Amersfoort in 2050: Groeistad of Doei-stad?
Nederland telt sinds kort 18 miljoen inwoners. Deze groei wordt minder veroorzaakt door geboorte en sterfte, dan door de migratie. Er komen steeds meer mensen van buiten Nederland dan dat er uit Nederland vertrekken. Vooral dit positieve migratiesaldo levert veel stof tot discussie. De vorige regering heeft mede daarom een staatscommissie ingesteld die advies moet uitbrengen over de demografische ontwikkeling in Nederland en in het bijzonder de ontwikkeling van de migratie. De opdracht die deze commissie in september 2022 meekreeg luidde:
Advies uitbrengen over scenario’s, beleidsopties en handelingsperspectieven in relatie tot de maatschappelijke gevolgen van demografische ontwikkelingen, in het bijzonder vergijzing en migratie, tot tenminste 2050 en tegen de achtergrond van de brede welvaartsbenadering.
Meer in Jip-en-Janneketaal: beschrijf de meest voorkomende scenario’s rond de bevolkingsgroei, wat daarvan de gevolgen zijn, en hoe de overheid daarop kan sturen, vanuit de gedachte dat zoveel mogelijk mensen hiervan moeten kunnen profiteren.
Deze commissie van Zwol heeft in januari 2024 haar advies uitgebracht in het rapport ‘Gematigde groei’ waarin drie scenario’s van bevolkingsgroei worden beschreven. Haar advies is om te streven naar een gematigde groei tot 19 of 20 miljoen inwoners. De commissie constateert dat niet alleen de omvang van de bevolking verandert, maar ook de samenstelling. De culturele diversiteit neemt toe, maar ook de vergrijzing piekt in de komende 10 tot 15 jaar en resulteert in een blijvende ‘oudere’ samenleving richting 2050. Deze vergrijzing leidt tot toenemende personeelstekorten in bijvoorbeeld zorg en onderwijs. Terwijl tegelijkertijd de vraag naar zorg (door dezelfde vergrijzing) gaat toenemen. Verder zijn er keuzes nodig om passende huisvesting voor de kleiner wordende huishoudens te realiseren en vraagt de vergrijzing ook om andersoortige huisvesting.
De commissie constateert dat er wel grote regionale verschillen zijn, met verregaande gevolgen. In sommige gemeenten/regio’s leiden vergrijzing en krimp van de bevolking tot maatschappelijk ongewenste situaties (ontbreken van vervoer, zorg, voorzieningen etc.). Tenslotte wordt ook nog gewezen op de toenemende verschillen tussen generaties, tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus en migratieachtergrond. De sociale samenhang komt daarmee onder druk te staan.
De commissie constateert dat door nu al te sturen op een gematigde groei van de bevolking tot 2050 de schaarste aan voorzieningen en ongelijkheid tussen groepen in de samenleving zoveel mogelijk worden beperkt. Maar hiervoor zijn wel politieke keuzes nodig. Er moet gestreefd worden naar een kwalitatief hoogwaardige economie, en in samenhang daarmee naar de gewenste omvang en vormen van migratie.
Voor ons Amersfoorters is natuurlijk de vraag: wat betekent dit advies voor de gemeente? Waar staat Amersfoort in 2050, niet alleen in omvang en samenstelling van de bevolking maar ook op de gebieden van woningbouw, economie, voorzieningen etc.?
Bevolkingsgroei Amersfoort
De groei van de bevolking hangt van een aantal aspecten af; enerzijds is dit het saldo van het aantal geboorten en sterfgevallen, anderzijds het saldo van immigratie en emigratie (mensen die naar Amersfoort komen of vertrekken) en natuurlijk de levensverwachting. Als de levensverwachting stijgt betekent dit een toename van het aantal inwoners. Kijkend naar de getallen van de gemeente Amersfoort, dan valt op dat nieuwbouw een belangrijke voorwaarde is voor bevolkingsgroei. In een periode van geen of weinig nieuwbouw is de bevolkingsgroei veel meer het gevolg van een geboorteoverschot.
