven maanden van 2022, bekeken gemiddeld ruim 4.300 unieke bezoekers de website. Al moet daarbij gezegd worden dat het gemiddelde flink omhoog getrokken is door de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 (8.047 unieke bezoekers).

In de bovenstaande grafiek valt in januari 2020 ook een hoge piek op, die te verklaren is door twee erg goed gelezen onderzoeksartikelen over de sloop van het oude Elisabethziekenhuis, die samen 9.000 keer bekeken werden.

Tegelijkertijd valt op dat het bereik van De Stadsbron niet erg groot is. Neem bijvoorbeeld het gemiddelde bezoekersaantal over 2021: dat komt neer op slechts 3,4% van alle volwassen Amersfoorters. Uit het lezersonderzoek van eind 2020 weten we dat het merendeel van de lezers een witte, hoogopgeleide man van boven de 50 is. Dat was in de tijd van het lezersonderzoek ook een correcte weerspiegeling van de redactie.

Welke impact heeft De Stadsbron gehad? Uit notulen van raadsvergaderingen en persoonlijke reacties blijkt dat gemeenteraadsleden, ambtenaren en het college De Stadsbron regelmatig lezen en als bron van informatie gebruiken. Mede naar aanleiding van publicaties gaat een joods monument geplaatst worden, raakte na een wob-procedure een wethouder aan het wankelen en schortte de gemeente een contract op met een malafide zorgorganisatie.

Eén journalist geeft aan dat sinds De Stadsbron bestaat het lijkt dat de regionale krant meer ruimte besteedt aan achtergrond en onderzoek.

2. Zonder eindredacteur

Het idee: De Stadsbron werkt zonder eindredacteur. In plaats daarvan neemt de hele redactie die taken op zich. Hoe? Met een idee geleend uit de wetenschap, de peer review.

Hoe werkt het? Een auteur plaatst een artikel in het contentsysteem van De Stadsbron. Andere redacteuren krijgen een melding dat het artikel aangeleverd is en kunnen feedback geven op de inhoud of spelling. Het artikel kan pas gepubliceerd worden als drie redacteuren het artikel goedkeuren. Ze kunnen ook een breekpunt plaatsen, een veto waardoor het artikel niet gepubliceerd kan worden totdat degene die het breekpunt plaatste, het ook weer opheft.

En, werkt het?

De interne controle werkt: redacteuren leveren commentaar en feedback op aangeleverde artikelen. Artikelen worden niet zomaar goedgekeurd, maar kritisch gelezen. In het systeem ontstaan discussies over feitelijkheden die gecheckt moeten worden, vragen die in het stuk nog onbeantwoord zijn of over de noodzaak en relevantie van een artikel.

Worden altijd alle spellingsfouten eruit gevist? Dat ook weer niet (maar dat geldt voor een reguliere krant ook).

Ook het plaatsen van breekpunten werkt: ze worden ingezet, maar niet te vaak. Soms zorgde een breekpunt ervoor dat een stuk niet gepubliceerd werd, bijvoorbeeld omdat een artikel niet goed genoeg onderbouwd was.

Tegelijkertijd roept de peer review frustratie op wanneer de auteur het artikel zo snel mogelijk wil publiceren, maar op drie goedkeuringen zit te wachten. De peer review is dus vooral geschikt voor producties die niet aan een zo snel mogelijk publicatiemoment vastzitten, maar zich op achtergrond en onderzoek richten.

Ook vinden sommigen het frustrerend dat het goed- of afkeuren vaak door dezelfde mensen gedaan wordt. Hier speelt tijdsdruk een rol: hoe minder haast er is een stuk te publiceren, des te meer verschillende mensen meedoen aan het beoordelen van artikelen.

