Dossier culturele groeistad 1: 'We hebben alles op orde en we blinken nergens in uit.'

door Wijbrand Schaap
22 november 2019om 0:04u

Amersfoort gaat investeren in cultuur. Waar liggen de kansen, wat zijn de huidige manco’s, en wat moet gekoesterd worden? Met een serie artikelen denkt de Stadsbron mee over deze vragen. In aflevering 1: de kijk van theatermaker en voormalig raadslid Patrick Nederkoorn.

'Wat mij opvalt, is dat er een groot talent is voor het niet maken van keuzes in deze stad.' Aan het woord is Patrick Nederkoorn, ooit het jongste gemeenteraadslid van Amersfoort, en nu cabaretier. In november bracht zijn voorstelling 'Ik betreur de Ophef' hem naar theater de Lieve Vrouw in zijn geboortestad. Het werd een hilarisch weerzien met de plek waar hij sinds een jaar niet meer woont, en met figuren uit de lokale politiek waar hij vijf jaar geleden afscheid van nam.

nederkoorn.jpgFoto Nico Brons

We spreken elkaar in De Observant, daags na zijn uitstekend ontvangen voorstelling. Onderwerp is 'Het Verhaal van Amersfoort' dat zo'n prominente rol speelt in de culturele plannen van de stad. Hoewel hij graag meewerkt aan dit interview, hoopt hij dat hij niet gezien wordt als iemand die achteraf zijn straatje schoonveegt: 'Ik vind het lastig om dat toontje bij mezelf te horen. Je krijgt toch het gevoel: Oh ja, nu weet meneer hoe het allemaal zit. Nu die weg is, gaat ie zitten mekkeren.'

Redelijke rol

Dat gezegd hebbend, wat is je beeld van de cultuur in Amersfoort?

'Je denkt onder andere aan Mondriaan. Hij is hier geboren, je hebt het Mondriaanhuis, en toch is Winterswijk de Mondriaanstad van Nederland. Dat vind ik onvoorstelbaar. Dat je je niet afficheert met de enige Amersfoortse inwoner die buiten de grenzen gekend wordt. (is wel beleid nu, niet voor niets is het Mondriaanhuis grondig verbouwd) Dat is Mondriaan, en dan zeg je níet: we zijn de Mondriaanstad.'

Het voormalige raadslid, dat in zijn voorstelling stevig relativerend vertelt over zijn eigen politieke ruggengraat, kan inmiddels dus wel veel vrijer spreken over zijn stad: 'Ander ding: Amersfoort speelde altijd een redelijk grote rol in de moderne kunst. We hebben kunsthal KAdE, het Mondriaanhuis, Flehite, De Ploegh. Het Rietveldpalvioen speelde lange tijd een prominente rol, en we hebben ingezet op Armando. Zeg dan: op dat genre blijven we ons inzetten. Maar wij proberen in alles een beetje ok te zijn. En dan word je dat dus niet.'

Bijvoorbeeld?

'Er zijn veel fotoclubs in Amersfoort, en die hadden een plan om in het Rietveldpaviljoen echt een Fotohuis te vestigen. Dan gaat de gemeente echt ellenlang door met zeggen dat dat Rietveldpaviljoen een huis van alle kunsten moet worden. Als je wilt dat iets een huis van alle kunsten moet zijn, dan kan het nooit iets worden. Wat is een plek waar elk feestje voor iedereen even leuk is? Die plek bestaat niet. Daarin zou Amersfoort veel selectiever moeten zijn, zeker omdat dit een stad is waar je supersnel ergens anders bent. Waarom zou Utrecht niet aantrekkelijke dingen voor Amersfoorters mogen doen?'

Ondergeschoven

Ja, waarom eigenlijk niet?

'We zijn heel erg op Utrecht gericht en veel minder op Zwolle, maar Utrecht is ook een beetje de vijand. Als het om provinciale zaken gaat, bijvoorbeeld de culturele subsidies, dan zijn we altijd het ondergeschoven kindje. Er zit dus iets in ons waardoor we ons een beetje klein voelen.'

Maar Amersfoort ís ook klein, toch?

'Wat ik zelf het lastige vind aan Amersfoort, is dat het één cultureel wereldje heeft. Je hebt geen concurrerende netwerken in Amersfoort. Dus als je dat wereldje eenmaal kent, dan zie je ook bij elke bijeenkomst dezelfde mensen. Dat zijn supergemotiveerde en leuke mensen, en zij maken de stad ook levendig, maar als je nieuwe inzichten wilt, ga je toch dingen ergens anders doen.'

Je hebt hier acht jaar lang een beslissende rol gehad in de politiek. In je programma reken je daar een beetje mee af. Je stelt dat je heel erg op vorm was, en soms inhoud verkocht waar je later helemaal niet achter bleek te staan. Daar ben je later zelfs nog mensen in gaan trainen.

'Dat is een beetje opportunistisch geweest. Een tijdschrift vroeg mij iets te vertellen over theater en politiek en toen dacht ik: daar kan ik munt uit slaan, dus toen heb ik een website gemaakt. Ik geloof dat ik in zes politieke fracties door het land heen getraind heb. Misschien iets meer. Dat was heel erg op vorm en performance.'

Nu kijk je daar anders tegenaan. Is 'Ik betreur de ophef' een afrekening?

'Ik zie mijn voorstelling helemaal niet als een aanklacht tegen de politiek. Ik hemel de mensen die goed zijn juist heel erg op. Ik heb wel moeite met degenen die erin zitten en zich vereenzelvigen met het spel. Dat is wat ik belicht en ik denk ook dat ik dat gedaan heb. Ik was daar ook heel goed in.'