Momenteel telt Amersfoort (1-1-2024) bijna 162.000 inwoners. Rekening houdend met de geïnitieerde nieuwbouwprojecten in Hoefkwartier, Langs Eem en Spoor, en Bovenduist zal dit aantal de komende jaren fors toenemen. Afhankelijk van het aantal woningen en de grootte is een stijging van het aantal inwoners logisch.
Het aandeel inwoners van Nederland dat in de gemeente Amersfoort woont, is sinds 1950 toegenomen van bijna 0,6% tot iets meer dan 0,9%. Met de voorgenomen nieuwbouw zal dit aandeel mogelijk nog verder stijgen. Als het aandeel van 0,9% als uitgangspunt genomen wordt, kan een inschatting gemaakt worden van wat de mogelijke gevolgen van de groeiscenario’s voor de gemeente Amersfoort zijn.
De staatscommissie gaat uit van drie mogelijke scenario’s voor de ontwikkeling van de bevolking. Allereerst de 0-groei waarbij de bevolking dus niet verder groeit dan de huidige 18 miljoen (en zelfs mogelijk iets krimpt), ten tweede een gematigde groei tot maximaal 20 miljoen, en ten derde een snelle groei tot 23 miljoen in 2050. De gemeente Amersfoort kent – afhankelijk van de (politieke) keuzes - drie beleidsopties, gelijk aan de drie scenario’s van de staatscommissie. Allereerst is dit de 0-groei: na de voorgenomen woningbouwprojecten komen er geen nieuwe grote projecten meer bij. De tweede optie is handhaven van het bestaande aandeel van de bevolking van Nederland (dus 0,9% meestijgen met de groei van de bevolking) en de derde een grotere ambitie, dus een groter aandeel in de bevolking genereren (groeistad-optie).
Dit levert het volgende schema op:
Als de gemeente Amersfoort geen ambitie meer heeft om door te groeien, blijft het aantal inwoners gelijk of daalt zelfs. Bij de tweede optie (gelijk houden van het aandeel) stijgt het aantal inwoners met 0,9% van de landelijke groeicijfers, dus bij gematigde groei met 18.000 en bij snelle groei met 45.000. Bij een grotere ambitie valt de toename van de Amersfoortse bevolking nog groter uit.
De meest bepalende factor is het aantal (nog te bouwen) nieuwe woningen.
Momenteel telt Amersfoort ongeveer 162.000 inwoners. Door de eerdergenoemde bouwplannen zou de suggestie gewekt kunnen worden dat Amersfoort genoeg ruimte heeft voor de gematigde groei tot 180.000 inwoners. Maar dit is nog maar de vraag. Allereerst zal 30%-35% van alle nieuwbouw bestaan uit sociale woningbouw waar vooral de bestaande inwoners van Amersfoort van zullen profiteren. Dit levert dus geen extra inwoners op, omdat zij geen woonruimte achterlaten. Daarnaast blijkt uit de beschikbare bouwplannen dat veel woonruimten vooral voor eenpersoonshuishoudens zijn bedoeld, ook dit tempert de groei van de bevolking. Is dit erg? In principe niet, maar bedacht moet worden dat de bevolkingsomvang een belangrijke verdeelsleutel is van het gemeentefonds (het fonds waaruit elke gemeenten het merendeel van zijn inkomsten ontvangt). Als het aandeel van Amersfoort in de landelijke bevolking daalt, dan daalt ook de bijdrage uit het gemeentefonds.
Relatie inwoners en woningen
Voor de gemeente is de groei van de bevolking niet het grootste probleem, maar veel meer de gevolgen ervan. In het rapport van de staatscommissie worden een aantal gevolgen expliciet in kaart gebracht en daarmee ook een onderbouwing gevormd voor de keuze van een geringe groei. De belangrijkste is zondermeer de woningbouw. Nieuwe burgers moeten ergens wonen. Door het uitblijven van recente nieuwe woningbouw is de bevolkingsgroei in de gemeente Amersfoort achtergebleven bij andere gemeenten die wel nieuwe woningbouw wisten te realiseren.