Kortom, eindredactie leent zich goed voor crowdsourcen wanneer er geen haast bij geboden is. Iedereen pakt er een klein taakje bij, waardoor je op overhead kunt besparen. En mensen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud, van spelling tot inhoudelijk commentaar.

koppen

3. Zonder hoofdredacteur

Het idee: Iedereen neemt een deel van de taken van hoofdredacteur op zich, om overheadkosten te voorkomen en vanuit het ideaal van een gelijkwaardige netwerkorganisatie.

Hoe werkt het? Redactieleden nemen samen de taken van de hoofdredacteur op zich. Redactieleden kunnen tijdens de tweewekelijkse redactievergadering onderwerpen inbrengen, waarvan het voorzitterschap wisselt. Ook niet- redactieleden kunnen onderwerpen inbrengen, door te mailen naar de redactie of naar één van de redactieleden.

De geschreven artikelen worden beoordeeld met het peer reviewsysteem voordat ze gepubliceerd kunnen worden. Daarnaast is er zo’n twee keer per jaar een heidag, wanneer redactieleden en andere geïnteresseerden nadenken over de koers van De Stadsbron.

En, werkt het?

Eerlijk is eerlijk: daar zijn we nog niet uit. Er zijn voordelen: zo heeft iedereen de ruimte om projecten te bedenken en uit te voeren. Redactieleden voelen zich sterk betrokken bij De Stadsbron en verantwoordelijk voor de koers. Beslissingen worden vaak in samenspraak genomen, bijvoorbeeld als iemand van buiten de redactie een idee voor een artikel inbrengt. Overleg gaat dan op basis van inhoudelijke argumenten snel en effectief via de mail.

Die samenspraak is lastiger als het gaat zaken die inherent aan De Stadsbron verbonden zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om de vormgeving. De keerzijde van dat iedereen zich betrokken voelt, is dat iedereen een mening heeft. En dat botst soms.

Bij een beslissing van een hoofdredacteur kun je je neerleggen, ook als je er niet in kunt vinden. Bij een gezamenlijke verantwoordelijkheid blijkt het veel lastiger om je neer te leggen bij keuzes waar je niet achterstaat.

Daar komt bij dat je met een gezamenlijke verantwoordelijkheid per definitie discussie nodig hebt: welke rol spelen we, welke kant gaan we op? Dat vergt veel van redactieleden.

Daarnaast loop je bij een platte organisatie het risico dat er tóch een onofficiële hoofdredacteur ontstaat. Bij De Stadsbron was het onduidelijk hoe en door wie voorstellen goedgekeurd worden. Dat zorgt voor onduidelijkheid en ondoorzichtigheid.

Soms is ook het omgekeerde het geval, waarbij verantwoordelijkheid voor allen juist resulteert in te weinig actie. Zo is er veel gesproken over marketing of over het opzetten van een verdienmodel, maar als niemand zich vervolgens geroepen voelt om daar tijd in te investeren, blijven plannen op de plank liggen. Daardoor stagneert de voortgang en kan het enthousiasme bekoelen.

Bij de oprichting was één van de uitgangspunten van De Stadsbron dat structuren of coördinerende taken pas in het leven geroepen worden wanneer het nodig is. Al snel bleek dat het organiseren van heidagen en redactievergaderingen en het regelmatig versturen van nieuwsbrieven niet op te lossen was met crowdsourcing, maar vaste coördinatie nodig had. Dat gold ook voor het betrekken en begeleiden van inwoners en het opzetten van een samenwerking tussen meerdere mensen, zoals voor de verkiezingsprogrammavergelijker.

