De gemeente Amersfoort doet haar best om mensen in de bijstand iets meer bestedingsruimte te geven. Maar dit is niet vanzelfsprekend. In de laatste twee jaar zijn verschillende inkomensmaatregelen bijna wegbezuinigd. Het zijn vooral de oppositiepartijen die dit hebben weten te voorkomen.
Het is niet makkelijk om rond te moeten komen van de bijstand. “Mijn maandelijkse uitkering gaat helemaal op aan vaste lasten en boodschappen”, vertelt Ingeborg Hoogstad (65) uit Amersfoort. Omdat ze al jaren in de bijstand zit, is ook haar spaargeld op. “Het levert veel onzekerheid op. Als ik plotseling iets moet betalen, dan kan dat niet zomaar.”
Dat de bijstand geen vetpot is, constateerde ook het Nibud in 2020. Na onderzoek in tachtig Nederlandse gemeenten pleitte het instituut voor het verhogen van de bijstand. Toch verschilt het per gemeente hoe goed mensen in de bijstand kunnen rondkomen. Hoe zit dit in Amersfoort? En wat is de invloed van de partijen uit de gemeenteraad hierop geweest in de afgelopen vier jaar?
Gemeentelijk beleid
In Nederland is de bijstand sinds 2015 geregeld in de participatiewet. Burgers kunnen aanspraak maken op de bijstand als ze geen recht (meer) hebben op andere uitkeringen, zoals bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering. De wet wordt uitgevoerd door gemeentes. Begin november 2020 ontvingen 3478 mensen in de gemeente Amersfoort een uitkering vanuit de participatiewet. Vergeleken met andere Nederlandse gemeenten van gelijke grootte is dit een gemiddeld aantal.
Het jaarlijkse inkomen van een alleenstaande in de bijstand in Amersfoort kan - in theorie - een paar honderd euro hoger liggen dan dat van een alleenstaande in de bijstand in bijvoorbeeld Rotterdam. Dit komt niet door de participatiewet zelf: de bijstandsnormen zijn nationaal bepaald. Maar, een gemeente kan met regelingen en premies het inkomen van mensen aanvullen. Bijvoorbeeld met een bijdrage om de contributie van de voetbalvereniging te kunnen betalen, of een bedrag om een kapotte koelkast te vervangen. De gemeente Amersfoort doet dit ook. Is dit genoeg voor mensen in de bijstand om rond te kunnen komen?
De situatie in Amersfoort
Amersfoort doet het ‘redelijk goed’, vergeleken met andere gemeenten in Nederland. Dat zei Sanne Lamers van het Nibud tijdens de raadsvergadering op 1 september 2020. Ze was daar om een Nibud onderzoek toe te lichten. In dit onderzoek berekende het Nibud of de regelingen die de gemeente Amersfoort heeft voor “de minima” (mensen die op of rond het sociaal minimum leven) voldoende effect hebben. Dat is zo, blijkt uit de berekeningen: bijna alle Amersfoorters in de bijstand hebben (net) genoeg geld om rond te komen en ook nog een keer een uitstapje te maken met het gezin.
Een kanttekening bij de Nibud berekeningen is wel dat mensen dan ook gebruik moeten maken van alle nationale en lokale regelingen die beschikbaar zijn. En daar schort het nog wel eens aan. “Het zou beter zijn als de contactpersoon bij de gemeente zou vertellen waar je allemaal recht op hebt”, zegt Mounir (niet zijn echte naam). Mounir hoorde van zijn contactpersoon bij de gemeente wel over een premie voor het vrijwilligerswerk dat hij doet. De andere regelingen waar hij recht op heeft kent hij alleen omdat hij een keer bij de informatiewinkel van Indebuurt033 is geweest. Ook Ingeborg vindt dat de informatie van de gemeente beter kan: “Laatst kreeg ik de vraag of ik bewijs wilde laten zien waar ik de bijdrage voor sport en cultuur aan heb uitgegeven. Pas toen ik het er daarna met mijn contactpersoon bij de gemeente over had hoorde ik van haar waar ik dat eigelijk allemaal aan uit kan geven. Op de website lees je dat niet.”
Illustratie door danibal.nl
Aandacht in de raad
Bespreken partijen in de gemeenteraad hoe belangrijk het is dat mensen in de bijstand afweten van de regelingen waar ze recht op hebben? Het onderwerp lijkt weinig aan bod te zijn gekomen in de afgelopen jaren bij debatten tussen de raadsleden. Dit zou kunnen komen doordat de wethouder Werk en Inkomen Cees van Eijk (GroenLinks) juist dit onderwerp tot één van de speerpunten van zijn beleid heeft gemaakt. In de raad zijn het GroenLinks, de SP, PvdA, Amersfoort 2014 en Lijst Sanders die een vinger aan de pols houden. Zo vroeg Annet de Raadt van de PvdA na de Nibud presentatie of voor Amersfoort ook was uitgezocht wat het bereik is van de aanvullende regelingen.