Vinexwijken

Inmiddels is er een nieuwe raad en een nieuwe wethouder van cultuur waar iedereen die ik spreek best blij mee is. In haar cultuurvisie staat ook dat ze wil dat Amersfoort een eigen verhaal krijgt. Wat zie jij voor mogelijkheden?

'Het eerste waar ik aan denk bij het verhaal van Amersfoort is: Vinexwijken. Deze stad is in de afgelopen jaren verdubbeld in inwonertal. Het is een uit de kluiten gewassen stadje. Het zorgt ervoor dat er veel mensen wonen die hier een plek zochten waar ze met hun gezin konden zijn en makkelijk naar hun werk konden. Verder had je een actieve club in het centrum en die paar wijken daaromheen. Dat zijn twee werelden.'

'Dat zie je ook in de culturele hoek. Die wordt bepaald door mensen die altijd al in dat centrum actief waren: mensen die hier in de jaren zeventig een kunstopleiding hebben gevolgd.'

'Daarna is alles wat met hogescholen te maken heeft uit Amersfoort geschrapt. Dus niemand is er weer teruggekomen. Net als in Kampen, waar eind jaren tachtig de kunstacademie vertrok, moeten we het van díe specifieke groep kunstenaars hebben. Die zijn echt heel belangrijk: iemand als Ron Jagers.'

Zie jij groeimogelijkheden?

'We roepen dat Amersfoort 150.000 inwoners heeft, maar eigenlijk zijn het er 75.000.

De kinderen die in de Vinex geboren zijn wel echte Amersfoorters, en daarom met je echt op jongerencultuur inzetten. Verder is het basale kunstniveau dat van een iets kleinere stad.

Maar dat geldt als je gemiddeld wil zijn. Niet als je ambitie hebt, zoals Den Bosch, dat even groot is als Amersfoort. Die stad zegt: wij zijn de theaterstad van Nederland. Zij staan dus op plek vier.'

Maar dat is Den Bosch.

'De gedachte dat kunst an sich waardevol is, heb ik in Amersfoort nog niet meegemaakt. Het moet altijd met iets verbonden zijn: de wijken, het onderwijs, de economie. Ik kan ook vertellen wat ik te gek vind: Qua stad is het echt een weergaloos mooie binnenstad, met een prachtige omgeving. Je hebt er alles: mooie polders, bosrijke gebieden. Er zijn een paar festivals. Wat Spoffin de afgelopen jaren voor elkaar heeft gekregen, is dat ze veel internationale programmeurs naar de stad halen. We hebben een geweldig jeugdorkest. De kunsthal KAdE kan echt hele mooie tentoonstellingen hebben, Holland Opera maakt hele mooie dingen.'

Keuzes maken

Dus waarom schreeuwt niemand dat van de daken?

'Ik vind: je moet aan Amersfoorters voorleggen: wil je een regiostad zijn, die zichzelf en zijn omliggende gemeentes goed bedient, of wil je een stad zijn met een bovenregionale uitstraling? Ik heb geen oordeel over welk van de twee je moet kiezen, maar als je dat laatste kiest, dan moet je keuzes maken, en dat vinden we op cultuurgebied dus supermoeilijk.'

'Er is te weinig budget, en van dat budget gaat het overgrote deel naar de grote instellingen, en er is weinig gretigheid om nieuwe dingen binnen te halen. Er is een hele berg talentvolle jonge mensen die er echt toe doet. Er is rond Per Expressie heel veel gedaan, en Stephanie Lauwrier, Jeroen de Man, Vincent Brons, ik kan en heel zooitje opnoemen van mensen van rond mijn leeftijd, die je overal ziet opdoemen. Er was hier een groot oefencentrum, de BAM, dat zat helemaal vol met bands die niet op de radar van de cultuurpolitiek stonden, en dat wilde de gemeente weg hebben.'

De vraag is ook: hoe erg is het om de meest gemiddelde stad van Nederland te zijn.

'We hebben alles op orde en we blinken nergens in uit. Is een beetje jammer voor de mensen die van cultuur houden, maar ik denk dat de mensen in de Vinex daar heel blij mee zijn.’

Zie jij kansen?

'We hebben hier de Laswerkplaats, vlakbij het station. Dat is een repetitieruimte. Dan denk ik: waarom zou je niet tegen gezelschappen in het land zeggen: die ruimte hebben we over, je mag hier drie weken, of zo lang als nodig is, repeteren, en als tegenprestatie speel je vijf keer in ons theater. Of je gaat hier in première.'

'Neem Spoffin. Die internationale programmeurs komen hier allemaal, maar ik heb nog nooit een raadslid gezien op een van die bijeenkomsten die Spoffin organiseert, Terwijl het zo goed zou zijn om even te laten zien dat je geïnteresseerd bent. Die mensen kunnen hier ook ideeën komen brengen.'

Je hebt natuurlijk ook bevlogen ambtenaren nodig.

'Amersfoort is een regiegemeente. Dat betekent dat we alles op afstand hebben gezet, van de vuilverbranding tot het theater. Het gemeentehuis is dus een regie-gemeentehuis. Daar zitten mensen die de overview hebben en die aansturen. Dat is een heel slanke organisatie, in vergelijking met andere gemeenten, maar daar zit iets reactiefs in. Men kijkt wat er zich aandient, en reageert daarop. Ergens zou je willen dat je ook soms iemand hebt die een plannetje zelf gaat uitwerken. Dat lijkt me voor een ambtenaar ook leuk om te doen.'

bijsluiter

Wijbrand Schaap is oprichter en hoofdredacteur van de site cultureelpersbureau.nl . Hij was als cultuurjournalist onder meer werkzaam voor het Algemeen Dagblad en het Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant. Voor de Stadsbron schrijft hij een serie artikelen over de culturele groeiambities van Amersfoort. Deze serie komt tot stand met steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!