Ten slotte zorgde een niet-hiërarchische netwerkorganisatie voor een informele structuur die organisch groeide. Dat is mooi, maar zorgt er ook voor dat de grenzen tussen de ‘redactie’ en daarbuiten vervagen. Zo zijn er mensen die wel in de redactiemail zitten, maar niet meedoen aan peer review en omgekeerd; mensen die in opdracht klussen doen en mensen die vanuit het project Tanden Erin artikelen schrijven, die allebei niet in de redactie zitten. Dat werkt drempelverhogend voor mensen die eventueel voor De Stadsbron willen schrijven, maar niet weten bij wie ze terecht kunnen.

verkiezingen

4. Journalisten en amateurs

Het idee: De Stadsbron is opgericht door een mix van historici, kunstenaars, (voormalig) journalisten van de lokale kranten en betrokken inwoners. Vanaf het begin bestaat de redactie uit een combinatie van journalisten en niet-journalisten. De hoop en de verwachting was dat er genoeg kennisoverdracht zou zijn om de menskracht te vergroten.

Hoe werkt het? In 2019 stapte iedereen gelijkwaardig in dit experiment, waarna iedereen een eigen rol pakte. De één begon een wekelijkse column, de ander schreef historische achtergronden, weer anderen schreven politieke verslagen of onderzoeksjournalistieke artikelen. Sommigen gingen aan de slag met vormgeving, coördinatie of kunst en satire. Daarnaast ging met het project Tanden Erin een club inwoners zonder journalistieke achtergrond onder begeleiding artikelen schrijven voor De Stadsbron.

En, werkt het?

De mix tussen journalisten en niet-journalisten functioneert in de zin dat beide groepen kwalitatief goede stukken aanleveren, die via het peer reviewsysteem gepubliceerd worden. Soms botsten de opvattingen over wat wel en niet geschikt is, bijvoorbeeld de vraag of satire bij een journalistiek medium past.

Bij zulke discussies blijkt het lastig dat er geen hoofdredacteur is die zo’n vraag kan beslechten. We merkten dat discussies die hierover gevoerd worden niet altijd leiden tot een eenduidige koers, waardoor dezelfde discussiepunten terugkomen. Dit was voor sommige betrokkenen (mede) een reden om ook weer af te haken. Ervaren journalisten ervoeren het als een gebrek aan professionaliteit. Niet-journalisten merkten dat hun inbreng niet altijd een plek vond en vooral ingewikkelde discussies opriep over het journalistieke gehalte ervan.

In tegenstelling tot wat we verwachtten is het niet gelukt om veel banden te smeden tussen oudgedienden en nieuwelingen in de journalistiek. Tot veel samenwerking en daarmee kennisoverdracht tussen journalisten en niet- journalisten is het niet gekomen.

Drie samenwerkingsprojecten haalden de eindstreep bijvoorbeeld niet omdat de verwachtingen te ver uiteen liepen.

Toch waren er ook geslaagde pogingen: zo werkte een socioloog meermaals succesvol samen met journalisten, schreef een inwoner na een paar workshops artikelen die niet zouden misstaan in een landelijk dagblad, en kreeg een aspirant-journalist de mogelijkheid mee te draaien, waardoor hij nu als zelfstandig journalist aan de slag kan.

Over het algemeen opereerden mensen toch vooral vanaf hun eigen eilandje en verdiepten ze zich in de onderwerpen die ze zelf interessant vonden. De kennisoverdracht die er was, was binnen het project Tanden Erin in de vorm van workshops, één op één begeleiding en feedback vanuit de groep inwoners zelf.

In de loop van de tijd was een omslag zichtbaar: voormalig journalisten die van dichtbij de neergang van de lokale krant hebben meegemaakt zagen misschien het meest de noodzaak van een nieuw mediaplatform. Tegelijkertijd waren zij ook degenen die het eerst gedesillusioneerd raakten door een gebrek aan voortgang en het amateurisme dat bij een (gedeeltelijk) vrijwilligersorganisatie komt kijken.

tandenerin

5. Journalistiek crowdsourcen

Het idee: Vele handen maken licht werk, dat is het uitgangspunt van crowdsourcen. Wij probeerden dit binnen de journalistiek te doen door inwoners op verschillende manieren bij De Stadsbron aan de slag te laten gaan.