Sinds november 2020 zijn de regelingen kwetsbaarder geworden: met een amendement op de begroting stemden de coalitiepartijen VVD, D66, ChristenUnie en GroenLinks voor een grootschalige bezuiniging in het sociale domein. Verschillende inkomensmaatregelen voor mensen in de bijstand staan hiermee op losse schroeven.
Toeval of niet, sinds de bezuiniging is goedgekeurd zijn er veel moties en amendementen ingediend over inkomensregels in de bijstand en aanvullende regelingen. Zonder uitzondering pleiten deze ervoor om bijstandsgerechtigden in Amersfoort verder financieel te ondersteunen, of in ieder geval er niet op achteruit te laten gaan. Ze gaan bijvoorbeeld over het verhogen van het bedrag aan giften die mensen in de bijstand mogen ontvangen. Het zijn vooral de oppositiepartijen die deze voorstellen doen. SP voorop, gevolgd door DENK en de PvdA. Van de coalitiepartijen is het de ChristenUnie die zich pro-actief inzet voor nieuwe voorstellen.
Het stemgedrag van de partijen op de ingediende moties en amendementen spreekt boekdelen: er is een duidelijk onderscheid te zien tussen de coalitie- en de oppositiepartijen. Alle oppositiepartijen stemmen in veel gevallen voor de voorstellen. Daarmee stemmen ze ook voor het geven van meer financiële ruimte aan mensen in de bijstand. De SP en Burger Partij Amersfoort lopen hierbij voorop, gevolg door Lijst Molenkamp en DENK. Bij de coalitiepartijen stemden ChristenUnie en GroenLinks enkele malen voor, maar minder vaak dan oppositiepartijen. D66 stemde twee keer voor. De VVD slechts één keer.
De actiefpremie
Eén van de regelingen die, onder meer door de bezuinigingen, op losse schroeven is komen te staan, is de actiefpremie. Juist deze premie laat zien dat de gemeente Amersfoort de ruimte die ze heeft om het inkomen van bijstandsgerechtigden aan te vullen probeert op te rekken. De actiefpremie wordt gegeven als iemand in de bijstand vrijwilligerswerk of betaald werk doet.
Vooral voor werkenden in de bijstand is de premie interessant. Werken in de bijstand is onder de landelijke regels namelijk financieel niet lonend. Iemand die maandelijks 400 euro verdient, mag hiervan de eerste zes maanden een kwart, dus 100 euro, houden bovenop de uitkering. Na deze zes maanden wordt de 400 euro alleen nog aangevuld tot de bijstandsnorm. De actiefpremie in Amersfoort geeft een werkende maximaal 600 euro per jaar extra, zonder dat hiermee de landelijke regels worden overtreden.
Uit eerdere raadsdebatten over de actiefpremie blijkt hoe de partijen tegen deze premie aankijken. Vrijwel alle partijen zien de premie als een welkome extra voor huishoudens die weinig te besteden hebben. Uitzonderingen hierop zijn de VVD en D66. De VVD is van mening dat de actiefpremie een soort beloning is voor iets dat de partij eigenlijk als een verplichting ziet voor mensen in de bijstand, namelijk werken. D66 vindt dat de premie mag blijven bestaan als deze zorgt dat mensen meer betaald of onbetaald werk doen, maar niet omdat dit mensen in de bijstand meer inkomen kan opleveren.
Volgens de laatste stand van zaken blijft de actiefpremie nog in ieder geval tot en met 2023 bestaan. Hiervoor is geld vrijgemaakt binnen de begroting. Voor Ingeborg en Mounir, die beiden vrijwilligerswerk doen, is dit goed nieuws. Ingeborg: “Als ik geld nodig heb omdat bijvoorbeeld mijn wasmachine stuk is, moet ik dit altijd aanvragen via een regeling. Dit is best onzeker. Ik weet niet precies of ik genoeg krijg. Vaak moet ik dan ook nog zelf een bijdrage leveren. De actiefpremie betekent voor mij spaargeld dat ik kan besteden aan wat ik wil.” Mounir is blij met de premie. Maar ook als deze zou worden afgeschaft gaat hij gewoon door met zijn vrijwilligerswerk: “Ik vind het belangrijk om iets terug te geven aan de samenleving”.