Vraag is echter wel: hoeveel nieuwe woningbouw is nodig om aan de verwachte bevolkingsgroei en het ambitieniveau van de gemeente Amersfoort te voldoen? Dit hangt af van de omvang van de huishoudens per woning. In de jaren vijftig bedroeg dit nog ruim 4 personen per woning maar dit is inmiddels teruggelopen naar iets meer dan 2 per woning. Oorzaak is de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens door veranderde opvattingen over samenwonen, door scheidingen, en door overlijden in een relatie. Vooral door de vergrijzing neemt het aantal eenpersoonshuishoudens in de oudste leeftijdscategorieën toe. In Amersfoort is 37% van alle huishoudens een eenpersoonshuishouden en dit aandeel is groeiende. Landelijk ligt het aandeel al op bijna 40%.
Als uitgegaan wordt van gemiddeld twee inwoners per huishouden, dan zijn bij het scenario van gematigde groei nog 9.000 woningen extra nodig (18.000/2) en bij snelle groei 22.500extra woningen (45.000/2). En deze aantallen gaan dan om woningen voor mensen die van buiten Amersfoort komen. De vraag is dan: waar worden deze woningen binnen Amersfoort gebouwd? Is het groen houden van Hoogland-West of Stoutenburg-Noord nog wel haalbaar? Is er binnen de bestaande wijken nog wel ruimte om via inbreiding deze aantallen te realiseren? En tegen welke lasten voor de inwoners gaat dit dan? De ervaring met de uitgevoerde nieuwbouwplannen binnen de bestaande wijken, leert dat er veel gevraagd wordt van de bestaande en nieuwe bewoners. Het is dus slim om in een vroeg stadium het gesprek met de inwoners van Amersfoort aan te gaan in hoeverre zij bereid zijn deze prijs te betalen.
De staatscommissie heeft het onderzoeksbureau Clingendael gevraagd te onderzoeken hoe de Nederlandse bevolking aankijkt tegen de drie groeiscenario’s. Uit de resultaten blijkt dat bijna 87% van de ondervraagden vindt dat de bevolking gelijk zou moeten blijven of zelfs krimpen. Slechts 4,5% is voorstander van groei. Bijna 73% van de Nederlanders beseft dat hun gewenste bevolkingsomvang moeilijk haalbaar is. Zij zijn zich bewust van de relatief beperkte sturingsruimte, maar spreken zich wel in grote meerderheid uit voor een stabiele of krimpende bevolking. Zorgen worden geuit over de gevolgen van de bevolkingsgroei voor het woningtekort (87%), maatschappelijke spanningen (86%), minder ruimte voor natuurgebieden (79%), drukker verkeer en lastige mobiliteit (75%), toename van ongelijkheid (74%), en toegang tot publieke voorzieningen (71%). Verandering in de samenstelling van de bevolking door migratie werd door 59% van de ondervraagden als zorgelijk genoemd. Beduidend minder dan de eerdergenoemde gevolgen, maar nog steeds een meerderheid. Het gewenste slot op Nederland is dus veelmeer het gevolg van inwoners die grote zorgen hebben op het gebied van woonruimte, maatschappelijke spanningen, natuur en mobiliteit, en minder ingegeven door xenofobie. Hoewel dit laatste in de sociale media vaak het meest geroepen wordt.
De kans dat de Amersfoortse inwoners hier hetzelfde over denken is vele malen groter dan dat zij er een afwijkende mening op na houden. Voor een college (en raad) die zegt twee generaties vooruit te kijken is het vroegtijdig agenderen van deze problematiek een noodzakelijkheid. Door uitgebreid met de inwoners van Amersfoort in gesprek te gaan is het mogelijk om niet alleen een politieke meerderheid te krijgen (in de raad) maar ook een maatschappelijke meerderheid.