Hoe werkt het? De Stadsbron probeerde op drie manieren inwoners te betrekken en journalistiek te crowdsourcen. Met het project Tanden Erin kregen inwoners workshops schrijven, archiefonderzoek en onderzoeksmethoden, waarna ze onder begeleiding zelf aan de slag gingen met artikelen schrijven.

Met De Stadsbron Onderzoekt bouwden we een platform waar inwoners onderwerpen kunnen aandragen, die vervolgens onderzocht worden door professioneel journalisten. En met losse thematische projecten probeerden we samenwerking op poten te zetten, of het nu met journalisten of niet-journalisten was.

En, werkt het?

Tanden Erin bleek succesvol in het ophalen van relevante onderwerpen en het enthousiasmeren van mensen. Deelnemers gaven aan dat ze de ontmoeting, eens in de twee weken, en het van gedachten wisselen waardevol vonden.

Een aantal mensen leerde veel in korte tijd en slaagde erin om van begin tot eind een onderzoek te doen en daarover te publiceren. Toch bleek het voor veel mensen te hoog gegrepen om van A tot Z een journalistieke productie uit te voeren.

Met De Stadsbron Onderzoekt bereikten we niet de grote groep mensen die we voor ogen hadden. Eén van de aspecten, dat lezers kunnen stemmen op het onderwerp dat ze wilden laten onderzoeken, was dan ook niet succesvol: het aantal mensen dat stemde was te laag om conclusies uit te trekken.

Wat wel werkte was het ophalen van nieuwe onderwerpen. Zo’n veertig verschillende inwoners stuurden vragen in, die een andere insteek hadden dan de onderwerpen waar De Stadsbron gebruikelijk over schreef. Ook waren inwoners wiens vragen uitgezocht werden enthousiast over het feit dat zij aan een journalist gekoppeld werden die voor hen op pad ging.

Er zijn minder thematische samenwerkingen geweest dat gehoopt. Dat komt omdat het langer duurde dan verwacht om het platform voor De Stadsbron Onderzoekt werkend te krijgen, en we minder bereik hadden dan verwacht, waardoor deze ‘fase 2’ – het crowdsourcen van het daadwerkelijke onderzoek - ondergesneeuwd raakte.

Twee kleinschaliger samenwerkingsprojecten waren hoopgevend. Zo werkten zo’n zes deelnemers van Tanden Erin samen aan een onderzoek naar leegstand in de stad. Dat dit ondanks de goede samenwerking niet tot een publicatie leidde, was omdat in de resultaten nog geen verhaal zat.

Wat wel tot een publicatie leidde, was de verkiezingsprogrammavergelijker voor de gemeenteraadsverkiezingen 2022. Hier werkten zo’n tien mensen aan mee, binnen en buiten de redactie, journalisten en niet-journalisten. Dit was meteen de meest bekeken productie van het jaar. Wel werd duidelijk dat er begeleiding en ondersteuning nodig zijn om zo’n samenwerkingsproject tot een succes te maken.

Ook is in de zomer van 2022 is een nieuwe samenwerking van start gegaan, die voortgekomen is uit Tanden Erin. Een groep journalisten en niet-journalisten gaat de ontwikkelingen van een nieuwbouwwijk in Amersfoort volgen, waarbij iedereen een eigen insteek heeft: de één gaat het participatieproces volgen, en de ander kijkt naar de botsende belangen van betrokkenen, weer een ander volgt de pogingen om van het gas af te komen.

vanwieisdestad

6. Een eigen platform bouwen

Het idee: De Stadsbron draait op een zelfgebouwd platform, hypha genaamd.

Hoe werkt het? De Stadsbron is gebouwd met open source software. Dat betekent dat iedereen die een beetje handig is met programmeren een eigen Stadsbron kan beginnen. De software is gratis te kopiëren en aan te passen.

Voor een online krantje is het uiteraard niet nodig om een eigen platform te bouwen, maar wel voor de manier van organiseren en de extra functies die De Stadsbron heeft. Er bestaan generieke open source platforms, maar deze zijn ongeschikt voor peer review of andere manieren van crowdsourcing – laat staan het crowdsourcen van journalistiek onderzoek.

Vernieuwende initiatieven in 2017 zoals Follow The Money, de Correspondent, Politico en the Intercept bleken geen van alle op open code te draaien. Het platform moest dus zelfgebouwd worden.

En, werkt het?

Dankzij het zelfgebouwde platform is het relatief makkelijk om verschillende journalistieke tools aan de site te koppelen. Zo is er een instrument gebouwd om met verschillende mensen tegelijkertijd wob- documenten te doorzoeken en een kaart waarmee je het vastgoedbezit in de stad kunt onderzoeken. Ook is de site te koppelen aan de Stadsbron Onderzoekt, waarmee onderwerpen op te halen zijn. Ook is een functie zoals de partijprogrammavergelijker makkelijk te integreren op de website.

Door zelf een website te bouwen was het mogelijk om de eindredactie en een deel van de hoofdredactie te crowdsourcen, doordat redacteuren elk een klein taakje op zich nemen. Die toepassing van het zelfgebouwde platform werkt erg goed. Daarnaast zorgt de keuze om zelf een open source platform te bouwen er in principe voor dat iedereen die het wil gratis een eigen Stadsbron kan beginnen.

Nadelen zijn er ook. Zo ziet een zelfgebouwd platform er minder gelikt uit dan een pasklaar publicatieplatform zoals Wordpress. Ook de vormgeving moet immers zelfgebouwd worden.

Daarnaast stuit het koppelen van extra tools aan de website, zoals de vastgoedkaart en de wob- doorzoeker, op praktische problemen: een tekort aan programmeurs. De journalistieke tools zijn namelijk al los te gebruiken, maar nog niet aan de site van de Stadsbron gekoppeld.

Er is overal een gebrek aan programmeurs, zeker voor het niet-marktconforme uurtarief dat De Stadsbron lange tijd kon bieden. Dat heeft tot gevolg dat de programmeurs die wél voor de Stadsbron werken dat uit intrinsieke motivatie doen. Dat is mooi, maar zorgt er ook voor dat De Stadsbron het moet hebben van goodwill en de tijd die een programmeur toevallig beschikbaar heeft.

Met een toegewijde programmeur is in korte tijd weliswaar veel te bereiken, maar het platform is nog teveel afhankelijk van de beschikbaarheid en goede wil van een handjevol programmeurs, waardoor nog niet alle mogelijke tools te gebruiken zijn en de vormgeving achterblijft.

Op dit moment zijn er twee stappen die De Stadsbron graag wil zetten. Ten eerste de bestaande instructies gebruiksvriendelijker maken die op Github staan, een platform voor softwareontwikkeling. In deze instructies staat hoe je een eigen Stadsbron kunt beginnen.

En ten tweede een “Start een krant-knop” maken, zodat mensen in één druk op de knop alle nodige software kunnen installeren om een eigen Stadsbron op te richten. Op deze manier is het platform dat De Stadsbron de afgelopen jaren gebouwd heeft voor iedereen te gebruiken.

participatie

bijsluiter

Nienke Zoetbrood is journalist en was bij de Stadsbron ondermeer betrokken bij "De Stadsbron Onderzoekt", waarbij journalisten werden ingeschakeld om onderwerpen uit te zoeken die door lezers werden aangedragen, en bij het onderzoek naar jonge mantelzorgers dat uitmondde in een theatervoorstelling.

Harmen Zijp is een van de oprichters van de Stadsbron.

bronnen

Deze evaluatie werd geschreven aan de hand van een interne terugblik binnen de redactie en gesprekken met diverse (oud)redactieleden en andere betrokkenen.

Daarnaast werden de bezoekersstatistieken van de website geraadpleegd.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!