Kwantiteit en kwaliteit
Naast de juiste hoeveelheid woningen, is ook het type woningen van belang. De traditionele rijtjeswoning met tuin (ook wel een grondgebonden woning genoemd) is nog steeds populair en wordt door veel mensen als het meest wenselijk gezien. De vraag naar dit type woningen is nog steeds hoog. Maar is dit nog haalbaar? In de laatste vijftig jaar is de samenstelling van de bevolking veranderd en dan gaat het niet over migranten, maar over alleenstaanden en senioren.
Alleenstaanden
Het aandeel alleenstaanden (eenpersoonshuishoudens) neemt toe. Momenteel is bijna vier op de tien inwoners van Nederland alleenstaand. In Amersfoort ligt dit aandeel lager met 37%. Woningen voor alleenstaanden zijn dus zeer gewenst en veel van de voorgestelde nieuwbouwplannen hebben dan ook veel kleine appartementen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit niet vanuit de verandering in de samenstelling van de bevolking is geïnitieerd, maar vooral vanuit economische motieven. Veel woningbouwprojecten zijn alleen financieel haalbaar als er veel kleine appartementen worden gebouwd. Hier zit wel een adder onder het gras. Namelijk door de gestegen bouwkosten en bouwprijzen is het voor een alleenstaande nog nauwelijks haalbaar om een woning (appartement) te kopen. Alleen als er eigen vermogen is (erfenis, overwaarde vorige huis), bestaat er een mogelijkheid tot koop. Om een huis van €300.000 te kopen, is een inkomen van €65.000 nodig. Slechts 20% van alle werkenden verdient een inkomen van €65.000 of meer en dat zullen vooral mensen aan het eind van hun carrière zijn, omdat dan de salarissen het hoogste zijn. Dus in de koopsector valt voor de starters en het merendeel van de alleenstaanden weinig te halen.
Vergrijzing
De tweede grote verandering in de samenstelling van de bevolking is de vergrijzing, hoewel Amersfoort daar iets later dan andere gemeenten mee geconfronteerd gaat worden.
Bovenstaande bevolkingspiramide geeft de situatie voor Amersfoort (blauwe en groene balken) en voor geheel Nederland weer (de lijnen). Zichtbaar is hoe in de leeftijdscategorieën tot 60 jaar de percentages voor Amersfoort groter zijn dan landelijk. Alleen in de leeftijdscategorie 20 tot 30 jaar scoort Amersfoort lager. In 2050 behoren de leeftijdscategorieën 50 tot 60 jaar, en 60 tot 70 jaar tot de senioren. Omdat er in de jongste leeftijdscategorie (o.a. door lage geboortecijfers) steeds minder instroom komt, neemt het percentage senioren steeds meer toe. Deze groep heeft andere woon- en levensbehoeften. Er zullen steeds meer aanpasbare woningen moeten komen om senioren langer te huisvesten. Maar ook in de voorzieningen zullen veranderingen gaan komen. Actieve sportbeoefening zal door steeds minder Amersfoorters worden gedaan en/of minder frequent. En ook op het terrein van mobiliteit, mantelzorg en vrijwilligerswerk zullen verschuivingen optreden. Gaan senioren in de toekomst vaak en ver fietsen of kiezen zij straks voor andere vormen van mobiliteit? De leeftijdscategorieën 50-60 jaar en 60-70 jaar zijn hofleverancier van mantelzorgers en vrijwilligers. Veel van de stedelijke voorzieningen en zorg leunen op dit vrijwilligerswerk, maar de vraag is in hoeverre de volgende generaties dit nog kunnen en willen.
Maar wellicht de grootste verandering zit in de kwantiteit en kwaliteit van de zorg. Vergrijzing veroorzaakt een groter beroep op de zorg, terwijl tegelijkertijd het aantal mensen dat in de zorg wil en kan werken, kleiner wordt. Nu al wordt deze sector geplaagd door personeelstekorten en de verwachting van deskundigen is dat deze tekorten alleen maar groter zullen worden. De staatscommissie wijdt er zelfs een heel hoofdstuk aan.
Gematigde groei is alleen mogelijk met fundamentele keuzes voor bepaalde economische sectoren. Kiezen voor een pakketbezorger of een werkende in de zorg (voor ouders en/of opa’s en oma’s). Dit soort keuzes worden vooral op landelijk niveau gemaakt, maar ook op gemeentelijk niveau liggen keuzes voor. Juist in een periode van woningnood kunnen gemeenten hun woningvoorraad strategisch inzetten, door de economische binding met Amersfoort als voorwaarde te stellen voor het verkrijgen van een woning of (misschien nog effectiever) door bepaalde beroepen voorrang te geven bij het verkrijgen van een woning. Vele gemeenten zijn daar al mee bezig en Amersfoort moet oppassen niet achter het net te vissen. Eenzelfde redenering gaat ook op voor de mantelzorgers van de toekomst; de huidige jongeren. Door het ontbreken van betaalbare woningen en/of geen prioritering in de verdeling van woonruimte (maatschappelijke binding) vertrekken ze uit Amersfoort en wordt de kans op passende mantelzorg in de toekomst kleiner.
De mogelijke groei van de bevolking in Amersfoort heeft ook gevolgen voor de economie en met name voor het aantal arbeidsplaatsen. Het college hanteert nog steeds de woon-werkbalans van 0,8. Dit betekent dat er voor elke 100 mensen in de beroepsbevolking, 80 banen zijn. Afhankelijk van de ontwikkeling van de beroepsbevolking zal het aantal arbeidsplaatsen dus meegroeien, en dit vraagt weer extra ruimte voor bedrijven. Vindt dit plaats door inbreiding op bestaande bedrijventerreinen of komen er nieuwe bedrijventerreinen?
Deus ex machina
In de verhalende kunst kent men het verschijnsel ‘Deus ex machina’; een onverwachte plotwending die vaak geen tot weinig relatie heeft met de eerder beschreven ontwikkelingen. Ook hier is dit mogelijk. Het nieuwe kabinet zegt de regie over de woningbouw zelf op te pakken. Vraag is hoe zij dit gaat doen. Maar het zou zomaar kunnen dat de landelijke overheid zelf bepaalt wat er gebouwd wordt en waar. In hoeverre gemeente en inwoners dan nog invloed hebben is de vraag. Steeds meer klinkt kritiek op het functioneren van provincie en gemeenten op dit terrein. Langdurige procedures, toenemend aantal bouweisen en gebrekkige participatie. Voor Amersfoort valt op dat bij de nieuwe woningbouwprojecten steeds meer de grenzen van het toelaatbare wordt opgezocht en soms zelfs overschreden. En dit zorgt dan weer voor meer tegendruk vanuit de samenleving.
Maar wat ontbreekt bij al deze plannen, is het grote verhaal. De samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen, zoals deze ook zijn geschetst in het rapport van de staatscommissie. Hoewel het sentiment onder de bevolking vooral gericht is op stabilisatie, is dit geen reëel uitgangspunt. Stel dat Amersfoort dit scenario zou volgen dan wordt Amersfoort een doei-stad. Een stad waar de jeugd geen of te weinig plek heeft om te wonen en waar ouders dus afscheid moeten nemen van hun kinderen. Een meer realistisch scenario is een scenario van gematigde groei zoals dit ook door de staatscommissie wordt voorgesteld, maar de vraag is of dit haalbaar is. De vorige staatscommissie demografie (Muntendam) adviseerde bijna vijftig jaar geleden al voor een omvang van 14,3 miljoen. Het resultaat van dit advies is bekend en de kans is dus groter dat ook de gematigde groei niet gerealiseerd kan worden. Dit scenario vraagt ook om grote beslissingen, want het betekent nog meer woningbouw binnen de grenzen van de gemeente en een totaal andere samenstelling van de bevolking met andere wensen en verlangens. Zaak dus om vroegtijdig te gaan werken aan draagvlak onder de bevolking.